N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Reportage
Mode Tijdens de Parijse vrouwenmodeweek draaide het om draagbare en zorgvuldig ontworpen kleding – zoals het mantelpak.
Op het raderpatroon van een jasje dat de uitnodiging was, stond de showlocatie niet vermeld. Pas de avond van tevoren werd die doorgestuurd, met het verzoek die niet bekend te maken.
Balenciaga, dat het patroon verstuurde, was niet onterecht bang voor gedoe. Het modehuis ligt sinds eind vorig jaar onder vuur. In een eindejaarscampagne poseerden jonge kinderen met tassen in de vorm van teddyberen met leren tuigjes aan. Op een van de foto’s van de campagne van de samenwerking met Adidas lag op een bureau een document waarop stond dat vrijheid van meningsuiting ophoudt als het om kinderporno gaat. Balenciaga en ontwerper Demna werden internetbreed beschuldigd van niks minder dan het verheerlijken van kinderporno. Demna ging door het stof in Vogue, uithangbord Kim Kardashian distantieerde zich van het huis. Naar verluidt is de verkoop behoorlijk ingestort.
Demna is een meester in het genereren van lucratieve mode-ophef – verwoeste sneakers van 1.850 euro, een kostbare ‘Ikeatas’ van leer – maar dit keer bleef hij, niet verwonderlijk, weg van alle mogelijke controverse. De show voor najaar 2023 werd gehouden in een geheel wit gehouden zaal in het Carrousel du Louvre, het ondergrondse winkelcentrum-met-zalen. Die zalen zijn in de jaren negentig van de vorige eeuw speciaal opgetrokken om modeshows in te houden, maar worden al jaren nauwelijks meer voor dat doel gebruikt, want voor de meeste modehuizen te generiek. En dus uitermate geschikt voor deze gelegenheid. Voor de ingang waren zwarte schermen geplaatst, zodat bezoekers discreet naar binnen konden en er was extra bewaking. Maar ongeregeldheden of demonstraties waren er niet.
De eerste zeventien looks waren oversized pakken, gemaakt van broeken, zodat ook op colberts banden en riemlussen zaten. Loshangende pijpen leken op sleepjes, mannelijke en vrouwelijke modellen droegen ze met schoenen met naaldhakken. Daarna volgden vooral veel jurken, getailleerd met brede schouders en vaak lang en feestelijk, soms van geplisseerd leer. Geen ontwerpen die helemaal nieuw waren voor Demna, wel elegant en volmaakt uitgevoerd, en opvallend vrij van logo’s, alsof de naam niet te nadrukkelijk mag worden gepresenteerd. Het applaus was wat voorzichtig – het leek of aanwezigen Demna nog niet helemaal durfden te vergeven, of laten merken dat ze dat hadden gedaan.
De show en de collectie van Balenciaga waren dan weliswaar voortgekomen uit een problematische situatie, hij was tekenend voor de hele Parijse modeweek. Net als eerder de mannenmode maakt ook de vrouwenmode zich los van de casual stijl van de afgelopen jaren. Geen sneakers meer, geen logo’s, geen bestudeerde mismatches maar met zorg ontworpen, draagbare, volwassen en soms een tikje strenge kledingstukken: geklede jassen, oversized colberts en wijde rokken, pumps en andere schoenen met hoge hakken. Serieuze mode voor serieuze tijden. Kledingstukken waren vaak op elkaar afgestemd, wat het duidelijkst te zien was aan de wederopstanding van het mantelpak.
Dat was voor het laatst in de mode in de vroege jaren negentig, en is dus voor iedereen na 1980 geboren iets heel nieuws. Saint Laurent had de meeste – kokerrokken, jasjes met extreem brede schouders, diep uitgesneden tops – de sfeer van het werk van fotograaf Helmut Newton. Maar zelfs Uma Wang, een ontwerper die gespecialiseerd is in wijdvallende, rauwe mode van natuurlijk geverfde materialen had een vilten wijde rok met bijpassend jasje. Ook populair: shorts met een bijpassend jasje, veel te zien bij bijvoorbeeld Hermès, waar ontwerper Nadège Vanhee-Cybulski een van haar sterkste collecties liet zien. Outfits in steeds een fraaie kleur – donkerrood, bruin, okergeel – gecombineerd met hoge suède laarzen, jurken met Fortuny-plissés. Elegant, gekleed, maar nooit stijf.
Slepen waren behalve bij Balenciaga ook te vinden bij onder meer Rick Owens en Duran Lantink, een Nederlandse ontwerper die alleen onverkochte kleding en afgekeurde stoffen gebruikt en voor het eerst in Parijs showde. Tweedehandslegerbroeken had hij verwerkt in onder meer halterjurken. Ook automatten, bomberjacks, witte hemdjes van sponsor Hema en rugzakken waren herkenbaar terug te vinden in de ontwerpen, die een rauwe elegantie hadden. Veel bolle vormen ook – zoals bij een ‘opgeblazen’ trenchcoat samengesteld uit twee oude Burberry-jassen, de heuppartij van een bruine jurk en verschillende tops.
Die bollen stonden ook al niet op zichzelf, je zag ze eveneens veel bij Rick Owens, die zich dit seizoen enorm uitleefde met pailletten, en bij Noir, een submerk van Comme des Garçons, dat uitzinnige, fantastische, inspirende, feestelijke en ja, meestal redelijk ondraagbare ontwerpen liet zien.
Bij het Spaanse luxehuis Loewe, bekend om de artistieke, vaak licht-surrealistische ontwerpen van Jonathan Anderson, leken de wijde schachten van korte laarsjes gemaakt van de bovenkant van bruine leren broeken. Surrealistisch waren ook de jurken die een groot deel van de showcollectie vormden: eenvoudige witte jurken van een stevige zijde, met daarop een vage print van een net iets kleinere vintage jurk of, in een enkel geval, jas. Geesten, noemde Amderson de jurken. Geen nieuw idee – Martin Margiela maakte in de jaren negentig al dergelijke jurken. Maar Margiela’s oeuvre heeft inmiddels dezelfde status als dat van bijvoorbeeld Coco Chanel: een designtaal die inmiddels zo bekend is, en waaruit zo vaak is ‘geleend’, dat iedereen eruit kan putten zonder meteen beschuldigd te worden van plagiaat. Vesten bleken geen vesten van wol te zijn, maar prints op papier, er waren ‘Playmobil’- jasjes van leer die lang niet zo hard waren als ze eruitzagen en een roze, korte, strapless leren jurk die zo stijf was dat hij als object neergezet kon worden. Een mooi zacht tegenwicht waren geheel met veren bezette broeken, tops en rokken.
Eerbetoon
De geest van Margiela kwam ook af en toe subtiel terug in de collectie van Dries Van Noten: smalle jasjes met opstaande schouders over een sluike rok (een bekend Margiela-silhouet), een onafgewerkte kraag, zichtbare naaisteken die reparatie suggereerden, gebloemde stoffen die eruitzagen alsof ze op zolder gevonden waren. Van Notens show, die perfect paste in het gekledere modebeeld, was bedoeld als eerbetoon aan het koesteren van kledingstukken – de vegen goudkleurige verf en de goudkleurige steken op sommige kledingstukken deden denken aan het Japanse kintsugi, het repareren van kapot keramiek met goudkleurige lak. Veel jassen, zo vertelde Van Noten na afloop, hadden een bijzondere voering, een intiem en speciaal element voor de drager alleen.
Onder creatieve leiding van Gabriela Hearst is modehuis Chloé een echt leerhuis geworden, wat een beetje lastig te rijmen is met de duurzaamheid waar zij ook op hamert, al is al het leer dat het huis gebruikt dan ook restmateriaal van de vleesindustrie. Zoals elk leerhuis maakt ook Chloé allerlei onverwachte kledingstukken van leer, zoals een slipdress (onderjurk-jurk) met smalle bandjes. Een originele versie van een mantelpak was een jack met witte, gele en zwarte banen met bijpassende knielange rok.
Een van de shows waar dit seizoen het meest naar werd uitgekeken was het debuut van Ludovic de Saint Sernin voor Ann Demeulemeester, het modehuis dat sinds het vertrek van Demeuleester in 2014 aan het kwakkelen is geweest – de collecties wilden maar niet sprankelen of modern worden. De Saint Sernin staat bekend om zijn sexy, genderloze ontwerpen, precies het soort stijl dat wat pit in het merk zou kunnen brengen. Pit was er zeker, vooral dankzij de schuin op draad gesneden zijden rokken die soms met een korte lammy top maar vaak zonder top werden gedragen – borsten werden aan het oog onttrokken door handen of een overdwars geplaatste veer, de laatste een verwijzing naar Demeulemeester zelf, die ze altijd veel in haar collecties gebruikte. De Sernin liet ook goede pakken en leren jassen zien, maar wel veel van hetzelfde – in een seizoen waarin het draaide om bruikbare kleding kwam de collectie een tikje mager over.
Hoe verfrissend alle grotemensenmode ook was, het was prettig ook eens wat ronduit jongs te zien. Bij APC, dat net een meerderheidsaandeel heeft verkocht aan een investeringsmaatschappij, had oprichter Jean Touitou zijn zestienjarige dochter, en haar hele klas, uitgenodigd als model. Zestienjarige modellen zijn bepaald geen uitzondering, maar op de catwalk lijken ze meestal jaren ouder. In de casual, leeftijdsloze mode van APC zagen ze eruit als zestienjarigen, inclusief de strakke blik die onzekerheid moet maskeren. Toch was ook in deze collectie een mantelpak te vinden: een ongewassen jeansjack met bijpassende minirok.