‘Overname van Commerzbank door Unicredit kan tot doorbraak leiden voor Europese bankenunie’

Gaat de eerste grote grensoverschrijdende bankovername in Europa sinds de financiële crisis van 2008 door of niet? Bankiers en financiële markten wachten in spanning af. Lang kan de beslissing van de Europese Centrale Bank (ECB) niet meer duren. Als het Italiaanse Unicredit groen licht krijgt voor overname van Commerzbank, de op een na grootste bank van Duitsland, kan dat leiden tot een golf van bankenfusies in Europa.

„Zo’n samengaan van twee grote banken uit verschillende landen blijkt dan mogelijk, terwijl veel mensen dat tot nu totaal onwaarschijnlijk achtten”, zegt Nicolas Véron.

De Franse econoom, verbonden aan de vermaarde denktanks Bruegel in Brussel en het Peterson Institute for International Economics in Washington DC, noemt het „zonder enige twijfel de eerste goede test” voor de Europese bankenunie. Als de ECB goedkeuring geeft, zal het zeer waarschijnlijk niet de laatste grote internationale bankovername of -fusie zijn in Europa, verwacht hij.

Véron kan de specialist op het gebied van de Europese bankenunie genoemd worden. Hij introduceerde de term in een opiniestuk in de Financial Times in 2012 na de eurocrisis, toen zuidelijke landen als Griekenland door te hoge staatsschulden in de problemen kwamen. Daardoor stonden ook veel banken in die landen op omvallen, omdat ze veel staatsobligaties op hun balans hadden staan. Dit jaar schreef hij voor Bruegel het boek Europe’s banking union at ten: unfinished yet transformative over de eerste tien jaar van de bankenunie.

Deze maand was hij in Den Haag voor een gesprek met bankiers en Haagse politici. NRC sprak met hem op Schiphol.

Europees toezicht

De bankenunie kwam in 2014 tot stand, kort na de eurocrisis waarin Europese banken kwetsbaar waren gebleken. Door te streven naar een bankenunie zouden voor alle banken in Europa dezelfde regels moeten gaan gelden en dezelfde eisen voor welke reserves ze moeten aanhouden. Er werd besloten de bankenunie in stappen in te voeren, met het doel dat banken gezonder zouden worden en een redding door overheden niet meer nodig zou zijn.

De grootste vooruitgang bij de vorming van de bankenunie in 2014 was dat alle grote en middelgrote banken onder direct toezicht kwamen van de ECB. Het toezicht werd zo weggehaald bij de centrale banken in de lidstaten, zodat nationale belangen geen rol meer zouden spelen.

Afspraken over andere essentiële onderdelen van het raamwerk van een bankenunie, waren er nog niet. Zoals: hoe banken die omvallen ordelijk moeten worden ontbonden, om te voorkomen dat klanten daar het slachtoffer van worden. . Of: hoe bij een crisis de last van een redding van een bank te verdelen over lidstaten – zeker bij banken die grote porties staatsobligaties van hun eigen land op de balans hebben staan. Bijvoorbeeld door een gezamenlijk noodfonds. Evenmin waren er afspraken over de ontwikkeling van een Europees depositogarantiestelsel in plaats van de nationale stelsels, die sommige landen wel en anderen niet hebben. Door een depositogarantiestelsel weten spaarders zeker dat ze tot een bepaald bedrag– in Nederland 100.000 euro, maar in andere landen geldt een ander bedrag – hun spaargeld terugkrijgen als hun bank omvalt.

Het uitblijven van die afspraken die tot een volledige bankenunie zouden moeten leiden, zorgt voor een blijvende kwetsbaarheid en is een obstakel voor groei in Europa, schrijft Véron. Toch moet volgens hem niet onderschat worden hoe sterk het weerstandsvermogen van de eurozone al is toegenomen door het bankentoezicht op Europese schaal.

Doordat de vereiste toestemming nu bij de ECB ligt, zouden internationale fusies en overnames eerder mogelijk zijn en tot grotere, efficiëntere banken kunnen leiden, was de gedachte. Die zouden de concurrentie met bankgrootmachten uit de VS en Azië aankunnen.Maar zulke fusies en overnames zijn uitgebleven. Nationale sentimenten staan ze vaak nog in de weg. Daarom zou de overname van Commerzbank door Unicredit, sinds 2005 al eigenaar van de veel kleinere HypoVereinsbank in Duitsland, tot een doorbraak kunnen leiden.


Lees ook

Met financieel stratego brengt deze Italiaanse bankier de Duitse politiek in rep en roer

Andrea Orcel in Rome tijdens de jaarlijkse vergadering van de Banca d'Italia, de Italiaanse centrale bank, in mei dit jaar.

Véron: „Beleggers hebben de koers van Unicredit opgedreven sinds die interesse toont voor Commerzbank. Kennelijk verwachten de financiële markten dat de ECB akkoord gaat met een samengaan. Als de Duitse financiële toezichthouder Bafin het zelf voor het zeggen zou hebben gehad, zou die waarschijnlijk bezwaar hebben aangetekend.

„Die hogere koers voor Unicredit zien andere bankiers ongetwijfeld ook als een groot blijk van vertrouwen in fusies en overnames die over landsgrenzen gaan, en daarmee als een betekenisvol signaal – ongeacht of deze overname echt doorgaat.”

Nationale sentimenten

In Duitsland spelen nationale sentimenten tegen de overname van Commerzbank. Politici zien de bank, die veel kredieten verschaft aan Duitse familiebedrijven en andere middelgrote ondernemingen, niet graag in buitenlandse handen.

Véron ziet dat genuanceerder. „Als je nauwgezet kijkt, zijn niet alle reacties negatief. Ik zou ze als gemengd willen betitelen. Maar de Duitsers kunnen een overname niet blokkeren, dat kan nu alleen de ECB. Als die er een streep door zet, kun je dat zeker als een terugslag voor de bankenunie beschouwen.”

Nicolas Véron.
Foto Antoine Doetsch/AFP

Duitse politici vrezen bij een eventuele Italiaanse bankencrisis op te draaien voor de redding van Unicredit.

„Unicredit en Commerzbank zijn banken die stevig gekapitaliseerd zijn. Bij mijn weten is er geen risico dat ze omvallen. Er is een groot verschil met eerdere overnames over de grenzen heen, zoals die van HypoVereinsbank in 2005 door Unicredit en van ABN Amro door RBS, Santander en Fortis in uw land in 2006. Daarbij was het doelwit op een of andere manieren in de problemen. Dat maakt dit heel anders.

„Maar het is algemeen bekend dat er nog steeds geen volledige afspraken zijn over de kaders bij een crisisinterventie. En dus is ook niet te voorspellen wat er gebeurt bij een crisis. De risico’s kunnen in Italië worden opgevangen, maar er zijn ook scenario’s waarin ze bij andere Europese banken terechtkomen of met een gezamenlijke aanpak in Europa worden opgelost.

„Overigens is het tijdschema voor afspraken over crisisinterventie heel anders dan het tijdschema bij de overname van Commerzbank door Unicredit. Het heeft geen enkele zin die twee met elkaar te verbinden.”

Indrukwekkend

Bij de start van de bankenunie in 2014 werd er bewust voor gekozen niet op alle onderdelen van een bankenunie afspraken te forceren, beschrijft Véron in zijn boek. „Ik betwijfel ook of alles in één keer had gekund. Het is in mijn ogen vrij indrukwekkend wat tussen 2012 en 2014 tot stand is gebracht.”

Met de discussie over de inrichting van crisisinterventie vlot het intussen weinig. Daarvoor moeten tegelijkertijd afspraken worden gemaakt over het management van zo’n crisis en een Europees depositogarantiestelsel, zodat lidstaten in onderhandelingen een uitruil kunnen doen. Vooral Italië en Duitsland staan nog tegenover elkaar.

Verwacht u dat de bankenunie ooit wordt voltooid?

„Ja, ik heb redelijk veel vertrouwen dat het project ooit helemaal wordt afgerond. Ik hoop dat het zonder nieuwe financiële crisis kan.

„Ons bankenstelsel is redelijk stevig gebleken toen zich vorig jaar in de VS een bankencrisis voordeed, waarbij onder meer Silicon Valley Bank omviel. Maar Europa raakte niet besmet, hier is geen enkele bank in de problemen gekomen.”

Kan het dit jaar verschenen rapport van oud-ECB-chef Draghi, over hoe de Europese Unie concurrerender kan worden, daarbij helpen?

„Het Draghi-rapport zegt vrij weinig over de bankenunie. Het zegt wél iets over het ambitieniveau dat nodig is om de problemen van de EU op te lossen. Indirect kan je het zien als een prikkel om de bankenunie compleet af te ronden. Het is politiek niet makkelijk, maar wel noodzakelijk om de eurozone robuust en bestand tegen schokken te maken.”

Maken de politieke ruk naar rechts en toenemende scepsis over Europa die voltooiing moeilijker?

„Dat denk ik niet. Kijk naar wat de afgelopen jaren is bereikt, terwijl die beweging naar radicaal-rechts al was ingezet. Het EU-programma om uit de coronacrisis te komen met bijna 800 miljard euro aan investeringen werd doorgevoerd terwijl iedereen dat voor onmogelijk hield. Er was heel snel een gezamenlijke aanpak voor sancties tegen Rusland, de deur naar het EU-lidmaatschap voor Oekraïne wordt voorzichtig opengezet. En er kwam een Europese antiwitwasautoriteit.

„Ik ben niet zo pessimistisch over het vermogen van de Europese Unie om beslissingen te nemen, al is het op de gebruikelijke kronkelige manier, met frustrerende onderhandelingen. We moeten dat accepteren als een kenmerk van de EU en niet zien als een fout in het systeem.”