PBL: coalitieakkoord schuift pijn door naar de toekomst

Het hoofdlijnenakoord van PVV, NSC, VVD en BBB heeft een „sterke nadruk” op „hier en nu”, en weinig aandacht voor internationale samenwerking en de toekomst. Het risico is dat problemen worden afgewenteld op „volgende generaties en op kwetsbare groepen elders in de wereld”. Dat staat in de kritische reflectie Aanbevelingen voor het nieuwe kabinet die het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL), onafhankelijk adviseur van politiek en bestuur, woensdagavond heeft gepubliceerd.

„Het is misschien een tegenbeweging”, zegt PBL-directeur Marko Hekkert. Nederland staat voor grote opgaven rond wonen, natuur en landbouw, energie en klimaat, zegt hij. „Die transities gaan mensen uiteindelijk voelen. Je ziet bij deze coalitie een voorkeur de pijn voor burgers en bedrijven nu te verlichten, en door te schuiven.”

Warmtepompen

De nieuwe coalitie zegt bijvoorbeeld de klimaat- en energieafspraken voor 2030 en 2050 te willen nakomen. Maar hoe is onduidelijk, alternatief beleid is er nog niet. Sommige nieuwe maatregelen brengen de doelen verder uit zicht. Zoals het terugdraaien van de verhoging van de CO2-heffing voor industrie, of van de verplichting per 2026 warmtepompen te nemen.

Windmolens moeten vooral in zee, maar de visserij krijgt voorrang. „Heel legitiem om vissers ruimte te geven”, zegt Hekkert, „maar in 2050 zijn er vier- tot zesduizend windturbines op zee nodig, goed voor tweederde van de elektriciteitsproductie. Met vier nieuwe kerncentrales kom je hooguit op 10 à 15 procent. Het is een ruimtelijke puzzel, ook op zee. Als we nu te veel piketpaaltjes slaan, wordt de energietransitie moeilijker.”

Je kunt boeren straks niet verplicht onteigenen. Dat belemmert natuurherstel

Marko Hekkert
PBL-directeur

Net als Rutte IV wil de nieuwe coalitie er honderdduizend woningen per jaar bij laten bouwen. Ook via snellere procedures, nieuwe grootschalige bouwlocaties en „een straatje erbij” in bestaand bebouwd gebied. „De woningnood is zo groot dat het goed is om op al die opties in te zetten. Het klinkt wel gemakkelijker dan het is, en in plaats van overal ‘een straatje erbij’ wil je eerder ‘een wijkje erbij’.”

Positief is dat alle grote opgaven benoemd worden in het hoofdlijnenakkoord, zegt Hekkert. „De coalitie zegt ook dat ze een betrouwbare overheid belangrijk vinden. Dat ze willen inzetten op een klimaatbeleid dat haalbaar is. In algemene bewoordingen worden de ambities dus intact gehouden. Maar de uitwerking ontbreekt nog, daar dringen wij als PBL op aan.”

Niet te dwingend

Ook mist het PBL financiële keuzes voor de toekomst. Hekkert: „De coalitie wil niet te dwingend zijn of te veel prijzen verhogen, dat vinden mensen vervelend. Dan is de route voor duurzame transities die overblijft flink subsidiëren. Maar de coalitie staat ook voor een degelijke overheidsbegroting, dus dat is ook eindig.”

Het loslaten van het huidige stikstofbeleid onderschrijft het PBL. „Wij zeggen ook al langer: dat is een enge blik op natuurherstel.” Maar het overstappen op een nieuwe meetmethode voor stikstof, en boeren zelf laten bepalen hoe ze de natuurdoelen voor hun bedrijf halen, is niet zonder risico’s. Het is een „omvangrijke en complexe stelselwijziging die meerdere jaren in beslag zal nemen”, volgens het advies van planbureau.


Lees ook

Op een rij gezet: dit zijn de plannen uit het coalitieakkoord

Op een rij gezet: dit zijn de plannen uit het coalitieakkoord

Natuurherstel vraagt verder om hogere waterstanden, betere waterkwaliteit en meer natuurgebied, zegt Hekkert. Die maatregelen staan niet in het hoofdlijnenakkoord. „De nieuwe coalitie wil veel met agrarisch natuurbeheer op boerenland, en dat is goed. Waar wij ons zorgen om maken is het herstel van ‘groene natuur’. Het fonds met miljarden voor het landelijk gebied komt er niet. Boeren kunnen niet verplicht onteigend worden, volgens dit hoofdlijnenakkoord. Dan maak je natuurherstel wel moeilijker.”

Wat het PBL ten slotte ook mist, is het doel van een circulaire economie in 2050. „Minder grondstoffen nodig hebben, betekent minder energieverbruik, minder luchtvervuiling, minder biodiversiteitsverlies. Dat vergt een enorme transitie van onze productie, maar dat thema komt er ook redelijk karig vanaf. Anderzijds, het is een hoofdlijnenakkoord, dus over alles wat er niet in staat, kunnen we zeggen: misschien komt het nog.”