EU stelt tegenmaatregelen Amerikaanse importtarieven opnieuw uit

De Europese Unie (EU) heeft het invoeren van geplande tegenmaatregelen tegen de Amerikaanse importtarieven opnieuw uitgesteld, dit keer tot begin augustus. Dat melden internationale persbureaus zondag. Europese Commissievoorzitter Ursula von der Leyen geeft nog altijd de voorkeur aan het sluiten van een overeenkomst met de Verenigde Staten, zei zij zondag.

In april stelde de EU het invoeren van de maatregelen met negentig dagen uit in de hoop tot een overeenkomst te komen. Die negentig dagen zijn nu verstreken, zonder dat er een overeenkomst met de VS is bereikt. Het is niet duidelijk wat de tegenmaatregelen precies zouden behelzen, wel zou zo’n 21 miljard aan Amerikaanse export erdoor getroffen worden. De maatregelen zijn officieel al aangenomen door de Europese Commissie, maar worden nu dus op zijn vroegst begin augustus van kracht.

De Europese tegenmaatregelen zijn een reactie op de importheffingen van 25 procent op staal en aluminium die de Verenigde Staten onder de regering-Trump hebben ingevoerd. Die heffingen zijn onderdeel van een grotere handelsoorlog die de Amerikaanse president Donald Trump in april dit jaar ontketende. Daarbij wordt met name import uit China en uit de Amerikaanse buurlanden Canada en Mexico belast. Zaterdag dreigde Trump met een tarief van 30 procent voor de Europese Unie, hetzelfde tarief dat geldt voor de meeste Chinese producten.

Lees ook

Is het na 1 augustus dan wel voorbij? Trump zal verwarring blijven zaaien met steeds weer nieuwe heffingen

Producten van het Zuid-Koreaanse Samsung, in een winkel in Miami (Florida). Samsung krijgt mogelijk vanaf 1 augustus te maken met een Amerikaanse importheffing van 25 procent. Foto Joe Raedle/Getty Images

Liveblog
Economieblog


‘Schadelijk’ en ‘polarisatie voorkomen’: Europese leiders reageren op Trumps aankondiging importheffingen

‘Schadelijk’ en ‘polarisatie voorkomen’: Europese leiders reageren op Trumps aankondiging importheffingen


Hoe het Kwaku Festival in de Bijlmer ‘een meesterstukje integratie’ werd

Met een grote fles Parbo bier schuifelt Jules Lieveld (71) zaterdagmiddag door de rook van een drie meter lange barbecue vol tilapia’s. De dansvloer van tent La Spang staat vol. Op de rollende kaseko-muziek van de Surinaamse formatie Amantare danst iedereen met elkaar. Elk jaar komt Jules Lieveld vanuit Spijkenisse naar het Kwaku Summer Festival in de Bijlmer. Kwaku begon vijftig jaar geleden als een voetbaltoernooi. Hij voetbalde mee vanaf de eerste editie in 1975, met zijn Amsterdamse neven: „Wij waren de Lieveld Boys”.

Inmiddels komen er in de vier weekenden van het festival in totaal tussen de 120.000 en 150.000 bezoekers. Kwaku is dé plek waar Surinaams-Antiliaans Nederland elkaar ontmoet. Jules Lieveld kan geen twintig meter lopen of hij komt iemand tegen. Tussen de tientallen eetkraampjes met fladder (de maag van een koe in kruidige bouillon), vleesworst en schaafijs klinkt overal muziek. „Gezellig, gezellig, gezellig!” roept de MC bij tent Waterkant door de speaker die op maximaal volume staat. Het voetbal verdween langzaam uit het programma. Helemaal achterin het Nelson Mandelapark ligt nog een voetbalveldje waar de jeugd tot zestien jaar wedstrijden van vier tegen vier speelt.

Het voetbal was ooit het hart van het Kwaku Festival, maar is minder belangrijk geworden.

Foto Simon Lenskens

Allan Sedney (51) kwam als kleine jongen elk weekend naar Kwaku. Het is wel veranderd in die jaren, zegt hij: „Het is nu beter geregeld en je ziet ook ultra Hollandse gezinnen hier lekker eten en genieten, dat vind ik mooi.” Vandaag staat hij zijn zoon Yves (11) aan te moedigen bij het veldje. De Rotterdamse Yves verliest een schoen maar scoort alsnog twee keer. Zijn drie teamgenootjes uit Krommenie, Hoofddorp en Amsterdam kende hij nog niet. „We maken hier een team en dan worden we vrienden, zo gaat het elk jaar,” zegt Yves.

We maken hier een team en dan worden we vrienden, zo gaat het elk jaar

Yves (11)
voetballer op Kwaku

Pilaren als kleedkamers

„Om te begrijpen hoe Kwaku is ontstaan, moet je de geschiedenis van de Bijlmer begrijpen”, zegt mede-oprichter Roy Groenberg (72). In 1963 begon de gemeente met de bouw van de nieuwe, veelbelovende wijk Bijlmermeer. Tien jaar later stond een groot deel van de 18.000 woningen leeg, de witte middenklassegezinnen waar de wijk voor bedoeld was, bleven weg. In de aanloop naar de onafhankelijkheid van Suriname in 1975 komen veel Surinamers naar Nederland en naar de Amsterdamse Bijlmer.

Onder hen Groenberg, die in 1973 naar Amsterdam kwam: „Er was helemaal niks te doen in de Bijlmer, we waren afgesloten van de rest van Amsterdam.” De beloofde metro was nog niet aangelegd, er waren geen supermarkten. Zo ontstonden avondwinkeltjes en kapperszaken vanuit kelderboxen.

Groenberg, die dan een opleiding tot sociaal-cultureel werker volgt, richt in 1975 Stichting jongerencentrum Kwakoe op. In de zomer trekken de meeste kinderen de stad uit, de Surinaamse kinderen gaan niet op vakantie. Samen met wijlen Dennis Rust organiseert hij voor de achterblijvers het eerste zesweekse voetbaltoernooi op het grasveld waar nu winkelcentrum de Amsterdamse Poort staat.

Een optreden op het festival in Amsterdam Zuidoost. <p>Foto Simon Lenskens</p>

Foto Simon Lenskens

Een terrasje op het Kwaku Festival <p>Foto Simon Lenskens</p>

Foto Simon Lenskens

Koks aan het werk op het festival <p>Foto Simon Lenskens</p>

Foto Simon Lenskens

Op tal van plekken wordt gedanst.

Foto Simon Lenskens

Guilly Koster (71) is dan twintig, woont in de Bijlmer en op zoek naar zijn plek in Nederland. In het centrum van Amsterdam wordt hij vaak geweigerd bij cafés. „Het was een tijd waarin mensen ‘Surinamers weg!’ op het asfalt kalkten,” zegt Koster. Op het voetbaltoernooi voelde hij zich thuis. „Na het voetballen spraken we met elkaar, hoe je uit de bak bleef, waar je werk kon vinden.” De pilaren van de Bijlmerdreef waren de kleedkamers, hoopjes kleren waren de doelpalen. Tantes verkochten geschilde sinaasappels op ijs en roti vanuit kofferbakken.

Er kwam iemand met een gitaar en toen iemand met een ghettoblaster. Binnen een paar jaar groeide Kwaku uit tot een ontmoetingsplek voor migranten uit heel Nederland. „Het is een meesterstukje integratie”, aldus Koster.

Kwaku is nog steeds de basis voor de Surinaamse gemeenschap in Nederland en daarbuiten

Ivette Forster
organisator Kwaku

Een hek eromheen

Begin 2000 barst het grasveld in Amsterdam-Zuidoost uit zijn voegen. Het dan nog gratis toernooi trekt zo veel mensen dat de veiligheid niet meer te waarborgen is. Na een paar opstootjes en betalingsachterstanden trekt de gemeente in 2010 de stekker eruit. Via een openbare aanbesteding keert Kwaku in 2013 terug. „Er moest een hek omheen en entreegeld komen,” zegt huidige organisator Ivette Forster, die de aanbesteding destijds won. De twee euro vijftig entreegeld zet kwaad bloed bij veel vaste Kwaku-gangers. „Het begin was even moeilijk, maar toen mensen doorhadden dat er nu toiletten en loopplanken waren, bleek het allemaal wel mee te vallen”, aldus Forster.

<figure aria-labelledby="figcaption-0" class="figure" data-description="Allan Sedney (51) met zijn zoon Yves (11)

Foto Simon Lenskens

” data-figure-id=”0″ data-variant=”grid”><img alt data-description="Allan Sedney (51) met zijn zoon Yves (11)

Foto Simon Lenskens

” data-open-in-lightbox=”true” data-src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/07/hoe-het-kwaku-festival-in-de-bijlmer-een-meesterstukje-integratie-werd-5.jpg” data-src-medium=”https://s3.eu-west-1.amazonaws.com/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/07/13154613/data134908368-cdfad9.jpg” decoding=”async” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/07/hoe-het-kwaku-festival-in-de-bijlmer-een-meesterstukje-integratie-werd-28.jpg” srcset=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/07/hoe-het-kwaku-festival-in-de-bijlmer-een-meesterstukje-integratie-werd-26.jpg 160w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/07/hoe-het-kwaku-festival-in-de-bijlmer-een-meesterstukje-integratie-werd-27.jpg 320w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/07/hoe-het-kwaku-festival-in-de-bijlmer-een-meesterstukje-integratie-werd-28.jpg 640w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/07/hoe-het-kwaku-festival-in-de-bijlmer-een-meesterstukje-integratie-werd-29.jpg 1280w, https://images.nrc.nl/vnJhNTGuwTRmrSczn–2PPpoqtQ=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/07/13154613/data134908368-cdfad9.jpg 1920w”>

<figure aria-labelledby="figcaption-1" class="figure" data-description="Nikia Saunders (17)

Foto Simon Lenskens

” data-figure-id=”1″ data-variant=”grid”><img alt data-description="Nikia Saunders (17)

Foto Simon Lenskens

” data-open-in-lightbox=”true” data-src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/07/hoe-het-kwaku-festival-in-de-bijlmer-een-meesterstukje-integratie-werd-6.jpg” data-src-medium=”https://s3.eu-west-1.amazonaws.com/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/07/13154606/data134908239-4ae3eb.jpg” decoding=”async” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/07/hoe-het-kwaku-festival-in-de-bijlmer-een-meesterstukje-integratie-werd-32.jpg” srcset=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/07/hoe-het-kwaku-festival-in-de-bijlmer-een-meesterstukje-integratie-werd-30.jpg 160w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/07/hoe-het-kwaku-festival-in-de-bijlmer-een-meesterstukje-integratie-werd-31.jpg 320w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/07/hoe-het-kwaku-festival-in-de-bijlmer-een-meesterstukje-integratie-werd-32.jpg 640w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/07/hoe-het-kwaku-festival-in-de-bijlmer-een-meesterstukje-integratie-werd-33.jpg 1280w, https://images.nrc.nl/ng1hxU5hofnro36u8hfMVOpx8ew=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/07/13154606/data134908239-4ae3eb.jpg 1920w”>

<figure aria-labelledby="figcaption-2" class="figure" data-description="Jules Lieveld (71)

Foto Simon Lenskens

” data-figure-id=”2″ data-variant=”grid”><img alt data-description="Jules Lieveld (71)

Foto Simon Lenskens

” data-open-in-lightbox=”true” data-src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/07/hoe-het-kwaku-festival-in-de-bijlmer-een-meesterstukje-integratie-werd-7.jpg” data-src-medium=”https://s3.eu-west-1.amazonaws.com/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/07/13154609/data134908215-ed7510.jpg” decoding=”async” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/07/hoe-het-kwaku-festival-in-de-bijlmer-een-meesterstukje-integratie-werd-36.jpg” srcset=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/07/hoe-het-kwaku-festival-in-de-bijlmer-een-meesterstukje-integratie-werd-34.jpg 160w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/07/hoe-het-kwaku-festival-in-de-bijlmer-een-meesterstukje-integratie-werd-35.jpg 320w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/07/hoe-het-kwaku-festival-in-de-bijlmer-een-meesterstukje-integratie-werd-36.jpg 640w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/07/hoe-het-kwaku-festival-in-de-bijlmer-een-meesterstukje-integratie-werd-37.jpg 1280w, https://images.nrc.nl/WlBOt5pa5rsPerqCvxjRnvqckNI=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/07/13154609/data134908215-ed7510.jpg 1920w”>

<figure aria-labelledby="figcaption-3" class="figure" data-description="Festivalorganisator Ivette Forster

Foto Simon Lenskens

” data-figure-id=”3″ data-variant=”grid”><img alt data-description="Festivalorganisator Ivette Forster

Foto Simon Lenskens

” data-open-in-lightbox=”true” data-src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/07/hoe-het-kwaku-festival-in-de-bijlmer-een-meesterstukje-integratie-werd-8.jpg” data-src-medium=”https://s3.eu-west-1.amazonaws.com/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/07/13154611/data134908269-61f5ed.jpg” decoding=”async” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/07/hoe-het-kwaku-festival-in-de-bijlmer-een-meesterstukje-integratie-werd-40.jpg” srcset=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/07/hoe-het-kwaku-festival-in-de-bijlmer-een-meesterstukje-integratie-werd-38.jpg 160w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/07/hoe-het-kwaku-festival-in-de-bijlmer-een-meesterstukje-integratie-werd-39.jpg 320w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/07/hoe-het-kwaku-festival-in-de-bijlmer-een-meesterstukje-integratie-werd-40.jpg 640w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/07/hoe-het-kwaku-festival-in-de-bijlmer-een-meesterstukje-integratie-werd-41.jpg 1280w, https://images.nrc.nl/gqfRZim0Oe4HXuBEIL0_yYmXfO8=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/07/13154611/data134908269-61f5ed.jpg 1920w”>

Festivalbezoekers Allan en Yves Sedney, Nikia Saunders en Jules Lieveld en organisator Ivette Forster

Foto’s Simon Lenkens

Inmiddels kost een kaartje vijftien euro per dag, en dat is eigenlijk nog te weinig om het hele terrein een maand lang draaiende te houden, zegt Forster. Op vrijdagen zijn er sinds 2017 concerten met grote namen als Earth, Wind and Fire en Frenna, die ander publiek trekken en de rest van het festival bedruipen. „De aard van Kwaku is niet veranderd”, zegt Ivette Forster. „Het is nog steeds de basis voor de Surinaamse gemeenschap in Nederland en daarbuiten.” Een tv-ploeg van de Surinaamse zender STVS loopt in rode t-shirts op het terrein rond. Zij zenden het feest in de Bijlmer de hele maand lang live uit in Suriname.

Met vier officiële podia, schone toiletten en talloze zelfverklaarde dansvloeren bij eettentjes doet Kwaku niet onder voor andere festivals. Dat de ticketprijzen meevallen beaamt Nikia Saunders (17) uit Arnhem. Ze treedt vandaag op bij Tha Block, het door jongeren geprogrammeerde podium. „Andere festivals zijn minstens zeventig euro, dat kan ik niet betalen.” Op de aanstekelijke beats van jong talent Kleine John en Chavanté danst Nikia met een groepje meiden uit Almere. „We hebben elkaar net ontmoet, dat gaat hier heel makkelijk.”

Lees ook

Festivalzomer 2025


Als hij méér probeert te zijn dan alleen grof, is Ricky Gervais op zijn best

Ricky Gervais – 64 jaar inmiddels, en hij lijkt populairder dan ooit – heeft twee overtuigingen die hij graag uitspreekt: 1) op het podium moet je alles kunnen zeggen, en 2) God bestaat niet. Die eerste is onder comedians inmiddels een open deur geworden, de tweede een nogal oppervlakkige benadering van religie. Toch lijkt hij er zelf nog altijd van onder de indruk, en de laatste jaren heeft dit zijn weerslag gehad op zijn stand-upcomedy.

In zijn nieuwste show, Mortality – de losse rode draad erin is ‘ouder worden’ –, waarmee hij dit weekend twee keer in een uitverkocht AFAS Live stond, gebeurt dat opnieuw. Maar zeker niet de hele avond.

Al begon het gevaarlijk in Amsterdam, al was dat niet gevaarlijk in de zin van ‘stoer en onafhankelijk’, zoals Gervais dat zelf voor ogen heeft. Nee, het was gevaarlijk voor de kwaliteit van de show: alwéér ging het over de vrijheid van meningsuiting. Wéér over de klachten die Netflix ontving na zijn vorige special. En om de zoveel tijd wéér dat bekende trucje na een harde grap: „Oef, deze gaat de Netflix-uitzending niet halen”.

In het universum van Gervais is verontwaardiging over zijn voorstellingen een soort kwaliteitsmeter

In het universum van Gervais is verontwaardiging over zijn voorstellingen een soort kwaliteitsmeter. Wat natuurlijk onzin is, verontwaardiging verhoudt zich tot kwaliteit zoals mannen met tatoeages zich verhouden tot voetbal: er bestaat een zekere overlap, maar daar is alles mee gezegd.

Een andere geliefde categorie van Gervais sluit hierop aan: het grove om het grove. Zo voert hij een buurman in Pakistan op die aanbelt voor seks met een meisje. Maar helaas, het meisje is nog niet ongesteld. Wat de buurman dan gaat doen? Een homo van het dak smijten, wellicht, zegt Gervais. Ja, het is grof en ongevoelig, maar voor een comedian is nog belangrijker dat de grap saai is, voorspelbaar, al duizenden keren gedaan.

Grof én sterk

Dat wil natuurlijk niet zeggen dat grof per definitie slecht is. Op andere momenten is Gervais grof en sterk tegelijk. Zo is er een vermakelijke fantasie waarin Gervais in de gevangenis belandt en niemand hem wil verkrachten, wat hij ook probeert. Hij houdt een pleidooi voor pesten omdat het altijd gepeste jongetjes zijn die later seriemoordenaar worden, en je kunt er maar beter vroeg bij zijn.

Ricky Gervais. Foto STEVO ROOD

Gervais is intelligenter, subtieler en vooral zelfkritischer dan hij meestal lijkt. Dat komt bijvoorbeeld naar de oppervlakte in een uitgebreide verklaring waarom hij zo vaak op het christendom inhakt en zelden op de islam. Ligt aan zijn christelijke opvoeding, legt hij uit, hij wil de cultuur belachelijk maken die hij het beste kent. Daarna, na een korte stilte: „No, I’m shit-scared, obviously.” Dan ineens lijkt hij te begrijpen wat er in ander materiaal aan schort: „Ik ben eerlijk, maar ik ben niet moedig.”

Zijn filosofischer verhandelingen mogen er ook zijn. Hij heeft een sterk betoog over de tijd- en plaatsafhankelijkheid van onze morele overtuigingen. Driehonderd jaar geleden was Gervais misschien wel slavenhouder geweest, zegt hij, alleen dan wel een van de goeie; hij zou iedereen netjes behandelen. Ook dit stuk is grof, maar dat is slechts de stijl waarin hij een overtuigend verhaal giet. Het werkt niet per se omdat het grove grappen zijn, het werkt omdat hij laat zien hoe mensen voor zichzelf recht praten wat krom is: we doen slechte dingen, maar op de goede manier.

Ricky Gervais in Amsterdam. Foto STEVO ROOD

Je moet van deze momenten genieten, want meteen daarna komen de platgetreden paden weer. Tegenwoordig hoef je niet meer deugdzaam te zijn, zegt Gervais, je hoeft alleen maar op sociale media te zeggen dat je deugdzaam bent. Een theorie die tien jaar geleden op Twitter al niet meer origineel was.

En aan het eind is er toch weer dat stokpaardje. „We hebben een raar decennium achter de rug”, zegt hij, „waarin mensen ons probeerden te vertellen waar we wel en niet om mochten lachen. Maar we hebben ons verzet en we hebben gewonnen, so fuck them.”

Prima, Gervais, je hebt gewonnen. Hopelijk kun je dit in een volgende show dan eindelijk laten rusten.


Welke patiënt krijgt etalagebenen? Wie krijgt een bloeding? ‘In de vaatchirurgie valt nog zoveel te onderzoeken’

Kak Khee Yeung (Eindhoven, 1984) was achttien toen ze besloot niet door te gaan als professioneel ballerina. Ze danste sinds haar tweede. „Mijn ouders zeiden dat ik naar de lange termijn moest kijken”, zegt ze. „Wat als je dertig bent?”

Zo werd het geneeskunde. Nu is ze hoogleraar vaatchirurgie in Amsterdam UMC, met ‘gepersonaliseerde therapie’ als leeropdracht. Op vrijdag 4 juli sprak ze haar inaugurele rede uit: Iedereen is anders. Het beeldscherm naast de katheder toonde de handen van haar vader, die in Chinese tekens eeuwenoude wijsheden kalligrafeerde. Yin en yang, onder andere. Tegengestelde, maar complementaire krachten die met elkaar in balans moeten zijn voor een goede gezondheid.

Haar vader is er ook bij als ze de maandag erna thuis over haar onderzoek vertelt, maar hij praat niet mee. Hij is bezig met de bossen bloemen die ze na haar oratie gekregen heeft. Hij zet thee, Chinese thee. En als hij al hoort wat zijn dochter over hem vertelt, dan laat hij dat niet merken. Hij kwam, net als de moeder van Kak Khee, in de jaren zeventig illegaal naar Nederland om geld te verdienen voor zijn jongere broers en zussen in Hongkong, dan konden die naar school. Hij begon, met de moeder van Kak Khee, een Chinees restaurant en ze zetten alles op alles om hun dochter, hun enige kind, vooruit te helpen. Ze deed eindexamen gymnasium in alle vakken en speelde zo goed piano dat ze ook conservatorium heeft overwogen. Ze speelt nog steeds piano en daarbij sinds twee jaar viool. En ja, ze danst nog, maar alleen voor zichzelf. Ze heeft boven in haar huis een dansstudio ingericht, met spiegels en een barre, naast de sportstudio van haar man. Hij is advocaat.

Het bloedvat ziet er normaal uit en opeens, bám, barst het open

In je eerste jaar geneeskunde, vertelde je in oratie, voelde je je al aangetrokken tot de vaatchirurgie.

„Door een college van professor Wisselink, waarin hij een operatie liet zien met een robot op een aneurysma in de aorta, een ziekelijke verwijding in de grote lichaamsslagader. Ik dacht: dit is het. Ik was sowieso geïnteresseerd in chirurgie en innovatieve techniek, in anatomie en biologie, en hierin kwam dat allemaal samen. Na het college ben ik naar hem toegegaan en toen kon ik mee gaan doen met onderzoek. Ik keek mee op de OK. Later heb ik nog wel gedacht aan hartchirurg of hersenchirurg, maar toen had ik al zoveel kennis over vaatchirurgie dat het beter was om daarmee door te gaan.

„Wat me erg aanspreekt is het acute van het vak. Iemand komt binnen met een gebarsten aneurysma en je moet direct handelen. En: bloedvaten zitten overal, dus je werkt samen met de traumachirurg, de oncologisch chirurg, de hartchirurg, de hersenchirurg, de transplantatiechirurg. En: hart- en vaatziekten horen in Nederland bij de belangrijkste doodsoorzaken en heel veel is nog niet uitgeplozen. Dat spreekt me ook erg aan: dat er nog zoveel te onderzoeken valt.”

Je hebt onderzocht hoe die ziekelijke vaatverwijdingen ontstaan.

„Na mijn proefschrift, ja.” Haar proefschrift was al klaar toen ze op haar vijfentwintigste afstudeerde. „Gaandeweg mijn promotieonderzoek zag ik dat de gladde spiercellen in de vaatwand een cruciale rol spelen bij het ontstaan van een aneurysma. Die spiercellen worden ziek en dat kan komen door roken, door fijnstof of iets anders in de omgeving, of doordat het in de familie zit, en die zieke spiercellen kunnen niet goed tegen een te hoge bloeddruk. Ze gaan dood. Of ze veranderen in witte bloedcellen, om het ontstekingsmechanisme tegen te gaan. En dan gaat het van kwaad tot erger, want er blijven minder spiercellen over om die te hoge bloeddruk op te vangen. De onderlinge verbindingen worden wankel en je krijgt een verwijding die op den duur wel vijf of tien centimeter in doorsnee kan worden. Of je krijgt een scheur in de binnenwand, waardoor er bloed kan komen tussen de binnenwand en de buitenwand. Dat zie je niet, het bloedvat ziet er normaal uit en opeens, bám, barst het open.”

Ze voegt al jaren geen zout meer toe aan haar eten. ‘Zout is echt heel slecht voor je bloedvaten’

Van alle mannen boven de vijftig in Nederland heeft 2 tot 4 procent een aneurysma in de aorta. Vrouwen van boven de vijftig: tegen de 2 procent. Vaak weten mensen het niet, een aneurysma wordt meestal bij toeval ontdekt. Of als het gaat bloeden. Kak Khee Yeung – ze vertelt het als een terzijde – voegt al jaren geen zout meer toe aan haar eten. „Zout is echt heel slecht voor je vaten, want het verhoogt je bloeddruk en indirect je cholesterol. Het is slecht voor je nierfunctie.” Dierlijk vet of gehard vet – ook heel slecht voor de vaten, zeker bij grote hoeveelheden en weinig lichaamsbeweging, dan blijft het plakken aan de vaatwanden – at ze toch al niet. Heeft ze van haar moeder, zegt ze. Geen dierlijk of gehard vet, alleen olie. En geen alcohol. „Ik kan niet tegen alcohol.”

Je zet nu een model op waarmee je kunt voorspellen of een aneurysma binnen afzienbare tijd zal barsten.

„En welke patiënten er nog een ziekte bij krijgen, zoals etalagebenen” – vernauwingen of verstoppingen in de slagaderen in de benen – „of bij wie de ziekte snel zal verergeren. We verzamelen datasets van groepen patiënten en dankzij artificiële intelligentie beginnen we nu verbanden te zien tussen geslacht, leeftijd, medicijngebruik, eerdere of andere ziektes, leefstijl, omgeving, genen. Over een jaar of drie kunnen we beter bepalen wat de beste behandeling is – medicijnen, een operatie – en of behandeling wel nodig is. We kunnen patiënten gericht advies geven. Ja, uw vader heeft altijd zonder problemen gerookt, maar in úw geval… Of: als u nu stopt met zout eten, hoeft u zich het komende jaar geen zorgen te maken.”

Heb je al een idee van wat eruit gaat komen?

„We zien al dat het diabetesmedicijn metformine mogelijk de groei van aneurysmata in de aorta remt. We zien wat we al een beetje wisten: dat nierfalen en COPD die aneurysmata verergeren. We zien dat een combinatie van drie factoren – een bepaalde druk op de vaatwand, een bepaalde vorm van het aneurysma, de aanwezigheid van stolsels – heel goed voorspelt dat een aneurysma zal gaan groeien.”

Maak je mee dat patiënten zeggen: laat mij maar doodgaan aan dat aneurysma, lekker snel?

„Ze zeggen dat wel, zeker als ze oud zijn. Boem, weg. Maar voor de partner of de kinderen is dat vaak wel erg. Er zijn mensen die niet kunnen slapen van de stress als hun partner een aneurysma heeft. Ik wil je zo niet vinden. En als het dan gebeurt, dan heb je geen afscheid kunnen nemen. Dus de meeste patiënten, in elk geval patiënten die niet dementerend zijn, kiezen voor behandeling.”


Toiletteren op het werk: kan het ook leuker?

Dilemma

Naar de wc gaan op het werk, zeker als het om poepen gaat, is voor velen geen

favoriete bezigheid. De wc’s zijn niet altijd schoon, soms in beperkte aantallen aanwezig, en je loopt het risico dat je door je collega’s wordt gehoord, gezien én geroken. Maar wat is het alternatief? Vijf dagen in de week je behoefte ophouden? Met geknepen billen toch maar de daad volbrengen? Of kan het ook anders?

Poeproutine

Poepen, het lijkt vaak een lollig onderwerp, maar poepschaamte is voor sommige mensen wel degelijk een probleem. Volgens onderzoek vindt 61,6 procent van de Nederlanders poepen op het werk ongemakkelijk, 60,6 procent gaat alleen buitenshuis als het écht niet anders kan en 13,2 procent doet helemaal nooit een grote boodschap buiten de deur. „Poepen is een groot taboe. We krijgen al sinds jongs af aan het idee dat het vies is en je er niet over hoort te praten”, zegt maag-darm-leverarts Marc van Milligen de Wit. „Daarbij zit het diep in onze natuur verankerd dat poepen een kwetsbaar moment is. Als mensen vroeger in het wild moesten poepen, was je een makkelijke prooi.”

Niet gek dus, zegt Van Milligen de Wit, dat we niet graag poepen in een andere omgeving dan thuis. En zeker op het werk wil je je natuurlijk niet graag kwetsbaar voelen. Mensen zijn vaak bang dat anderen geuren of geluiden van hen opvangen. Maar dit vijf dagen per week acht uur lang uit de weg gaan, kan problemen opleveren. „Sommige mensen ontwikkelen op deze manier echt een fobie voor poepen buitenshuis. Het zogenoemde Shy bowel syndrome”, zegt van Milligen de Wit. Met alle gevolgen van dien, zo kan er obstipatie ontstaan, buikkramp en aambeien. „Een dag je aandrang uitstellen is natuurlijk geen probleem, maar uit onderzoek blijkt dat als je dit een week doet, het maanden kan duren voordat het normale patroon van je stoelgang zich weer herstelt.” Luister dus zo mogelijk altijd naar je aandrang, is zijn advies. Of pas desnoods je poeproutine aan. „Je kan jezelf aanleren om elke ochtend te gaan, door bijvoorbeeld eerder op te staan en goed te ontbijten. Zo kun je poepen op het werk vermijden.”

Sociaal spoelen

Voor sommige mensen gaat dit helaas niet op. Voor mensen met het prikkelbare darmsyndroom bijvoorbeeld, maar ook voor mensen die veel stress ervaren, zegt Sophie van Zonneveld. Als neurowetenschapper doet zij onderzoek naar de relatie tussen de hersenen en de darmen. „Darmen zijn, na de hersenen, de organen met de meeste zenuwen, ze zijn ontzettend gevoelig voor signalen vanuit ons hele lichaam. Ze worden ook wel het tweede brein genoemd.” Als je bijvoorbeeld zenuwachtig bent voor een presentatie of een meeting, kan dit meteen effect hebben op je darmen, waardoor je per direct naar de wc moet rennen.

Onze darmen en onze poep vertellen ons veel over onszelf, zegt Van Zonneveld, en poepen zou dan ook genormaliseerd moeten worden. Ze vindt daarom dat op elk kantoortoilet een Bristol Stoelgangkaart – een kaart met daarop zeven categorieën poep van zacht naar hard – zou moeten komen te hangen. „Om erover te leren praten en omdat je poep een belangrijke pijler van je gezondheid is.” Ook humor kan helpen het taboe te doorbreken. „Als er in het kantoortoilet bijvoorbeeld ‘ssst, niet te hard poepen, je collega’s horen je’ zou hangen, haalt dat de druk er juist van af.” We moeten onze poep serieus nemen, maar het poepen zelf luchtiger maken, vindt Van Zonneveld.

Toch heeft ze nog wel een tip voor wie echt niet door collega’s gehoord wil worden tijdens een nummer twee: „Sociaal spoelen, alvast doortrekken terwijl je aan het poepen wordt, zodat het geluid wordt gemaskeerd en de geur minder lang blijft hangen.”

‘Een stukje toiletbeleving’

We moeten ongeveer vijf tot zeven keer per dag naar de wc. En op het toilet van ons werk brengen we maar liefst 33,5 uur per jaar door, blijkt uit wereldwijd onderzoek van het Britse onderzoekbureau Opinion Matters. Toch vergeten werkgevers vaak aandacht te besteden aan de toiletruimte, ziet Saskia Martinelli, design manager bij toiletontwerp- en renovatiebedrijf Toletto. Wettelijk gezien hoeft de werkgever er alleen maar voor te zeggen dat er ‘voldoende toiletten aanwezig zijn’ (ongeveer één per vijftien werknemers), maar je kan zóveel meer doen dan dat, zegt Martinelli. „Een werkgever moet zich inleven in wat de werknemer ervaart tijdens het toiletbezoek. Hierbij staan ruiken, zien, voelen, horen, en privacy centraal.” Etherische olie voor de geur, visuals op de muur voor een gevoel van rust en ruimte, geluidsdichte deuren, sensorkranen zodat je niks hoeft aan te raken, en muziek om de plas- en poepgeluiden te overstemmen kunnen volgens haar het wc-bezoek op de werkvloer een stuk aangenamer maken.

Gaston Plantaz van CWS Hygiene – een bedrijf dat hygiëneproducten levert aan organisaties – vindt dat de toiletervaring hoort bij de totaalervaring. „Een goed toilet is net zo belangrijk als goede koffie”, zegt hij. Gelukkig ziet hij dat er langzaam meer aandacht komt voor „een stukje toiletbeleving”. En dat draait niet alleen maar om hygiëne, maar ook bijvoorbeeld om duurzaam wc-papier van bamboe of menstruatieproducten op het vrouwentoilet. „Daardoor laat je als werkgever zien dat je om je werknemers geeft.” En geef je ze misschien net dat extra zetje over de wc-drempel.

Conclusie

Niemand hoeft zich voor poepen te schamen. Ook niet op de werkvloer. Met een beetje humor, misschien wat etherische olie, een spoelstrategie en een werkgever die gevoel heeft voor toiletbeleving, kan een grote boodschap misschien wel een klein geluksmoment worden.


Met ‘Zanger zonder volk’ opent Giovanni Brand de gesloten wereld van het woonwagenkamp

„Twee violen en een trommel en een fluit, want Lientje is jarig en de vlaggen hangen uit!”

Elk jaar klinkt het lied voor Kleine Lien in het woonwagenkamp. Terwijl de jaren verstrijken, groeit hij op in de caravan met witte bank, wit kleed en witte keuken met gouden details. Op zijn verjaardag spreekt hij onder een gloeilamp die ene, langgekoesterde wens uit: „Dat die ouwe weer terugkomt.” Moeder Jaanie en broer Grote Lien zuchten, zij weten dat zijn vader nooit meer terugkeert.

In de muziektheatervoorstelling Zanger zonder volk geeft acteur en toneelschrijver Giovanni Brand een stem aan de woonwagengemeenschap. Het is een wereld die zelden zichtbaar is, laat staan in het theater. Afkomstig uit een Roma-familie, vertelt Brand het verhaal in de rol van Kleine Lien. Hoewel hij zelf nooit op een kamp heeft gewoond, maakt Brand invoelbaar met welke vooroordelen en worstelingen kampbewoners te maken krijgen, maar ook hoe sterk de onderlinge verbondenheid en liefde voor het kamp zijn.

De ‘burgerij’, de buitenwereld, kijkt op ze neer, de gemeente wil hen het liefst wegjagen, laaggeletterdheid maakt het moeilijk om mee te praten met de ouders op het schoolplein en er wordt keihard gewerkt om het hoofd boven water te houden. Het kamp is een afgesloten plek en draait niet mee in de samenleving. Maar voor Jaanie, Kleine Lien en Grote Lien is het ook een plek van trots. Zoals Grote Lien zegt: „Mensen die niet op wielen wonen, snappen het niet.”

Nieuw jasje

De voorstelling ging in 2023 in première en leverde Brand een nominatie op voor de Toneelschrijfprijs. Nu is Zanger zonder volk terug in een nieuw jasje, dankzij de livemuziek van ensemble Black Pencil. Percussie, piano, accordeon, viool en blokfluit ondersteunen de scènes en versterken de krachtige zang van Brand.

Samen met Janneke Remmers (Jaanie) en Steven Ivo (Grote Lien) vormt Brand een hechte drie-eenheid op het podium. Hun samenspel toont de complexe dynamieken binnen het gezin. Naarmate Kleine Lien ouder wordt, breekt hij zich los van zijn moeder, broer en het kamp. Op de havo streeft hij zijn moeder en broer al snel voorbij en na zijn eindexamen verlaat hij het kamp voorgoed om te gaan studeren.

Naarmate Kleine Lien ouder wordt, breekt hij zich los van zijn moeder, broer en het kamp

Waar Kleine Lien aan het begin van de voorstelling tien jaar oud is, is hij aan het eind een jongvolwassene. Toch is het niet altijd duidelijk in welke levensfase hij zich bevindt. Zijn kleding blijft de hele voorstelling onveranderd, als tienjarige en als jongvolwassene draagt hij nog steeds hetzelfde paarse joggingspak, alleen de badslippers zijn ingeruild voor leren instappers.

Zo langzaam als de tienerjaren van Kleine Lien aan het begin voorbij kruipen, zo plotseling voelen de laatste scènes. Jaanie ligt ongeneeslijk ziek op haar sterfbed en na ruim anderhalf uur snellen de spelers zich naar een afronding. Toch weet Brand de voorstelling overtuigend af te sluiten met een krachtig laatste nummer waarin hij zingt: „Ik ben een zanger zonder volk.”


Na mislukt EK zoekt België brandstof in Nederland

België is weer thuis. Verslagen maar met opgeheven hoofd. Ja, ook België deed mee aan het EK, maar best was het niet. Na het nipte verlies tegen Italië (0-1) zag het er al somber uit: wereldkampioen Spanje wachtte nog. Dat werd als verwacht een afstraffing: 2-6. Vrijdag redden de ‘Red Flames’ wel de eer, met een knappe 2-1 winst op Portugal – in de slotfase werden nog twee doelpunten afgekeurd.

Toch kunnen de Belgische vrouwen niet tevreden zijn. Het kwaliteitsverschil met Italië en Spanje was zó groot, dat men zich afvraagt: hadden we hier wel iets te zoeken? En: hoe kunnen we in de toekomst weer serieus partij bieden? Drie jaar geleden bereikte België nog de kwartfinale.

In De Standaard analyseerde de Belgische bondsbaas Peter Willems dat de nationale competitie te zwak is. Om die sterker te maken wil hij een oude formule afstoffen: de BeNeLiga. Een gecombineerde competitie van Belgische en Nederlandse clubs, een decennium geleden al eens uitgeprobeerd. Dat zou „meer competitieve wedstrijden” bieden.

Een compliment voor Nederlandse clubs, maar niet erg aantrekkelijk. Ajax, FC Twente en PSV willen zich liever optrekken aan het topvoetbal in de Champions League. Niet voor niets trok Nederland in 2015 de stekker uit het experiment. Het niveau was te laag.

Heeft de KNVB er oren naar, zoals Willems suggereert? Niet aan de orde nu, reageert directeur Vrouwenvoetbal Jan Dirk van der Zee. „De wens bij de Belgen speelt al langer. Wij zijn juist bezig om de Eredivisie vrouwen extra impuls te geven.”


Afghanen zijn niet meer welkom in hun buurlanden, maar ‘thuis’ is er amper opvang

De ene na de andere overvolle bus komt de grens over tussen Iran en Afghanistan bij Islam Qala. Families hebben geprobeerd zoveel mogelijk eigendommen mee te slepen – als ze de bus uit zijn, klampen ze zich vast aan grote hutkoffers of bouwen hutten met hun dekens. Er staan tenten van grote internationale hulporganisaties, maar bij de registratie- en opvangposten zijn verder amper praktische faciliteiten.

Dat zijn de omstandigheden die Afghanen aantreffen die door Iraanse autoriteiten zijn opgedragen het land te verlaten. Al zo’n anderhalf jaar wordt hen te kennen gegeven dat ze niet meer welkom zijn; de afgelopen maand intensiveerde het uitzetbeleid van Teheran.

Afghanistan kraakt onder de opvang van de terugkeerders uit buurlanden. Volgens de VN dit jaar al rond 1 miljoen; op dit moment komen zij met name uit Iran. Tussen 1 juni en 9 juli keerden 546.000 Afghanen zonder papieren terug uit Iran. Eerder ging het om enkele duizenden vanuit dat land per dag. De Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) sprak van een „recorddag” op 4 juli, toen 40.000 tot 50.000 ‘terugkeerders’ inreisden. In april van dit jaar moesten Afghaanse autoriteiten ook al werken aan de opvang van 110.000 ‘gerepatrieerden’ vanuit Pakistan – onderdeel van een laatste cohort van uitzettingen door Pakistan dat stelt dat zeker ongedocumenteerde Afghanen de economie belemmeren.

De 24-jarige Latifa reisde vorige met haar drie dochters en echtgenoot terug, zes jaar nadat ze zich in Teheran gevestigd had. Waar ze nu terecht kon? Er woont nog een neef in Afghanistan, vertelde ze aan Nicole van Batenburg van het Internationale Rode Kruis, die meerdere grensposten bezocht: „Een en al onzekerheid over haar toekomst, wat nu?”, vertelt de hulpverlener aan de telefoon. Deze maand werd zij uitgezonden om de Afghaanse Rode Halve Maan bij te staan.

Die hulporganisatie heeft in heel Afghanistan 26.000 vrijwilligers, van wie nu velen zijn ingezet voor de vluchtelingenopvang. Ze richt zich bij de grensposten op eerste behoeften: voedsel, een plek om te slapen en acute medische hulp. Het is heet, de temperatuur loopt op tot veertig graden. Tijdens de busritten naar de grens zitten de Afghanen uren in een hete bus, ze komen er uitgeput uit.

Weggezet als profiteurs

De ongedocumenteerde Afghanen vormen in Iran en Pakistan een gemengde groep: sommigen arriveerden al decennia of generaties geleden, anderen vluchtten pas veel recenter voor de Taliban in eigen land. In beide landen wordt de gemeenschap weggezet als profiteurs, of mensen die banen afpakken – een zondebok voor de slechte economie.

In Iran zorgde de kortstondige oorlog met Israël en de Verenigde Staten ervoor dat de autoriteiten nadrukkelijker op hun vertrek aandringen. Teheran zou insinueren dat onder de Afghaanse vluchtelingen spionnen voor buitenlandse mogendheden werden gerekruteerd, tekende persbureau Reuters op. Mogelijkerwijs gaven Afghanen uit angst voor de bombardementen gehoor aan de oproep te vertrekken. Tot aan 6 juli konden mensen op eigen gelegenheid weg, na die deadline riskeren zij arrestatie en directe uitzetting. Zo de stelt IOM dat van alle Afghanen die over de grens zijn gekomen uit beide buurlanden „meer dan de helft daartoe gedwongen werd”.

De meesten blijven één of twee nachten bij de Islam Qala-grensovergang. Ze proberen snel door te reizen, bijvoorbeeld naar de grotere steden Herat of Kabul. Of ze hopen tijdelijk te kunnen logeren bij familieleden in Afghanistan; veel meer aanknopingspunten hebben ze niet, zeker niet als ze al decennia geleden uit het land vertrokken.

Gezinnen die net zijn overgestoken bij Islam Qala rusten even uit. Foto Muhammad Balabuluki / Middle East Images via AFP

Veel van de terugkeerders zijn bezorgd over het Taliban-regime waaronder zij nu terechtkomen. De jonge moeder Latifa vreesde voor de toekomst van haar kinderen. In Iran kon ze haar drie dochters naar school sturen; in Afghanistan geldt juist een onderwijsverbod voor meisjes.

Lees ook

In het najaar van 2023 begon Pakistan met de uitzetting van ongedocumenteerde Afghaanse vluchtelingen. Zij kwamen berooid aan in Kabul

Passagiers wachten in een bus die hen vanuit Kabul naar hun gewenste bestemmingen in de provincie Kunduz zal brengen.

Opnieuw integreren

Toen de uitzettingen begonnen in 2023, stelden de Afghaanse autoriteiten dat zij wilden proberen de nieuwelingen – destijds waren het voornamelijk Afghanen afkomstig uit Pakistan – goed op te vangen. De Taliban riepen lokale besturen op om ‘culturele kringen’ te organiseren voor hun herintegratie. De vluchtelingen konden via speciale regelingen ook proberen grond te bemachtigen, maar het is onduidelijk in hoeverre dat beleid succesvol werd uitgevoerd. Volgens de IOM wonen de meesten nog steeds in tijdelijke onderkomens. De economie is slecht, de teruggekeerde vluchtelingen zouden moeilijk een baan kunnen vinden.


Verenigde Arabische Emiraten leveren grote Belgische drugscrimineel uit

Drie Belgische drugscriminelen zijn zondag door de Verenigde Arabische Emiraten uitgeleverd aan België. Dat schrijft onder meer De Standaard. Vanuit Dubai vliegt zeker een van hen, de ‘cocainemiljardair’ zoals de Belgische krant hem noemt, een jarenlange gevangenisstraf tegemoet. Het lijkt erop dat het verdrag met de golfstaat in de praktijk vruchten begint af te werpen.

De man is volgens de Belgische politie de „meest tot de verbeelding sprekende Antwerpse drugscrimineel”, aldus De Standaard. Dat zou onder meer te maken hebben met zijn vermogen: in Dubai, waar de man tot zondag verbleef, zou hij voor meerdere miljoenen aan panden bezitten.

In december werd hij gearresteerd. Maar het duurde enkele maanden voordat de drugsbaas daadwerkelijk werd uitgeleverd, omdat hij onder meer zijn uitlevering aanvocht. Tegen de Gazet van Antwerpen zegt een woordvoerder van de Belgische minister van Justitie dat dusdanige uitleveringen erg complex zijn.

De uitlevering is een „belangrijke doorbraak”, schrijft de Gazet van Antwerpen. België heeft sinds eind 2021 een uitleveringsverdrag met de Verenigde Arabische Emiraten dat een jaar later in werking trad. Al bleven de uitlevering van zogeheten ‘high value targets’ lang uit.

Nederlandse uitleveringen

Ook voor Nederland hebben afspraken met de Verenigde Arabische Emiraten resultaat opgeleverd. De golfstaat hielp bij onder meer de arrestatie van Ridouan Taghi, ’s Nederlands bekendste drugsbaron, en de uitlevering van zijn zoon.

Ook oud-profvoetballer Quincy Promes wist niet te ontkomen aan vervolging nadat Dubai hem vorige maand op het vliegtuig naar Nederland zette. Nederland heeft sinds 1 augustus 2023 verdragen met de VAE voor „wederzijdse rechtshulp in strafzaken en uitlevering”, aldus het Openbaar Ministerie.

Lees ook

Hoe Quincy Promes jarenlang aan justitie wist te ontsnappen via Moskou en Dubai – tot nu

Quincy Promes in het shirt van het Nederlands elftal in 2019 Foto Ronald Bonestroo


Voor het eerst leent Frankrijk wereldberoemd middeleeuws Tapijt uit aan Engeland: de Slag om Hastings wordt Bayeux-diplomatie

„Decennialang hebben we ons best gedaan om niet in de positie te komen dat we het Tapijt van Bayeux uit moesten lenen”, zei de Franse president Emmanuel Macron afgelopen woensdag tijdens een ceremonie om afspraken over het beroemde Middeleeuwse tapijt te bestendigen. Het tapijt wordt tussen september 2026 en juli 2027 voor het eerst uitgeleend aan het British Museum. „We wisten altijd experts te vinden die tot in detail konden uitleggen waarom uitlenen een slecht idee was. En geloof me, dat hadden we weer kunnen doen.”

Het wereldberoemde borduurwerk van 68 meter bij 50 centimeter, dat rond 1068 gemaakt werd, verbeeldt als in een stripverhaal de Slag bij Hastings in 1066, waarop de voorbereiding en de Normandische verovering van Engeland wordt afgebeeld. Op het werk zijn 626 mensen te zien, 190 paarden, 35 honden, 506 andere dieren, enkele gebouwen en wat bomen en struiken. Het was de slag waarbij Willem de Veroveraar, hertog Willem I van Normandië, versloeg op het slagveld de Engelse koning Harold II. Harold was negen maanden eerder op de troon terechtgekomen, terwijl die eerder was beloofd aan Willem. De Normandische overwinning zorgde ervoor dat Willem de Engelse kroon veroverde.

De experts aan wie Macron refereerde in zijn toespraak, waren lang tegen de uitleen. Het kón wel, maar woog de opbrengst op tegen het risico dat de reis vormt voor het Tapijt van Bayeux? Nee, was in het verleden de uitkomst.

Foto Loic Venance

In 2020 deden experts opnieuw onderzoek naar de staat van het tapijt. Een team van acht restauratoren onderzochten elk één meter per dag. Ze zagen: 24.204 vlekken, 16.445 vouwen, 9.646 gaten in de stof en in het borduurwerk, 30 niet-gestabiliseerde scheuren. Vooral de eerste meters van het werk waren aan het verzwakken. Het Bayeux Museum in Normandië bevestigde in 2022 in een statement nog eens: volgens de experts is verplaatsing van het tapijt „alleen te rechtvaardigen als dat voor restauratie is”.

Die restauratie komt er nu weliswaar pas ná de tentoonstelling in Londen, maar toch neemt het museum inmiddels een andere positie in. Het museum sluit op 31 augustus voor verbouwing. Hoofdconservator Antoine Verney, die zich eerder „niet kon voorstellen” dat het tapijt verplaatst zou worden, ziet het daarom nu anders: „Het tapijt kan ofwel weggehaald worden uit zijn display, om vervolgens onzichtbaar voor het publiek opgeborgen te worden. Óf er kan een overeenkomst tussen de twee overheden worden gesloten zodat het werk publiek gepresenteerd wordt in het Verenigd Koninkrijk.”

‘Gallische grap’

Voor Macron komt het goed uit. Hij beloofde het tapijt al eens in 2018. Dat ging toen niet door, de coronapandemie bemoeilijkte de uitdaging en de groep van acht experts zag veel bezwaren in de conditie van het werk. Daarnaast was toen de Brexit aanstaande. Er werd wat gegrapt door Britten over Macrons „gallische grap”: de grote afbeelding van hoe de Britten verslagen werden, werd door sommigen een wat vreemd cadeau bevonden.

Maar, zo schreef journalist John Lichfield in een opiniestuk in The Guardian in 2018: het tapijt gaat niet per se over hoe de Britten verslagen werden, het gaat vooral over hoe nauw ze verbonden zijn met het continent. Of, om het bij Engeland te houden, het 21ste-eeuwse land kent veel vormende invloeden, die van Normandië is daarin een belangrijke. Hij omschrijft het zuiden van Engeland als een soort „Normandische kolonie, die het moederland voorbij is gestreefd”. Kortom: het tapijt kan volgens hem worden beschouwd als een symbool van hoe cultureel verbonden beide landen zijn, en dus ook van hoe Europees de Engelsen zijn. „Misschien”, schreef Lichfield, „is dat wat Emmanuel Macron in gedachten had.” Deze verbondenheid is ook wat nu tijdens het bezoek van Macron deze week wordt benadrukt.

Een team van acht restauratoren onderzochten elk één meter per dag. Ze zagen: 24.204 vlekken, 16.445 vouwen, 9.646 gaten in de stof en in het borduurwerk, 30 niet-gestabiliseerde scheuren.

Natuurlijk, „er is niet zoiets als geen risico, maar we moeten het werk hoe dan ook verhuizen”, zegt een woordvoerder van het museum tegen The Guardian (op vragen van NRC reageerde het museum niet). „Dat het werk nu naar het British Museum gaat, betekent dat de reis wat langer wordt.” Het museum heeft een manier gevonden om het werk zo veilig mogelijk te vervoeren. Het tapijt wordt op een soort vouwbare constructie geplaatst, in een afgesloten doos, die weer in twee dozen wordt gedaan. Per vrachtwagen reist het tapijt naar de kanaaltunnel, waarna het via trein de onderzeese overtocht aflegt.

Een stijlregel bij behoud van kunstwerken: „Alles wat je doet, is in feite niet goed”, elke handeling doet op een manier afbreuk aan het werk, zegt Sjouk Hoitsma, hoofd collecties bij het Textielmuseum. Dat geldt ook voor aanrakingen die gericht zijn op restauratie.

Het Tapijt van Bayeux is eigenlijk geen tapijt, maar een borduurwerk van wol en goud op linnen. „Linnen, dat is ongelóóflijk, dat is zo duurzaam. En dit is bijna duizend jaar oud, je zou verwachten dat het verpulvert als je het aanraakt. Maar ik vermoed dat het nog steeds sterk en soepel is. Het zijn de borduursels die het kwetsbaar maken.” Sommige draden zijn omwikkeld met goud, dat materiaal is kwetsbaar omdat het scherp is, het snijdt en breekt snel.

„Textiel is net zo kwetsbaar als papier”, zegt Hoitsma, „zo wordt er ook naar gekeken bij conserverende handelingen.” Je moet er weinig licht toelaten, en zo min mogelijk schommelingen in de klimatologische omstandigheden.

Hoitsma heeft het tapijt wel eens gezien. Het is tentoongesteld in een hele donkere ruimte, „onder de 50 lux”. Als je er binnenkomt, herinnert ze zich, moet je eerst even aan het licht wennen. Daarna, als je ogen er aan toe zijn, word je naar het verlichte tapijt toegetrokken.

Als niets doen eigenlijk het beste is, hoe onverantwoord is de uitruil met Londen dan? „Het kán”, zegt Hoitsma. Het moet goed vervoerd worden, níét gevouwen (maar wel: opgerold), dat is niet goed voor het linnen. De kist waarin het vervoerd wordt moet klimatologisch aansluiten op de omgeving waar het tapijt hing, dat geldt ook voor de bestemming. Op reis is het belangrijk dat het zo min mogelijk schommelt en schokt. Dat is goed te ondervangen door het in de juiste verpakking te doen.

Maar, uiteindelijk, zegt Hoitsma: „Als je uitzoomt, en je de vraag stelt: moet dit nou? Dan zijn de belangen eromheen nog veel interessanter.” Er is dus een afweging gemaakt: wat het oplevert, „het werk en de conditie daarvan is ondergeschikt aan die doelen.”

Lees ook

Lees ook: De slag om de vraag ‘Waar is Willy?’ ontvouwt zich verder bij het penistellen op het Tapijt van Bayeux

De kwestie is of de rennende man rechts nu wel of geen penis onder zijn tuniek uit heeft bungelen. Foto: Bayeux Museum

Bayeux-diplomatie

De meeste historici gaan ervan uit dat het Tapijt van Bayeux in Engeland werd gemaakt, maar al snel na voltooiing naar Bayeux is vervoerd. Het is sindsdien nooit meer in Engeland te zien geweest, ondanks dat er veel verzoeken waren. Zo wilde het Victoria and Albert Museum (V&A) het graag in bruikleen om de kroning van koningin Elisabeth in 1953 luister bij te zetten. Bijna alles stond klaar opdat het werk zes maanden lang getoond kon worden: er waren afspraken gemaakt voor de bruikleen, de verzekeringen waren afgesloten en de politie zou bewapend en al het hele proces begeleiden, maar op het laatste moment zeiden de Franse autoriteiten het toch af, omdat er experts – daar zijn ze weer, die experts waar Macron het over had – waren die voor schade vreesden.

In 1966, ter gelegenheid van de 900ste verjaardag van de Slag bij Hastings, werd er opnieuw een poging gedaan. Opnieuw zou V&A de expositie organiseren, en er zouden zelfs gesprekken zijn het wandkleed tentoon te stellen in de Verenigde Staten. Het ministerie van Cultuur was indertijd akkoord, bij monde van de romanschrijver André Malraux die 1959 tot 1969 die post bekleedde. Alleen zag men het in de gemeenteraad van Bayeux niet zitten. Er werd gevreesd voor verkleuring en schade, en het was te onduidelijk wie alle kosten bij schade op zich zou nemen. En Bayeux zelf zou gecompenseerd moeten worden voor een gebrek aan inkomsten omdat toeristen weg zouden blijven, terwijl Londen juist meer toeristen zou trekken. Malreux trok het voorstel in, en wederom ging het wandkleed niet richting Engeland.

Hoewel nu alle instanties, ook Bayeux zelf, achter de uitleen staan, gaat het hier vooral om een gebaar dat de verstandhouding tussen Frankrijk en Groot-Brittannië beter is. Macron prees tijdens de persmomenten de banden tussen de twee landen, en benadrukte de politieke motivatie. In het British Museum stelde hij dat er „geen handelsoorlog of importheffing is tegen deze culturele aanpak… dat er sowieso geen grenzen zijn”. Dat laatste was opmerkelijk, omdat de migranten die via Calais de oversteek naar Dover maken een van de kernonderwerpen van het bezoek was.

De Britse premier Keith Starmer zag in het Tapijt ook een ander politiek gebaar: „Culturele schatten vertellen over oorlog, macht en politiek, over bondgenootschappen en vijanden, zoals we die ook nu nog maar al te goed kennen.”

De Britten verwachten met de terugkeer – het officiële onderzoek over de kwetsbaarheid is nog wel bezig – de blockbuster van deze generatie in huis te hebben. De conservatieve politicus en voorzitter van het British Museum, George Osborne, zag het als een „terugkeer van het gezond verstand”.