Vanaf de eerste dag van haar zwangerschap, nu drie jaar geleden, was Liselore Bekkema (38) kotsmisselijk. „Ik moest steeds nét niet overgeven”, vertelt ze. Anders dan bij veel vrouwen ging die misselijkheid niet over na het eerste trimester. „Er is geen dag in mijn zwangerschap geweest dat ik er geen last van had.” Tijdens het werken waren de klachten erger. „Als ik achter een beeldscherm zat, werd ik nog misselijker. Heel onhandig, want ik werkte toen als webredacteur.”
De misselijkheid putte haar totaal uit. „Ik ging het liefste elke avond om zeven uur naar bed en ondernam zo min mogelijk activiteiten naast werken.” Toch heeft ze zich nooit ziek gemeld en werkte ze door tot aan zesendertig weken zwangerschap, het moment waarop je volgens de wet officieel met verlof moet. „Ik had net een nieuwe baan en wilde me heel graag bewijzen. Eerder stoppen was voor mij geen optie, maar hierin ben ik heel erg over mijn eigen grenzen gegaan.”
In Nederland kun je kiezen of je met vierendertig of met zesendertig weken met verlof gaat. Wie kiest voor de eerste optie, heeft na de geboorte recht op tien weken verlof in plaats van twaalf. Maar de klachten die zich vaak voordoen bij een zwangerschap, beginnen in veel gevallen al veel eerder dan slechts een paar weken voor de bevalling. En misselijkheid en braken, bijvoorbeeld, klachten die doorgaans in de derde of de vierde maand van de zwangerschap verdwijnen, doen zich bij zo’n 13 procent van de vrouwen ook nog voor na de twintigste week van de zwangerschap.
Met in totaal zestien weken heeft Nederland een van de kortste verlofregelingen voor vrouwen van Europa. Over de vraag of de verlofperiode na een geboorte niet langer moet, wordt al jarenlang volop gediscussieerd. Over de periode daarvoor, de zwangerschap, gaat het zelden.
‘Niet zeuren’
„Wij Nederlanders vinden eigenlijk dat we niet zo moeten zeuren over die zwangerschap”, zegt Monique van Beukering, bedrijfsarts bij Zorg van de Zaak, een netwerk van bedrijven die samenwerken aan een gezondere werkomgeving, en onderzoeker bij Amsterdam UMC op het gebied van veilig werken tijdens zwangerschap. „Je moet vooral doorgaan met wat je al deed en die zwangerschap er een beetje bij doen. Terwijl het echt niet zo simpel is. Een zwangerschap is een gigantische prestatie. Er groeit een kindje in je lichaam. Dat kost heel veel energie.
„Neem alleen al je bloedvolume. Dat neemt tijdens je zwangerschap met anderhalve liter toe. Dat extra bloed moet in je lichaam worden rondgepompt. Het gevolg is dat je hart en je longen extra hard moeten werken. Geen wonder dat 95 procent van de zwangere vrouwen veel sneller moe is dan normaal.”
Zwanger zijn is een gigantische prestatie. Er groeit een kindje in je lichaam: dat kost veel energie
Betekent dit dat zwangere vrouwen eerder in de zwangerschap moeten stoppen met werken? „Niet per se”, zegt Van Beukering. „Er zijn vrouwen die zich tot ver in de zwangerschap heel goed voelen en juist graag doorwerken. Bovendien: werken is ook belangrijk. Het maakt dat je als vrouw financieel zelfstandig bent en je gewaardeerd voelt. Ook heeft het een sociale functie.”
Maar vrouwen moeten hun werk tijdens de zwangerschap wél aanpassen, zegt Van Beukering. Gewoon doorwerken en doen alsof er niets aan de hand is, is namelijk niet zonder risico. Het grootste risico is vroeggeboorte. Van Beukering: „En dan hebben we het niet alleen over kindjes die één of twee weken eerder geboren worden, maar ook over geboortes bij 30 of zelfs of 28 weken. Hierdoor kunnen baby’s zowel fysiek als mentaal een achterstand ontwikkelen, waar ze de rest van hun leven last van kunnen hebben.”
Hoge bloeddruk
De kans op vroeggeboorte neemt toe bij zwangere vrouwen die tijdens hun werk regelmatig drie uur of langer staan, regelmatig vijf tot tien kilo – of meer – tillen of op een andere manier lichamelijk inspannend werk doen. Hetzelfde geldt voor zwangere vrouwen die meer dan veertig uur per week werken. En dan zijn er nog de persoonsgebonden factoren. Van Beukering: „De ene vrouw heeft nu eenmaal meer klachten dan de andere. Stel, je hebt bekkeninstabiliteit of een hoge bloeddruk. Dan zul je je werk meer moeten aanpassen dan een ‘gezonde’ zwangere die deze klachten niet heeft.”
In die eerste categorie viel Charlotte Jacobs. „Bij mijn eerste zwangerschap werkte ik gewoon door”, vertelt ze, „hoewel ik een hoge bloeddruk had. Toen ik 29 weken zwanger was, moest ik stoppen van de verloskundige. Dat heb ik toen gedaan. Gelukkig, want vier weken later beviel ik.”
Bij haar tweede en derde zwangerschap, ging ze al in een vroeg stadium minder werken. „Ik had weer een hoge bloeddruk en was natuurlijk als de dood voor weer een vroeggeboorte. Op advies van de gynaecoloog ben ik, toen ik twintig weken zwanger was, gaan minderen. Ik ging van acht naar zes uur per dag. Bij 25 weken zwangerschap ging ik naar vier uur per dag en met dertig weken zwangerschap ben ik helemaal gestopt.”
Jacobs (39) was als hr-manager goed op de hoogte van haar rechten als zwangere. Maar dat geldt voor een heleboel vrouwen niet. „Als zwangere vrouw heb je veel rechten”, zegt Lisa Viktorsson, vakbondsbestuurder vrouwenthema’s bij de FNV. „Denk aan het recht op regelmatige werktijden en extra rustmomenten. Maar de meeste vrouwen weten dit helemaal niet.”
‘Helft zwangeren werkt niet veilig’
Op dit moment werkt de helft van de Nederlandse zwangeren niet veilig, luidde een van de conclusies uit het onderzoek van Van Beukering. Bij veertig procent is dat al het geval vóór twintig weken zwangerschap, bij zestig procent na die datum. Van Beukering: „En dat terwijl er wel degelijk duidelijke medische richtlijnen en afspraken zijn waar werkgevers zich aan dienen te houden.” Wat volgens haar meespeelt, is dat verloskundigen doorgaans niet op de hoogte zijn van de specifieke situatie op de werkvloer. „Een bedrijfsarts is dat wel, maar die wordt vaak niet of te laat ingeschakeld.”
Niet alleen weten vrouwen vaak niet wat de gevaren zijn en waar ze recht op hebben, ze durven ook niet altijd te vragen of hun werk kan worden aangepast. Viktorsson: „Ze zijn bang om hun baan te verliezen of carrièrekansen mis te lopen. Die angst is vaak nog gegrond ook.” Ze vertelt over een vrouw die op een tijdelijk contract in een distributiecentrum werkte. „Die vrouw vroeg of ze vanwege haar zwangerschap haar werk zittend in plaats van staand mocht doen. Haar baas weigerde dat en besloot haar contract niet te verlengen.”
Ina Heijnen is docent zwangerschapsyoga en zelfbenoemde „bedrijfsdoula”. „Ik adviseer vrouwen op het gebied van zwangerschap en werk zodat ze passende keuzes maken voor hun welzijn en dat van hun baby.” Heijnen schreef het boek Spuug op je blouse, over zwangerschap en werk. Hiervoor interviewde ze achttien vrouwen uit uiteenlopende beroepsgroepen en zeventien experts. Wat haar opviel was dat veel vrouwen ongezonde keuzes maken uit schuldgevoel. „De meeste vrouwen zijn heel loyaal naar hun werkgever en collega’s”, zegt Heijnen. „Ze willen vooral niet te moeilijk doen en zijn bang dat ze als zeur worden gezien.”
Als zwangere vrouw heb je recht op zaken als regelmatige werktijden en extra rustmomenten. De meeste vrouwen weten dat niet
Dat herkent ook Liselore Bekkema. „Ik stond bekend als een harde werker en wilde mijn baas niet teleurstellen.” En ook Charlotte Jacobs ging tijdens haar eerste zwangerschap regelmatig over haar grenzen heen. „Dan zat ik om zes uur ’s ochtends in de auto om op tijd bij een vergadering aan de andere kant van het land te zijn. En dat terwijl ik eigenlijk doodmoe was.”
Voor bedrijven, zeker voor kleine ondernemers, kan het goed begeleiden van zwangere werknemers soms ook een worsteling zijn. „Als iemand uitvalt, heb je niet altijd zo snel een vervanger gevonden”, zegt Linda van Beek, beleidssecretaris van werkgeversorganisatie VNO-NCW en MKB-Nederland. „En op het moment dat je die hebt gevonden, moet je die persoon eerst nog inwerken. Dat kost tijd en geld.”
Harde buiken
Van Beek raadt werkgevers aan om direct na de zwangerschapsaankondiging een gesprek met de desbetreffende werknemer in te plannen om samen een plan te maken. „Werk aanpassen aan een zwangerschap is maatwerk”, legt ze uit. „Het hangt heel erg af van de zwangerschap en het type werk.” Ook adviseert ze om tijdens de hele zwangerschap de vinger aan de pols te houden. „Op het moment dat een werknemer aangeeft harde buiken [het samentrekken van de baarmoeder, ook wel ‘valse weeën genoemd] te hebben, ben je eigenlijk al te laat.”
Niets doen kost je als werkgever uiteindelijk meer geld, zegt Van Beukering. „We zien vaak dat zwangere vrouwen in één keer helemaal uitvallen. Terwijl het ziekteverzuim daalt als werkgevers hun zwangere werknemers goed informeren over de risico’s en het werk eraan aanpassen. Vrouwen kunnen dan vaak doorwerken tot aan hun verlofdatum.”
„Maar”, zegt ze. „Dat moet geen doel op zich zijn. We moeten toe naar een situatie waarin vrouwen als het echt nodig is geen schroom meer voelen om zich langdurig ziek te melden tijdens hun zwangerschap.”