Overlevingskans na kankerdiagnose nam in 20 jaar flink toe

De kans op overleving na een kankerdiagnose is de afgelopen twintig jaar „bemoedigend” toegenomen, vooral door nieuwe medicijnen en betere diagnostiek. Wel verschilt de kans op genezing nog altijd sterk per kankersoort. Dat blijkt uit maandag gepubliceerde cijfers van het Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL).

De verwachting dat iemand drie jaar na een kankerdiagnose nog in leven is, is de afgelopen twintig jaar met 11 procentpunten gestegen: van 60 procent tussen 2000 en 2004 naar 71 procent tussen 2020-2022. De kans op overleving na vijf jaar is met 68 procent iets kleiner. Met name longkanker, nierkanker, sarcomen (wekedelentumoren), slokdarmkanker en keelholtekanker zijn steeds beter te behandelen, volgens het onafhankelijke kennisinstituut.

De tientallen nieuwe medicijnen die de afgelopen decennia zijn geïntroduceerd, hebben aan de verbeterde genezingskansen bijgedragen. Daarvan was het effect bij sommige soorten kankers direct te zien, bij andere, zoals longkanker, pas recentelijk (2020 – 2022). Ook bevolkingsonderzoek, voor vroege opsporing van kanker, betere diagnostiek en aangescherpte technieken spelen een rol. Zo nam de kans om leverkanker te overleven door nieuwe chirurgische ingrepen met 13 procentpunt toe.

Moeilijk behandelbare kankersoorten

Ondanks deze veelbelovende cijfers zijn sommige soorten kankers, zoals maag- lever- en alvleesklierkanker, nog altijd zeer moeilijk behandelbaar. Zo is de kans dat een patiënt met alvleesklierkanker dat na drie jaar kan navertellen nog altijd maar 10 procent.

Meer onderzoek en de ontwikkeling van nieuwe behandelingen blijven dan ook „cruciaal”, benadrukt het IKNL. Tegelijkertijd moeten we ons niet bij iedere patiënt blindstaren op levensverlenging, aldus het kennisinstituut. „Soms zijn de bijwerkingen zo groot dat de kwaliteit van leven in de laatste fase heel slecht wordt. Naast ziektegerichte behandeling is daarom altijd aandacht nodig voor kwaliteit van leven.”