Partijprogramma D66 Vrijdagochtend…

Analyse

Partijprogramma D66 Vrijdagochtend presenteerde D66 het programma voor de komende verkiezingen, met daarin een hogere belasting voor particulieren met grote vermogens en een mildere toon jegens de boeren.

Dolgelukkig in Rutte IV is D66 nooit geweest; een verstandshuwelijk tussen vier partijleiders met een moeizame onderlinge verstandhouding. Maar het klappen van het kabinet begin juli was nou ook weer niet de bedoeling. Het einde van Rutte IV zette immers een streep door de vele progressieve ideeën die Sigrid Kaag twee jaar geleden met pijn en moeite in het coalitieakkoord had weten te krijgen.

„Onnodig en onverantwoord”, riep fractievoorzitter Jan Paternotte dan ook over de val van het kabinet bij de Algemene politieke beschouwingen afgelopen week. Hij vreest dat veel beleid op het gebied van klimaat, landbouw, wonen en migratie opnieuw stil komt te liggen. Vrijdagochtend presenteerde de partij het programma voor de komende verkiezingen.

Het is lang niet zeker of de nieuwe lijsttrekker Rob Jetten de herziene progressief-liberale agenda overeind weet te houden bij de volgende formatie. Als D66 überhaupt al in aanmerking komt om mee te onderhandelen na de komende verkiezingen. Recente peilingen wijzen op fors verlies van de huidige 24 Kamerzetels. Electoraal gezien lijkt zich juist een rechtse meerderheid af te tekenen.

Niettemin gaat Jetten met enthousiasme en goede moed de campagne in. „Deze verkiezingen markeren een nieuw en hoopvol moment voor Nederland”, zei hij vrijdagochtend bij de presentatie in de Haagse Schilderswijk.

Jetten kan daarbij leunen op een lijvig programma (231 pagina’s) dat op het eerste gezicht dezelfde toon en dezelfde speerpunten als het verkiezingsprogramma van twee jaar geleden bevat. Met als drie leidende thema’s: klimaat, onderwijs en een „eerlijker economie”.

Toptarief op 55 procent

Dat pleidooi voor een eerlijker economie houdt deze keer beduidend meer rekening met de middeninkomens dan in eerdere programma’s. De portee ervan: particulieren met grote vermogens, bedrijven met hoge winsten en werkenden met hoge inkomens moeten van D66 straks meer belasting gaan betalen om de lasten voor lage- en middeninkomens te kunnen verlagen. Het staat nog niet gedetailleerd uitgeschreven, maar navraag leert dat D66 een nieuw belastingtarief wil instellen van 55 procent voor inkomens boven de 115.000 euro per jaar. Het huidige toptarief ligt op 49,5 procent.

Klimaatstempel

Hoewel Jetten zelf niet in de programmacommissie zat, staat zijn stempel als (demissionair) klimaatminister er onmiskenbaar op. D66 scherpt de doelstellingen voor klimaatbeleid verder aan: Nederland moet al in 2040 klimaatneutraal zijn, en in niet in 2050, zoals nog in het vorige programma stond. En de CO2-uitstoot moet in 2030 al met 60 procent zijn teruggebracht. D66 voelt zich gesterkt doordat het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) afgelopen week berekende dat de huidige klimaatdoelen voor 2030 voor het eerst in zicht zijn: 55 procent minder uitstoot van broeikasgassen ten opzichte van 1990.

Heel concreet wil de partij, in navolging van GroenLinks-PvdA, een ‘klimaatticket’ introduceren voor het openbaar vervoer introduceren – tegen gereduceerd tarief buiten het spitsuur reizen. Daarnaast moet er een ‘klimaatbonus’ komen, een bedrag van 250 euro per jaar voor „iedere volwassene” om in de kosten tegemoet te komen die voor verduurzaming nodig zijn.

‘Klimaatdoener’

D66 lijkt zo meer en meer de kritiek te willen pareren die zij van politieke rivalen vaak krijgt: dat D66 kostbare klimaatmaatregelen van bovenaf opdringt. Rob Jetten als ‘klimaatdrammer’, noemde de VVD hem plagerig. Nu benadrukt de partij dat ambitieus klimaatbeleid voor iedereen haalbaar en betaalbaar moet zijn. Jetten speelt daarmee door zijn geuzennaam van drie jaar geleden in te wisselen voor ‘klimaatdoener’.

Ook in de landbouwparagraaf lijkt D66 meer te benadrukken dat er draagvlak moet zijn voor bescherming van de natuur en verduurzaming van de agrarische sector – iets waar het kabinet intern mee overhoop lag. De doelstelling van een halvering van de stikstofuitstoot in 2030 blijft onverminderd overeind, maar de „verschillende, passende maatregelen” zullen samen met alle betrokken partijen moeten worden uitgewerkt.

De boeren, die in de afgelopen jaren over het stikstofbeleid vaak zo boos op D66 waren, worden niet ontzien maar wel geholpen. „Boeren zitten in de knel”, schrijft het programma. Zij moeten dus ondersteund worden om de noodzakelijke transitie door te maken en uit de greep van supermarkten en de agro-industrie te komen. De kosten voor „een eerlijke prijs” voor voedsel „worden verdeeld over de keten en komen niet bij de boer terecht”. Dat is beslist een andere toon dan de „halvering van de veestapel” uit het vorige verkiezingsprogramma van D66.

Dat niet alle leden van D66 deze mildere houding ten opzichte van de agrarische sector omarmen, blijkt uit de interne verkiezingen over de kandidatenlijst voor de komende verkiezingen. Tjeerd de Groot, de landbouwwoordvoerder van D66 die met zijn uitspraken over de sanering van de veestapel de verpersoonlijking was geworden in de polarisatie tussen boze boeren en ‘Den Haag’, was door de partij op 12 gezet. De leden stemden hem afgelopen week twee plekken omhoog.