Pas op, in die leuke gieter uit Zuid-Frankrijk zit mogelijk een tijgermug

‘Kijk, dit is een ideale plek voor de eitjes van tijgermuggen.” Raldi Bakker, coördinator bestrijding exotische muggen van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA), wijst op emmers waarin een laag regenwater staat. Ook in de vijver zonder vissen en in de glazen potjes in de tuin van het rijtjeshuis in Leersum, zouden tijgermuggen kunnen opgroeien. De eerste schep uit de vijver bevat al muggenlarven, al werden die waarschijnlijk gelegd door de ‘gewone’ huissteekmug.

Dat de Aziatische tijgermug zich in Nederland vestigt, is moeilijk te voorkomen, zo waarschuwde de minister voor Medische Zorg vorige maand in een Kamerbrief. Het aantal vondsten neemt sneller toe dan verwacht. Ook breidt het leefgebied van de tijgermug in Europa zich uit, van Zuid-Europa richting het noorden. De mug veroorzaakt overdag veel overlast – meestal in de ochtend en avond – en hij bijt vooral mensen. „In Zuid-Europa kan je op sommige plekken niet lekker buiten zitten vanwege de tijgermuggen”, zegt Arjan Stroo, entomoloog bij het Centrum Monitoring Vectoren van de NVWA. Vectoren zijn overbrengers van ziekten.


De tijgermug verspreidt virussen, net als de gelekoortsmug, die de ziektes dengue of chikungunya veroorzaken. De muggen die Nederland van nature kent, doen dit niet. Stroo: „Dus als je geen tijgermuggen hebt, loop je het risico op verspreiding van die ziektes niet.”

De meeste mensen met dengue raken buiten Europa geïnfecteerd met het virus. Maar vanaf 2010 werden 276 overdrachten door muggen in Europa gerapporteerd, waarvan 200 in de afgelopen twee jaar, in Frankrijk, Spanje en Italië.

Liften

Tijgermuggen worden vooral via de weg naar Nederland gebracht. „In 2016 vonden we voor het eerst een meegelifte tijgermug in een woonwijk.” vertelt Arjan Stroo. Een volwassen exemplaar kan meerijden in een auto, vrachtwagen of caravan; eitjes kunnen bijvoorbeeld worden meegenomen in bloempotten of gietertjes.

Ook als die producten droog zijn, blijven de eitjes erin zitten. „En als je dat leuke potje uit Zuid-Frankrijk weer in je tuin zet in Nederland, ben je de sjaak, dan heb je die muggen in je tuin. Je hebt je eigen overlast veroorzaakt én die voor je buren. En op termijn ook een risico voor de volksgezondheid”, aldus Stroo.


De NVWA spreekt van vestiging als de tijgermug niet meer is uit te roeien op een locatie. Tot nu toe is de mug in Nederland op elke nieuwe vindplaats succesvol bestreden, verklaart Stroo. „Maar het is wel zo dat er altijd ergens in het land tijgermuggen zijn.”

Mark van Geijtenbeek vond in september een tijgermug, thuis in Leersum. „Ik wist hoe ze eruitzien en dat je gevonden tijgermuggen kunt melden op een website.” Als de vondst snel wordt gemeld, kunnen de muggen goed worden bestreden. Wanneer je denkt dat je een tijgermug hebt gevonden, kun je een foto van de mug, of het insect zelf, opsturen naar de NVWA. De specialisten van het Centrum Monitoring Vectoren van de NVWA stellen dan vast om welke soort het gaat.


Lees ook

Hoe wapent Nederland zich tegen het grote muggengevaar?

Een levend laboratorium voor muggenonderzoek in Leiden.

Als is vastgesteld dat het inderdaad om een Aziatische tijgermug gaat, worden alle betrokken instanties gewaarschuwd: de Landelijke Coördinatie Infectieziektebestrijding (LCI), de gemeente en GGD van de vindplaats, het RIVM en het ministerie van VWS. Als bij de eerste controle meer dan één mug wordt gevonden, voert de NVWA een bestrijding uit rond de vindplaats.

Raldi Bakker en Arjan Stroo controleren of deze bak met water tijgermuggenkroost bevat.

Foto’s: Dieuwertje Bravenboer

Muggenseizoen

De muggen leggen de eitjes op een hard rechtopstaand randje net boven het wateroppervlak zoals de binnenkant van een emmer. In plassen of sloten zullen ze geen eitjes leggen. „Het zijn gelukkig vrij luie muggen” zegt Stroo, „ze leggen geen heel grote afstanden af. Alles wat ze nodig hebben, is in veel achtertuinen al aanwezig, namelijk een mens om te steken en een bakje water.”

„Bij een bestrijding gaan we in een cirkel van honderd meter rond de vindplaats alle huizen langs” legt bestrijdingscoördinator Raldi Bakker uit. „We proberen elke vierkante centimeter uit te kammen. Aan een eierdopje regenwater hebben ze genoeg om tot ontwikkeling te komen. Dus je mag niks missen.”

Dit wordt elke vier weken herhaald gedurende het muggenseizoen. Dat begint ongeveer in juli en loopt tot en met oktober. Vanaf half april begint de nabehandeling van locaties van vorig jaar: dan zwemmen de tijgermuggen rond als larven.

Het bestrijden werd vorig jaar lastig door het grote aantal locaties waar de tijgermug werd gevonden. Het uitkammen van een vindplaats is arbeidsintensief. Daarom heeft de NVWA een stoplichtmodel bedacht. Op dit moment is het stoplicht groen: de bestrijding verloopt volgens de richtlijnen van het draaiboek. Als het niet meer lukt om overal het draaiboek te volgen, gaat het licht op oranje. Per locatie wordt dan bekeken of er minder intensief bestreden kan worden. Bij rood kan de NVWA geen nieuwe locaties meer aan. „We moeten dan op plekken waar de kans op nieuwe vondsten heel klein is, stoppen met de bestrijdening en monitoren dan alleen nog met muggenvallen.” zegt Bakker. „Dan zorgen we ervoor dat het nergens zo uit de hand loopt dat bestrijding later niet meer mogelijk is.”

Kieperen

Het volgende monster dat Bakker tijdens de inspectie in Leersum met een schepnetje uit de vijver vist, zit vol met muggenlarven. De bewoner van het huis vindt de controle prima, al is hij niet bang voor tijgermuggen: „Ik ben groter dan een mug.”

Bakker: „We bestrijden zoveel mogelijk door waterbronnen leeg te kieperen.” Voordat ze een bak leegmaakt, bekijkt de inspecteur of het water larven bevat. Zo ja, dan neemt ze een monster. Dat gaat naar het laboratorium in Wageningen. In de watermonsters die tijdens deze inspectie zijn verzameld, is overigens geen tijgermug aangetroffen.

Als de waterbron niet kan worden weggehaald , voegen ongediertebestrijders aan het water korrels toe, die bevatten een bacterie die muggenlarven doodt, maar onschadelijk is voor andere waterdieren en -planten. De NVWA plaatst rond de vindplaats muggenvallen om te volgen of de bestrijding werkt. De vallen ruiken een beetje naar zweet.

Meestal werken de bewoners mee met inspecties. „Niemand houdt echt van muggen, dat helpt wel”, zegt Arjan Stroo. „Op het moment dat je in moet grijpen, ervaren mensen meestal nog geen overlast, omdat het om heel kleine aantallen muggen gaat. Bij de bestrijding vinden we eigenlijk alleen de larven. In de vallen vinden we wel volwassen tijgermuggen.”

„Volgens mij zijn ze dit jaar twee keer langsgeweest”, vertelt bewoner Walter van Aalst. „Naar mijn weten is hier geen tijgermug aangetroffen. Ik heb ook niks hoeven aanpassen. Er zitten kikkers in de vijver, de regenton is afgedekt.”


Lees ook

De exotische tijgermug komt steeds vaker voor in Nederland

De tijgermug is witgestreept en een slag kleiner dan de inheemse Nederlandse mug.

Een monster uit een vijver. Met flink veel muggenlarven.
Foto Dieuwertje Bravenboer