Paniekknoppen, meewandelaccounts, en SOS-armbandjes brengen jonge meisjes niet veilig thuis

Tegenwoordige tijd Meisjes zijn net zo op hun hoede als hun moeders destijds, ziet Sarah Meuleman. Is er niets veranderd sinds #MeToo?

Foto Getty Images
Foto Getty Images

Mijn dochter van dertien is te laat. Een half uur na de afgesproken tijd stormt ze binnen met vuurrode wangen. Ze kijkt me aan alsof haar iets is overkomen dat ze maar nét heeft overleefd. „Ik kon schuilen”, zegt ze. „Achter een muurtje.” Ik vraag waarvoor. „De pedo.”

Op weg naar huis werd ze achtervolgd door een oudere man. Hij zag er, zo vertelt ze, smoezelig uit en kwam steeds dichterbij. Ze probeerde sneller te lopen maar hij haalde haar in en sprak haar aan. Hij wees naar haar zware tas en vroeg of hij die voor haar kon dragen. Mijn dochter zei van niet, liep door, langs ons huis omdat ze niet wilde dat de man zou weten waar ze woont.

Prooi

Dit is het punt waarop ik als moeder trots zou moeten zijn dat mijn dochter de situatie verstandig heeft ingeschat, dat ze voorbij haar thuis gelopen is om zich een paar straten verder achter een muurtje schuil te houden, af en toe om de hoek kijkend, tot de man verdwenen was. Haar verhaal stemt me niet trots, maar treurig. Mijn meisje liep over straat en voelde zich opgejaagd, een prooi.

Ze is niet alleen. De hashtag #textmewhenyougethome nam vorig jaar een vlucht als afscheidsritueel onder meisjes: geef me een seintje als je veilig bent thuisgekomen. Uit recent onderzoek naar straatintimidatie door het CBS blijkt dat twee op de drie vrouwen tussen de 12 en 25 jaar wel eens zijn lastiggevallen.

„Was je bang?” vraag ik mijn dochter. Ze haalt haar schouders op: „Ik vond het gewoon stom.” Iedereen krijgt te maken met viespeuken, zegt ze. Haar bestie werd onlangs in een pashokje door een vreemde man bespied. „Maar waarom moeten wij steeds de zwakke zijn?” fronst ze boos. „Meisjes hebben ook macht. Als mannen het verdienen ons onveilig te laten voelen, dan verdienen wij hetzelfde. Als we allemaal pepperspray meenemen, worden zij de prooi.”

Voor jonge meisjes is de straat een plaats waar mannelijkheid een dreiging lijkt waartegen ze niet zijn opgewassen

Haar uitspraak verrast me en zegt vooral veel over het verlangen van meisjes het nare gevoel van onveiligheid weg te maken en de machtsbalans te herstellen. Maar het verraadt ook dat voor jonge meisjes (want het zijn bijna altijd meisjes) de straat een plaats is waar macht regeert en mannelijkheid in bepaalde situaties een wapen lijkt, een dreiging waartegen ze niet zijn opgewassen.

Is het een fact of life? Dat vrouwen prooi zijn en mannen jagen? Is het een biologisch gegeven waar vrouwen ‘gewoon’ mee moeten leven? Een scala aan technologische snufjes schiet de jonge generatie te hulp: paniekknoppen op de iPhone, SOS-armbandjes, de Instagram meewandel-account @Violawalkhome. Gadgets die ervoor moeten zorgen dat meisjes zich veiliger voelen op straat. Hip en handig, maar uiteindelijk niets dan symptoombestrijding tegen een eeuwenoud probleem dat geen enkel gadget oplost.

Mijn dochter vraagt me of ik ooit iets dergelijks heb meegemaakt. Ik zwijg, wil liever niet bekennen dat ik me oneindig vaak prooi heb gevoeld. Ik wens haar andere ervaringen toe, maar kan de waarheid niet verbloemen. Mijn dochter van dertien heeft de jager herkend. Ze zal nu nog vaker over haar schouder kijken en dat zal ze blijven doen, een leven lang.