Papiervisjes vreten papier

Beestjes In deze Boekenweek schrijft Aglaia Bouma over een insect dat van boeken houdt. Maar: „In bibliotheken is hun aanwezigheid niet handig.”


Foto Aglaia Bouma

In mijn woonkamer staat een krantenbak waarin een stapel van de papieren versie van mijn columns is ontstaan. Toen ik daar onlangs een van de eerste stukjes uit wilde opdiepen, schoot er een klein, zilverkleurig insect tussen vandaan, dat onmiddellijk weer verdween tussen andere knipsels. Het kostte me een hoop gegraaf en vooral vingervlugheid om het diertje tussen de papieren te lokaliseren en grijpen om in een potje te doen, zodat ik bijgaande foto kon maken. De meeste mensen zien deze insecten namelijk alleen maar als vluchtende flits of tot poeder geplet lijkje.

Zilverachtige glinstering

Ik heb het over het papiervisje, Ctenolepisma longicaudatum. De manier van bewegen, de naar achteren toe versmallende vorm en de zilverachtige glinstering van de schubben doen inderdaad denken aan een vis. Maar het is dus een insect. Het is wel echt een dier dat een vochtige omgeving nodig heeft. Als hij uitdroogt, moet hij snel op zoek naar een nattige plek om het lichaamsvocht weer aan te vullen. Dit is waarom je papiervisjes, in tegenstelling tot wat bestrijders beweren, het best in de badkamer kunt vinden. Of in de wasbak, waar ze zonder hulp niet uit kunnen komen.

Papiervisjes behoren tot de orde Zygentoma – zilvervisjes in het Nederlands. Dat is een verwarrende naam, want er bestaat ook een soort die ‘zilvervisje’ heet (Lepisma saccharina in het Latijn), tot dezelfde orde behoort, maar dus iets anders is dan een papiervisje. Papiervisjes eten papier. Het zijn echte lettervreters. Zilvervisjes eten geen papier. Ook geen zilver. Zilvervisjes eten zetmeel, net als ovenvisjes, die dus geen ovens lusten.

Verloren extremiteiten kunnen ze regenereren

De orde Zygentoma is ontstaan voordat andere insecten tijdens de evolutie vleugels ontwikkelden. Ze rennen dus onvoorstelbaar lang rond op aarde en verdienen alleen daarom al respect. Maar ze hebben meer bijzondere eigenschappen. Zo hoeven ze geen seks. Een man produceert een zijden draadje met daaraan een zaadpakketje, een zogeheten spermatofoor. Daar leidt hij een vrouw naartoe, waarna zij het pakket opneemt met haar genitale opening.

Belachelijk oud

Hun opvallend lange antennen en staartdraden raken ze gemakkelijk kwijt aan grijpgrage entomologenvingers of echte vijanden. Maar dat geeft niet. Verloren extremiteiten kunnen ze regenereren. In tegenstelling tot andere insecten stoppen ze niet met vervellen als ze volwassen zijn, maar kunnen ze langdurig groeien en intussen beschadigingen herstellen. Onder normale omstandigheden kan het zomaar drie jaar duren voor volwassenheid is bereikt en daarna kunnen ze nog net zo lang blijven leven. Voor een insect worden ze dus belachelijk oud.

Papiervisjes vreten je huis niet op; de schade die ze veroorzaken is marginaal. Ze knabbelen wat aan behang, waarbij ze een voorkeur schijnen te hebben voor groene kleurstoffen. In musea kunnen ze wel een probleem vormen, want ze helpen voor hun eiwitbehoefte bij het opruimen van dode insecten, ook als die zich in een collectie bevinden. En ze houden van schilderijen. In bibliotheken is hun aanwezigheid evenmin handig. Ze verslinden boeken. Dat vinden we alleen positief als een mens het doet.

Columns lusten ze dus ook. Ik ben benieuwd wanneer dit stukje wordt opgeruimd.