Over de vijf die Faber geen lintje wilde geven, wil het Kapittel het niet hebben – wel over de 3.400 die dit jaar worden onderscheiden

In de vergaderzaal van het Kapittel voor de Civiele Orden in Den Haag hangen de koninklijke onderscheidingen ingelijst aan de muur. Hier worden elke dinsdag aan een grote ovalen tafel de aanvragen behandeld voor die zogenoemde lintjes. Ruim 3.400 mensen worden deze vrijdag onderscheiden, en benoemd tot lid of ridder in de Orde van Oranje Nassau of de Orde van de Nederlandse Leeuw.

„Iedereen kan iedereen voordragen, de aanvragen komen uit de samenleving”, zegt Ank Bijleveld, voorzitter van het Kapittel. „Daarmee is Nederland bijzonder”, zegt generaal-majoor b.d. Henk Morsink, die als kanselier de zuiverheid en waardigheid van de Orden bewaakt. „In andere landen is het de regering die voordraagt.”

Dát willen de vier leden van het Kapittel (er is één vacature) benadrukken, na de ophef eerder deze maand. Toen weigerde minister Marjolein Faber (Asiel en Migratie, PVV) haar handtekening te zetten onder het Koninklijk Besluit waarmee vijf vrijwilligers die zich inzetten voor vluchtelingen een onderscheiding zouden krijgen. Het was „strijdig met haar beleid”, zei Faber.

Het zorgde voor verontwaardiging in politiek en samenleving, en onder vrijwilligers – en dat is bijna de helft van Nederland. Bij NLvoorElkaar, een website voor vrijwilligerswerk, leidde het tot een toename van 300 procent in de aanmeldingen vergeleken met maart en met april vorig jaar. De Vereniging Nederlandse Organisaties Vrijwilligerswerk (NOV) zag 90 procent meer bezoekers op haar site.

Uiteindelijk tekenden premier Schoof en minister van Binnenlandse Zaken Uitermark het Koninklijk Besluit – en de vijf vrijwilligers krijgen deze vrijdag hun onderscheiding.

„Het zijn mensen die zorgen voor mensen die in de asielketen zitten”, zegt historicus Hans Goedkoop, ook lid van het Kapittel. „Ze hebben geen invloed op het beleid, op het blijven of weg moeten van vluchtelingen. Daar gaat de minister over.” Glenn Thodé, voormalig gezaghebber op Bonaire en universitair docent strafrecht: „De voordrachten waren terecht.”

Koning Willem-Alexander en koningin Máxima klussen tijdens NLdoet 2025 in Katwijk.

Foto Robin Utrecht/ANP

Politiek gemaakt

Om wie het gaat, wil het Kapittel niet zeggen. Een aantal mensen wordt dit jaar wegens inzet voor vluchtelingen benoemd tot Ridder of Lid in de Orde van Oranje Nassau. Maar vrijwel allemaal doen ze óók ander vrijwilligerswerk; iets met sport of muziek, in de kerk of het onderwijs.

Bijleveld noemt het „vervelend” hoe de benoemingen dit jaar zijn gegaan, volgens haar werden de onderscheidingen „doelbewust politiek gemaakt”, terwijl ze daarvoor „niet zijn bedoeld”. Als voorbeeld noemen de vier leden van het Kapittel dat zowel een abortusarts een lintje kan krijgen als een bevindelijk christen die tegen abortus is – als beiden zich maar „bijzonder verdienstelijk hebben gemaakt voor de samenleving”, zoals de onderscheidingsgrond luidt.

Wat de leden van het Kapittel wel willen vertellen, is hoe vrolijk ze worden van hun dinsdagse vergaderingen. Bijleveld: „Je ziet het goede van de samenleving. Hoe mensen het goede zien in ándere mensen.”

Goedkoop: „Het vertrouwen van burgers in het landsbestuur en de politiek daalt. Maar in elkaar hebben mensen vertrouwen. Nederland heeft een ongelooflijk sterk maatschappelijk middenveld. Je denkt misschien dat de maatschappij individualistischer wordt, maar wij zien een andere werkelijkheid.”

Prinses Beatrix is aan het klussen tijdens NLdoet 2025 in Utrecht.

Foto Robin Utrecht/ANP

Veranderend vrijwilligerswerk

Het aantal aanvragen voor lintjes stijgt, dat voor vrouwen en mensen met een migratieachtergrond blijft elk jaar achter. Morsink: „Het enige wat wij kunnen doen is stimuleren.” Dat doen ze door burgemeesters aan te spreken mensen aan te moedigen om iemand voor te dragen, en door in het land lezingen te houden.

Zo hoopt het Kapittel ook een ander soort vrijwilliger te kunnen decoreren. Want het vrijwilligerswerk verandert in Nederland. Nog altijd is 49 procent van alle inwoners vrijwilliger, maar Lucas Meijs, hoogleraar strategische filantropie aan de Erasmus Universiteit, signaleert dat mensen zich „korter en anders” inzetten.

Hij vergelijkt het aan de telefoon met vis. De wilde zalm is de traditionele vrijwilliger die zich langdurig en langjarig inzet, maar steeds zeldzamer wordt. De kweekvis zijn mensen die via een maatschappelijke dienstplicht, stage of werk in aanraking komen met een organisatie en soms blijven. De plankton zijn mensen die spontane acties organiseren, zoals een sponsorloop of een festival om aandacht voor een kwestie te vragen.

„In Nederland bestaan alle drie de soorten vis, maar het gaat steeds meer de kant op van kweekvis en plankton.” Dat is niet verkeerd, zegt Meijs. „Het is ook steeds zeldzamer dat mensen veertig jaar dezelfde baan hebben.” Dat er meer gepensioneerden zijn, maakt niet uit: „Ook zij hebben het drukker en zoeken naar flexibel vrijwilligerswerk.”

Meijs zegt: „Organisaties die zich dat realiseren, zorgen dat mensenflexibel inzetbaar zijn. Besturen die vasthouden aan ‘hoe het altijd ging’, hebben het moeilijk.” Hij noemt het „spannend” hoe het Kapittel met deze trend omgaat. „Het beeld is dat je een lintje krijgt na zitvlees, terwijl juist ook deze nieuwe vrijwilligers bijdragen aan de samenleving.”

Bijzondere prestaties

Het Kapittel wil recht doen aan de veranderingen in vrijwilligerswerk doen, zegt voorzitter Bijleveld. „Onbaatzuchtige inzet is heel breed.” Goedkoop zegt dat ze de verandering zien: „Het vrijwilligerswerk is meer fluïde. Iemand begint een Facebook-groep, mensen haken aan, in een paar maanden is een actie opgetuigd en daarna afgelopen. Maar zo’n actie kan wel impact hebben.”

Bijleveld: „We kijken ook steeds meer naar het verhaal van een vrijwilliger: iemand kan meerdere eenmalige acties hebben opgezet.”