Overheid gaf mogelijk duizenden toeslagenouders onterecht schadevergoeding: ‘Hoe kan het dat we hier zo laat achter komen?’

Door een administratieve blunder heeft het ministerie van Financiën mogelijk duizenden mensen ten onrechte als gedupeerde in het Toeslagenschandaal aangemerkt en financieel gecompenseerd. Het ministerie houdt een intern rapport hierover al maanden geheim. Volgens UHT-directeur Anne Coenen gaat het om „heel veel ouders” wier aanvraag met de juiste informatie waarschijnlijk anders was beoordeeld.

Dat blijkt uit interne informatie van de Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (UHT), die in handen is van NRC. Een woordvoerder van verantwoordelijk staatssecretaris Sandra Palmen (Toeslagen, NSC) bevestigt dat de interne bevindingen al in oktober met de politieke leiding werden gedeeld. Volgens de woordvoerder wordt „de betrouwbaarheid en bruikbaarheid” ervan nog nader onderzocht.

Het gaat om ouders die de afgelopen jaren bij UHT een schadevergoeding aanvroegen omdat de Belastingdienst hun geen ‘rappelbrief’ zou hebben gestuurd voordat hun kinderopvangtoeslag werd stopgezet. Met zo’n brief vroeg de Belastingdienst ouders om meer informatie, om vast te stellen of ze echt recht op de toeslag hadden. Dat kon bijvoorbeeld gaan om gegevens over inkomen, de gebruikte kinderopvang of het aantal opvanguren.

De rappelbrief volgde op een eerdere ‘uitvraagbrief’. Als ouders helemaal niet op zulke brieven reageerden, kon de toeslag worden stopgezet en uiteindelijk teruggevorderd. Veel ouders die zich bij UHT meldden voor compensatie, zeiden nooit een rappelbrief te hebben ontvangen. Daardoor hadden ze ook niet de kans gekregen om onjuiste data te herstellen of ontbrekende informatie aan te vullen.

Omdat UHT in de systemen van de Belastingdienst jarenlang niet kon terugvinden of de rappelbrieven waren verstuurd, werden al deze aanvragers als gedupeerde in het Toeslagenschandaal erkend wegens „individuele vooringenomenheid” bij de Belastingdienst. Ze krijgen volgens de zogenoemde Catshuisregeling een vergoeding van 30.000 euro – of meer als de schade groter is geweest. Eventuele schulden worden kwijtgescholden. Ook hun kinderen hebben recht op maximaal 10.000 euro compensatie per kind.

Bestanden teruggevonden

Maar UHT heeft afgelopen oktober na intern onderzoek vastgesteld dat de Belastingdienst veel van deze ouders wel degelijk meerdere brieven heeft gestuurd met verzoeken om informatie, blijkt uit interne stukken. Deze ouders reageerden daar niet op, waarna de toeslag werd stopgezet omdat de ouder naliet de vereiste gegevens te delen.

Het interne onderzoek werd ingesteld na signalen van medewerkers dat mogelijk toch informatie over de verstuurde brieven in de computersystemen van de Belastingdienst zou staan. Tijdens het onderzoek stuitte UHT op bestanden waaruit bleek naar wie wanneer welke brief was gestuurd, en naar welk adres.

„We hebben heel lang heel veel ouders beoordeeld zonder dat we wetenschap hadden van deze bestanden”, zei UHT-directeur Anne Coenen eind februari tijdens een vergadering waarvan NRC een opname heeft bekeken. „Dat werpt een wat ander licht op wat we tot nu toe gedaan hebben.”

Volgens Coenen zijn ouders die lange tijd niet op informatieverzoeken van de Belastingdienst reageerden, in de hersteloperatie vaak ten onrechte als gedupeerde bestempeld. „Als mensen twee brieven gekregen hebben waar ze nooit op hebben gereageerd, en daarna is de toeslag stopgezet en daar hebben ze niet op gereageerd, en vervolgens is de toeslag teruggevorderd, dan zou je kunnen zeggen: dan is er niets bijzonders aan de hand.”

Medewerkers van UHT met wie NRC sprak, zeggen dat in circa 20 procent van de door hen behandelde dossiers ontbrekend bewijs van een verstuurde rappelbrief de enige reden was om de ouder als gedupeerd te erkennen. In dat geval zou deze groep bestaan uit 8.000 mensen (in totaal zijn ruim 41.000 mensen als gedupeerd aangemerkt.)

Het ministerie van Financiën zegt „geen feitelijk antwoord” te kunnen geven op de vraag hoeveel mensen mogelijk onterecht als gedupeerde zijn erkend, omdat er „geen registratie is waaruit op te maken is hoeveel ouders op basis van uitsluitend non-respons als gedupeerde zijn aangemerkt”.

Ander inzicht

Als uit het aanvullende onderzoek van Financiën blijkt dat mensen inderdaad ten onrechte als gedupeerde zijn erkend, dan hoeven zij niet te vrezen dat de overheid de ontvangen compensatie terugvordert. Volgens Coenen „staat voorop” dat aan de betrokkenen al geld is toegezegd. „Daar gaan we niet aankomen”, zei Coenen tijdens de opgenomen vergadering. „Maar het kan wel zo zijn dat er gezegd wordt: deze informatie had eigenlijk [bij de beoordeling] betrokken moeten worden, en had tot een ander inzicht kunnen leiden.”

Van vrijwel alle mensen die zich als gedupeerde hebben aangemeld, heeft UHT inmiddels vastgesteld of ze in aanmerking komen voor de Catshuisregeling. Ook is van meer dan 90 procent van de erkend gedupeerden vastgesteld of hun schade meer dan 30.000 euro bedraagt. Voor de definitieve vaststelling van het schadebedrag kunnen gedupeerden gebruikmaken van verschillende routes. Een ervan is die van stichting (Gelijk)waardig Herstel, van prinses Laurentien.

Wat er moet gebeuren met ouders die ten onrechte als gedupeerde zijn erkend, maar wier schade nog niet definitief is vastgesteld, is niet duidelijk. Staatssecretaris Palmen (NSC) moet daarover nog een besluit nemen.

In tv-programma Buitenhof bevestigde Palmen deze maand de kritiek van NSC-partijleider Pieter Omtzigt dat door de ruim opgezette Catshuisregeling uit 2020 ook mensen zonder schade geld krijgen, terwijl juist de zwaarst gedupeerden vaak jaren op hulp moeten wachten. „Daardoor zijn er heel veel mensen geweest die zich aangemeld hebben. Daar zitten ook mensen bij die niet gedupeerd zijn”, aldus Palmen. Volgens haar rekende het kabinet op „een paar duizend” gedupeerden die zich zouden melden. Het grote aantal erkend gedupeerden is een van de redenen dat de hersteloperatie Toeslagen nog altijd moeizaam verloopt.

UHT-directeur Coenen noemde het tijdens de opgenomen vergadering „al met al best ingewikkeld” dat nu intern is vastgesteld dat veel mensen ten onrechte als gedupeerde erkend zijn. „We hadden allemaal veel liever gehad dat we helemaal aan het begin geweten hadden van deze bestanden. We vragen ons ook wel af: hoe kan het eigenlijk dat we daar pas zo laat achter zijn gekomen?”