De uitwisseling van medische patiëntgegevens verloopt nog steeds moeizaam. Dat blijkt uit een enquête van de Federatie Medisch Specialisten (FMS) die woensdag gepubliceerd is. De beroepsvereniging stelt dat hierdoor de veiligheid van patiënten onder druk komt te staan. De gebrekkige uitwisseling kan leiden tot fouten in medicatievoorschriften, vertragingen in – of onnodige herhaling van – behandelingen.
Aan de enquête deden 1.116 medisch specialisten mee. Bijna alle ondervraagden (97 procent) lieten weten hinder te ervaren door de gebrekkige beschikbaarheid van patiëntgegevens. Met name is de uitwisseling van gegevens met andere zorgverleners (bijvoorbeeld huisartsen en ggz-instellingen) een struikelpunt, laten de specialisten weten in de enquête. Bij een soortgelijke enquête in 2020 stelde 80 procent van de ondervraagde specialisten te vrezen voor de patiëntveiligheid door slechte uitwisseling van gegevens.
De resultaten van het onderzoek zijn woensdag aan minister Fleur Agema (Volksgezondheid, Welzijn en Sport, PVV) aangeboden. De federatie roept het kabinet woensdag op tot actie. „Als de minister de veiligheid van patiënten wil verbeteren, als ze de onnodige werkbelasting van al die artsen en verpleegkundigen wil verlichten, moet ze dit gewoon gaan regelen. Neem de regie. Fiks dit!”, aldus Iris Verberk, internist-nefroloog en bestuurslid bij FMS.
Helemaal uit de lucht vallen kwam het niet, het bericht afgelopen week over een mogelijke toekomstige baan voor Christine Lagarde. De huidige chef van de Europese Centrale Bank (ECB), schreef zakenkrant Financial Times (FT), is in gesprek geweest over het voorzitterschap van het World Economic Forum (WEF) als volgende functie.
Al langer gaat, onder meer in Zwiterse en Duitse media, het gerucht dat Lagarde (69) in beeld zou zijn als nieuwe baas van het WEF, een denktank die vooral bekend staat om zijn jaarlijkse conferentie van politieke en zakelijke leiders in het Zwitserse Davos.
Wat het FT-bericht pikant maakte: de bron, en wat die bron precies vertelde. De bron was Klaus Schwab, oprichter en tot voor kort voorzitter van het WEF. Schwab (87) werd vorige maand door de WEF-adviesraad de laan uitgestuurd, na beschuldigingen van zelfverrijking via het WEF.
De Duits-Zwitserse econoom zei tegen de FT dat hij niet alleen al „meerdere jaren” in gesprek is met Lagarde over zijn eigen opvolging, ook zou Lagarde mogelijk al stoppen bij de ECB vóór het einde van haar termijn, eind oktober 2027. Ze zou de overstap „op zijn laatst begin 2027” willen maken, aldus Schwab.
Schwabs uitlatingen over Lagarde zijn schadelijk voor de ECB-voorzitter: boven haar hangt nu het beeld dat ze eerder weg wil uit Frankfurt, waar de ECB zetelt. De ECB geldt als hoeder van de stabiliteit in de eurozone en is niet gebaat bij onrust aan de top. Een ECB-woordvoerder kwam dan ook snel met een (korte) reactie: Lagarde is altijd „volledig gecommitteerd” geweest aan haar rol bij de ECB en ze is „vastbesloten haar termijn uit te dienen”.
Zowel de woorden van Schwab als de reactie van de ECB roepen de nodige vragen op.
Om met de ECB te beginnen: komende donderdag geeft Lagarde een reguliere persconferentie, na een rentevergadering. Ze zal waarschijnlijk door de pers óók worden gevraagd naar deze kwestie. Tot dusver heeft de ECB-persvoorlichting niet glashard ontkend dat Lagarde met Schwab heeft gepraat over een voortijdige overstap. Dat ze nu „vastbesloten” is om haar „termijn uit te dienen”, wil niet zeggen dat ze het niet heeft overwogen.
De FT heeft, naast Schwab, ook anonieme bronnen gesproken die het verhaal bevestigen. Lagarde zou overigens zelf haar twijfels hebben geuit of het een goed idee was de ECB voortijdig vaarwel te zeggen. Lagardes voorgangers, Mario Draghi en Jean-Claude Trichet, maakten hun termijn van acht jaar beiden af. De eerste ECB-president, Wim Duisenberg (1998-2003), deed dit niet, maar dit was vanwege een politiek compromis: Frankrijk had geëist dat Trichet al halverwege de termijn het stokje over mocht nemen.
Voordat Lagarde ECB-president werd, leidde zij het Internationaal Monetair Fonds en was ze Frans minister van Financiën. Aan het einde van haar ECB-termijn zal ze 71 jaar oud zijn.
Villacomplex
Aantrekkelijk aan het WEF zou, behalve de waarschijnlijk wat legere agenda, ook de werkplek zijn. De organisatie zetelt aan het meer van Genève en bezit een villacomplex (Villa Mundi), dat voor conferenties wordt gebruikt en waarin ook een appartement zit. Volgens Schwab was dat appartement alvast gereserveerd voor Lagarde.
Onduidelijk is of Schwab hierover – en in het algemeen – de waarheid sprak. In de Zwitserse pers wordt de vraag opgeworpen of Schwab, die naar verluidt zeer verbolgen is over zijn gedwongen vertrek bij het WEF, via de FT zijn tegenstanders heeft willen treffen. Een klokkenluider zou hebben gezegd dat Schwab een appartement in Villa Mundi privé zou hebben gebruikt. Door te zeggen dat het appartement niet voor hem was bedoeld, maar voor Lagarde, zou hij dit hebben willen pareren.
Schwab zegt tegen de FT dat zijn plan om Lagarde de nieuwe WEF-baas te maken, mogelijk is mislukt door zijn eigen gedwongen vertrek, vorige maand: de reputatie van het WEF zou te zeer zijn geschaad. „Ik wil haar niet verliezen. Ik wil zeker stellen dat wat hier is opgebouwd… niet kapot wordt gemaakt.”
Maar na Schwabs uitlatingen in de FT deze week lijkt het alleen maar moeilijker te zijn geworden, zo niet onmogelijk, om Lagarde ooit nog naar het WEF te halen. Dan zou ze immers de agenda volgen van een man die inmiddels flink in ongenade is gevallen.
Taylor Swift heeft de rechten van haar eerste zes albums teruggekocht. Dat meldt de Amerikaanse popster vrijdag via een brief aan haar fans. Ze was de rechten van de albums in 2019 kwijtgeraakt aan talentmanager Scooter Braun.
Swift heeft nu een akkoord bereikt met de investeringsmaatschappij Shamrock Holdings, die de rechten inmiddels had gekocht van Braun. Volgens het Amerikaanse muziekmagazine Billboard heeft Swift ongeveer 360 miljoen dollar (317 miljoen euro) betaald voor de rechten.
„Het zou behoorlijk bescheiden zijn om te zeggen dat mijn grootste droom is uitgekomen”, schrijft Swift aan haar fans. „Alle muziek die ik ooit gemaakt heb, is nu van mij […] elke era, mijn hele levenswerk.” Door het akkoord met Shamrock Holdings zijn de rechten van de albums die Swift tussen 2006 en 2017 uitbracht nu in haar bezit.
Nadat Swift de rechten kwijt was geraakt, besloot ze de albums opnieuw op te nemen en in eigen beheer uit te brengen. Er kwamen al vier van deze ‘Taylor’s Version’-albums uit, waarbij de inkomsten uit streaming en de verkoop van cd’s en vinyl flink hoger waren dan de productiekosten. Over de twee albums die ze nog niet als eigen versie uitbracht, schrijft Swift dat ze nog opnieuw uitgebracht zouden kunnen worden „als het juiste moment zich voordoet”.
Dat plastic in de PMD-bak hoort, een kapotte smartphone naar de milieustraat moet en oude kleding in de textielbak, dat is allemaal bekend. Maar weten we wat er daarna mee gebeurt? En of ons afval ook de landsgrenzen overgaat?
De Amerikaanse journalist Alexander Clapp dompelde zich jarenlang onder in de schimmige en onrechtvaardige wereld van mondiale afvalhandel. Zijn eerste boek Grof vuil (Waste Wars) gaat in zekere zin over hoe rijken al decennia hun afval dumpen op de armen. Over hoe de westerse kolonisatoren nauwelijks waren vertrokken uit het Mondiale Zuiden toen er schepen opdoken die westers giftig afval zouden gaan dumpen in diezelfde landen. En hoe nog altijd (soms onder het mom van hergebruik of recycling) verre landen worden vervuild met westers afval.
Grof vuil is niet het eerste boek dat de wereldwijde afvalhandel – en de miljardeneconomie die erachter schuilt – beschrijft. Wel is het knap hoe minutieus Clapp de problemen van deze sector probeert te doorgronden. Om dit verhaal te vertellen reist hij vijf continenten over. Zo doet hij wekenlang pogingen om een nog onontdekte stortplaats van gevaarlijk afval in de jungle van Guatemala op te sporen. Hij zit op de bank bij de ouders van een dertiger uit Turkije die levend werd verbrand toen hij een Amerikaans cruiseschip probeerde te ontmantelen. Hij bezoekt, ook in Turkije, een man bij wie op zijn citroen- en sinaasappelboomgaard ’s nachts door een vrachtwagen westers afval werd gedumpt en in brand gestoken. In de vulkanische hooglanden van Java zoekt hij de ‘afvaldorpen’ op die worden overladen door Europees en Amerikaans huishoudelijk afval.
In Ghana volgt hij een jonge man die zes dagen per week elektronisch afval – iPhone-oortjes, laptopladers, usb-draden – in de buitenlucht in brand steekt om het koper eruit te halen. Terwijl het chemische residu in de bodem zakt, verdient de man 3 dollar per dag. Hij droomt ervan genoeg te sparen om een leven op te bouwen in zijn geboortestreek, maar kan sommige dagen zijn armen en benen niet goed voelen en hoest ’s nachts bloed op.
Clapp ziet van dichtbij hoe geavanceerde technologie als iPhones en laptops in verre landen worden gesloopt door er simpelweg met hamers op te slaan. Hoe producten binnen een paar seconden worden afgedankt, om vervolgens maandenlang de wereld over te reizen. Zoals verpakkingen die je vrijwel direct weggooit.
Van dichtbij en hoog over
Het boek is sterk omdat Clapp het afvalprobleem niet alleen van dichtbij goed kan bezien, maar ook hoog over. Hij blijft zichzelf vervolgvragen stellen. Zoals: wáárom werd Ghana de elektronica-stortplaats van de wereld? Omdat het een wanhopige poging deed aan te haken bij de interneteconomie door oude elektronica te importeren.
Clapp beschrijft hoe wetgeving tegen de export van gevaarlijk afval naar ontwikkelingslanden ervoor zorgde dat afval nieuwe namen kreeg. Het ging ineens ‘bouwmateriaal’ heten, ‘brandstof’, of ‘herwonnen nevenproducten’. Hij beschrijft hoe een luxe cruiseschip reclame maakte over hoe duurzaam de sloop ervan zou gebeuren. Het schip werd naar een door de EU goedgekeurde sloopplaats in Turkije gebracht. Vervolgens werd het bij de naastgelegen sloperij, zonder EU-controle, daadwerkelijk ontmanteld. Waarbij er twee doden vielen tijdens een onverwachte brand in de machinekamer.
Het is terecht dat Clapp aan de kaak stelt dat afvalhandel soms een criminele aangelegenheid is. Bovendien halen opeenvolgende wetten en maatregelen te weinig uit om het milieu te beschermen. Afgelopen januari meldde de Inspectie Leefomgeving en Transport nog de smokkel van 33 containers gevaarlijk afval te hebben onderschept. De lading was vanuit Jamaica en Puerto Rico via Nederland onderweg naar India. Het ging om loodzuuraccu’s die zeer giftige stoffen bevatten en in brand kunnen vliegen. Het transport stond geregistreerd als ongevaarlijke plastic- en metaalresten.
Clapp ziet overal onrecht en hoewel dat er vaak ook is, kan hij het wel wat aanzetten. Hij gaat soms wat voorbij aan het feit dat een deel van het afval dat de wereld over wordt gesleept, daadwerkelijk wordt gerecycled. In die landen liggen de energie- en loonkosten lager en dan kan recycling ineens wel uit.
Over de ondoorzichtige wereld van de ontmanteling van schepen wordt volgens hem „zelden gesproken aangezien het eigenlijk niet de bedoeling is dat je ervan op de hoogte bent”.
En de schepen die op vervuilde stranden worden ontmanteld, zien er volgens hem uit als „slachtvee, van ingewanden ontdaan en in stukken gehakt”. Zulk taalgebruik is niet nodig in een journalistiek boek, het onderwerp is bovendien sensationeel genoeg.
Wegwerpcultuur
Clapp houdt niet alleen de afvalsector verantwoordelijk. Hij legt de schuld ook bij producenten die consumenten een wegwerpcultuur opdringen. Zoals olie- en plasticproducenten die al decennia bewust de potentie van recycling overdrijven, en ondertussen lobbyen tegen alle maatregelen die het plastigebruik zouden kunnen inperken. Producenten van telefoons waarvan met software-updates de levensduur wordt verkort, of apparaten die extra moeilijk repareerbaar zijn.
En inderdaad, wie bedenkt hoeveel waardevolle metalen voor een smartphone nodig zijn, vindt het absurd dat alleen al in de VS naar schatting vierhonderdduizend telefoons per dag worden weggegooid.
Voor de toekomst is het de kunst afval meer te omarmen. In plaats van voor zeldzame metalen nog meer natuur te laten wijken met vervuilende mijnen (of ze uit de diepzee of van asteroïden te halen), kan men beter de grondstoffen mijnen uit ons afval, vindt Clapp. Mits het verantwoord gaat, en de westerse wereld zijn probleem niet simpelweg blijft wegverschepen de wereld over.