Over martelaarschap valt goed te spotten in een treffende debuutroman

Als ontdekkingsreizigers van Isfahan terugkeren uit Europa vertellen ze de heersende sjah van het Perzische Rijk over enorme spiegels die ze hebben gezien in verschillende Franse en Italiaanse paleizen. De sjah is onder de indruk van de verhalen en stuurt vele handelaren op weg om koste wat kost spiegels naar zijn rijk te halen. Als de handelaren terugkeren zijn de spiegels helaas gebroken. Er rest de architecten van de sjah niets anders dan met spiegelmozaïek te werken voor de paleizen en moskeeën in zijn rijk. ‘Al die eeuwen dat de Perzen de Europese ijdelheid, hun weerspiegeling eigenlijk, probeerden te kopiëren. Dat die in scherven bij ons is aangekomen. Dat wij naar onszelf moesten kijken in die gebroken stukken,’ dat is iets waar de kunstenaar Orkideh in Kaveh Akbars debuutroman Martelaar! vaak over nadenkt.

Het verhaal typeert Martelaar!. De roman bestaat niet alleen zelf uit mozaïekverhalen, maar geeft ook een interessante blik op hoe de personages in deze roman naar de wereld kijken. Wie heeft een beter zicht op de werkelijkheid: hij die zichzelf in vol ornaat bewondert of hij die vele kanten van zichzelf weerspiegelt ziet en in kleine stukjes ontdekt? En zou het leven van de hoofdpersoon Cyrus in Martelaar! een andere wending hebben gehad als zijn land niet ooit behept was geweest met een gefragmenteerd zelfbeeld?

In de zoektocht naar zingeving die gekoppeld is aan ijdelheid dichtte de Iraans-Amerikaanse schrijver Kaveh Akbar (1989) al eerder: ‘Show me one beast / that loves itself as relentlessly / as even the most miserable man. I’ll wait’. Geboren in Teheran, woont Akbar sinds zijn tweede in de Verenigde Staten. Vanaf zijn zestiende kampte hij met een alcoholverslaving, waarna op zijn 25ste zijn lever dermate was beschadigd dat het wel klaar leek met zijn leven. Een weddenschap en het schrijven van gedichten zorgden ervoor dat hij ervan afkwam, waarna niet alleen enkele poëziebundels verschenen, maar ook zijn Portrait of an Alcoholic.

Al die elementen vormen het begin van Martelaar! Wie langer leeft dan verwacht, heeft misschien meer nagedacht over de vraag of het zin heeft het leven zin te geven. Cyrus hoopt die te vinden in het ‘aardse martelaarschap’, zonder dat hij precies weet wat dat inhoudt. Dat is het begin van een zoektocht die is ingegeven door het neerstorten van vlucht 665 uit Teheran naar Dubai op 3 juli 1988 waarbij 290 inzittenden omkwamen. Een van hen is de moeder van Cyrus, die voordat ze vertrok besloot dat het beter was wanneer haar zoontje niet meeging.

Vanaf een Amerikaans oorlogsschip is het toestel neergeschoten omdat het werd aangezien voor een straaljager. Excuses blijven uit, fouten worden nu eenmaal gemaakt in oorlogen, maar wat als het andersom was geweest, vraagt Cyrus zich af. Wat als het Iraanse leger een Amerikaans passagierstoestel uit de lucht had geschoten, was het dan ook een ‘oorlogsfoutje’ geweest zoals dat ‘soms’ gaat? Het zelfbeeld in een hele spiegel ziet er nu eenmaal anders uit dan in een kapotte spiegel, dat is wat Martelaar! de lezer voorhoudt.

Voor Cyrus is het neerhalen van het toestel aanleiding om de dood wél betekenis te geven. Niet om wraak te nemen op Amerika, het land waar hij met zijn vader naar toe vertrekt na het overlijden van zijn moeder en waar hij op school door een docent wordt uitgemaakt voor geitenneuker. De reden is dat haar dood betekenisloos was: in de VS wordt de aanslag vergeten, in Iran belandt ze op een postzegel. Die postzegel is er niet om de doden te herdenken, maar de haat naar Amerika levend te houden. „Het martelaarschap fascineert me”, zei Akbar in een interview, „omdat ze door het Iraanse regime wordt ingezet als wapen, terwijl de betekenis ervan wordt versluierd.”

Engel op zwart paard

De onbeduidendheid van het leven was ook de aanleiding voor de moeder om naar Dubai te vertrekken: daar woont haar broer die met PTSS kampt na de Iran-Irak-oorlog in de jaren tachtig. Als soldaat die nergens voor is opgeleid kreeg hij de opdracht elke nacht over de slagvelden te rijden. Verkleed als engel zat hij op een zwart paard, rondrijdend met een lamp en een nepzwaard. Het was de illusie die hij moest wekken bij de dodelijke gewonden op het slagveld: hij was de ‘engel’ die ze waarschuwt het lijden te nemen zoals het is. Probeer je niet van je pijn te verlossen door zelfmoord, want dan sluiten de Hemelpoorten zich.

Staat, God en drank: allemaal bieden ze weinig soelaas. ‘Wees blij dat het leven geen zin heeft’, schreef pyscholoog en filosoof Jaap van Heerden ooit, maar dat is een suggestie die bij Cyrus niet zal aanslaan – hij is te jong of te getekend door het leven. Akbar laat Cyrus de sleutel tot het vinden van betekenis zoeken in de kunst. Als schrijver gaat hij eerst het martelaardom onderzoeken voordat hij er zelf toe over zal gaan – de lezer krijgt fragmenten uit het document Martelarenboek.docx te lezen – en hij hoopt antwoorden te vinden in het Brooklyn Museum waar de kunstenaar Orkideh dagelijks te bezoeken is. Als patiënt met borstkanker zit ze in stadium 4, waarna ze besluit een pratende variant te zijn van de performancekunstenaar Marina Abramovic. Ze ontvangt bezoekers bij haar aan tafel, en elk onderwerp mag ter sprake komen. De performance vindt elke dag plaats totdat ze sterft. Zingever of martelaar van de kunst – de ‘aardse martelaar’ – dat is de kwestie waarop Cyrus antwoord hoopt te vinden als hij haar dagelijks bezoekt.

Keats

‘Die mij terugvoert tot mijn pover zelf’, dichtte John Keats in zijn Ode aan een nachtegaal in 1819. Akbar is diep onder de indruk van het gedicht, en vertelde in interviews dat als een werk van hem een tiende van dat niveau zou halen, hij zou sterven als gelukkig mens. Dat niveau haalt hij nog niet, maar het is een mooi voorbeeld dat past bij de roman: terwijl een man luistert naar een nachtegaal, mijmert hij over schoonheid, lijden, de dood en de zin van het leven. De nachtegaal brengt hem niet dichterbij de zin van het leven, maar benadrukt het isolement waarin de man zich bevindt.

Martelaar! is een poging vanuit de 21e eeuw te luisteren naar die nachtegaal. Akbar neemt de lezer mee in verhalen over schoonheid, dromen, lijden, oorlog, kunst en politiek. Gelukkig doet hij dat met humor – met martelaarschap kan je maar beter de spot drijven – en met fascinerende verhalen. Helaas laat hij Cyrus ook de zingeving vinden, waardoor de roman langer doorloopt dan nodig en een wat filmisch einde krijgt. De ontdekking die Cyrus doet en door Akbar wordt uitgewerkt doet namelijk afbreuk aan de fascinerende vraag die als een rode draad door deze roman loopt: hoe was de geschiedenis verlopen als die spiegels wel heel waren aangekomen bij de sjah? Of andersom, hoe zag de wereld eruit als de Europese paleizen een spiegelmozaïek hadden gehad in plaats van enorme spiegels?


Lees ook
Deze debuutroman is als de Iraanse ‘La meglio gioventù’

Een betoging tegen sjah Mohammed Reza Pahlavi in Teheran aan de vooravond van de revolutie van 1979.