Ov vreest fors lagere vergoeding van het Rijk voor studentenvervoer

Studentenkaart Het kabinet wil ruim een kwart miljard minder uitgeven aan de ov-studentenkaart. Het openbaar vervoer voorziet een inkomstenval.

Reizigers in de ochtendspits op station Utrecht Centraal.
Reizigers in de ochtendspits op station Utrecht Centraal. Foto Ramon van Flymen/ANP

Het kabinet wil volgend jaar flink minder betalen voor de ov-studentenkaart. Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) is van plan de vergoeding aan de ov-bedrijven voor het zogeheten ‘studentenreisproduct’ met ongeveer een kwart te verlagen.

Nu krijgt de ov-sector nog ruim 1 miljard euro per jaar om studenten en scholieren te vervoeren. Dat zou zo’n 740 miljoen euro worden. Voor NS en de acht andere vervoerders is de bijdrage van OCW van groot economisch belang: het is ongeveer een kwart van hun jaarlijkse opbrengst.

De lagere vergoeding heeft grote gevolgen voor met name het stads- en streekvervoer, stelt OV-NL, de branchevereniging van vervoerbedrijven. „De bereikbaarheid en de toegankelijkheid van het onderwijs staan onder druk”, zegt Gerrit Spijksma, waarnemend voorzitter van OV-NL en directeur van vervoerbedrijf Qbuzz. Een volgende tegenvaller voor het ov, noemt Spijksma het, verwijzend naar de coronacrisis die de sector nog niet te boven is.

Volgens het contract tussen Rijk en vervoerders mag het ministerie de vergoeding voor het studentenvervoer aanpassen. Die wordt bepaald met een simpele rekensom: het aantal studenten keer het aantal gereisde kilometers per student keer een bedrag per kilometer.

Coronaperiode

Het probleem zit bij het aantal gereisde kilometers per student. Dat wordt eens per drie jaar vastgesteld op basis van een enquête onder studenten. OCW heeft geijkt tussen half 2022 en half 2023. Die periode is volgens de vervoerders niet representatief, want het ov was nog niet hersteld van de coronacrisis. Tijdens de pandemie namen veel minder mensen, ook studenten en scholieren, het openbaar vervoer.

De ov-bedrijven hebben vergeefs geprobeerd die ijking naar een ander moment te verschuiven, zegt Gerrit Spijksma van OV-NL. „De resultaten van het meetmoment passen niet bij de huidige tijd. Door de herintroductie van de basisbeurs en de kamernood zullen studenten meer gebruik gaan maken van het ov. Nu al hebben wij meer ‘vol-meldingen’ op de buslijnen die studenten en scholieren vaak gebruiken.” Hij vreest dat vervoerders opnieuw moeten schrappen in dienstregelingen.

De jaarlijkse OCW-bijdrage is „belangrijk” voor veel ov-bedrijven, benadrukt Spijksma. De miljoenen voor het studentenvervoer krijgen zij vooraf, aan het begin van het jaar – anders dan de inkomsten uit kaartverkoop.

Een woordvoerder van NS, dat vorig jaar 576 miljoen euro kreeg van het ministerie, noemt de situatie buitengewoon vervelend. „De verlaging past niet in de huidige positie van het openbaar vervoer in Nederland. Die is buitengewoon precair.”

Lees ook: Treinreizigers krijgen vaker last van uitval van treinen door werk aan het spoor

Bezuinigingen

OCW denkt al langer na over bezuinigingen op het studentenreisproduct. In de jaarlijkse Ombuigingslijst die rijksambtenaren opstellen om in kaart te brengen op welke overheidsuitgaven te besparen valt, staan allerlei opties voor de ov-studentenkaart.

Zo stelden de ambtenaren in augustus een eigen reisbijdrage voor van 50 euro per maand per student. Daarnaast kan het stadsvervoer uit het ov-contract, wat 140 miljoen euro bespaart. Nog een optie: studenten in het hoger onderwijs mogen niet langer tot één jaar na de nominale studieduur gratis reizen, maar moeten hun kaart direct inleveren. Bezuiniging: 110 miljoen.

De discussie over de lagere studentenvergoeding speelt op het moment dat politieke partijen juist voorstellen de verschraling in het openbaar vervoer, met name in regio’s buiten de Randstad, aan te pakken. ChristenUnie en GroenLinks hebben deze week een amendement ingediend tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen om het stads- en streekvervoer te steunen met 300 miljoen euro extra.