N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Oppositie Myanmar Een Regering van Nationale Eenheid bestrijdt het regime in Myanmar. Jongeren en minderheden hebben er weinig vertrouwen in. „Dit is een revolutie van het volk.”
Terwijl een gevechtshelikopter naderbij wiekt, verschuilt Phyu Phyu Thin zich in het hoge bamboe. Met haar helder witte shirt, haar gelakte nagels en een grote zwarte zonnebril is ze een opvallend stadse verschijning in het afgelegen junglegebied. Phyu Phyu Thin is een bekend parlementslid uit Yangon, de voormalige hoofdstad van Myanmar.
Toen na de staatsgreep van 1 februari 2021 tientallen van haar collega’s werden opgepakt, dook ze onder. Enkele maanden later wist ze te ontkomen naar de jungle in het oosten van Myanmar. Hier leven de Karen (Kayin), die al decennia met het centrale gezag verwikkeld zijn in een strijd om autonomie en gelijke rechten. Sinds de coup bieden de Karen een schuilplaats aan duizenden stadsbewoners die worden vervolgd of die de wapens hebben opgenomen tegen het regime.
Phyu Phyu Thin wordt door het regime beschuldigd van hoogverraad. Met een groep afgezette volksvertegenwoordigers en andere politieke spelers richtte ze in april 2021 een Regering van Nationale Eenheid op, de NUG. De regering bestaat uit zeventien ministeries die verspreid zitten op geheime plekken in Myanmar en elders in de regio. Enkele ministeries zijn gevestigd in westerse landen. Samen met de etnische minderheden in Myanmar hebben zij ongeveer de helft van het land onder controle.
„Wat er ook gebeurt, ik ga niet weg uit mijn land”, zegt Phyu Phyu Thin als het geluid van de wieken is weggestorven. Met een handgebaar na doet ze na hoe een helikopter een duikvlucht uitvoert en dan plotseling het vuur opent. „Zo beangstigend. Ook de drones geven me het gevoel dat ik nergens veilig ben”, zegt ze, terwijl ze door een jonge lijfwacht naar een auto wordt gedirigeerd om uit de gevarenzone te vertrekken.
Van het dak springen
Susanna Hla Hla Soe is minister van Vrouwen- en Jeugdzaken, en houdt kantoor net over de grens met Thailand. Als de dag van gisteren herinnert ze zich hoe haar collega-parlementariërs werden opgepakt en de militairen in Yangon ook op haar jacht maakten. „Ik stond aan de rand van het dak en zei tegen mezelf: ‘als ze boven komen spring ik’.” Laarzen roffelden door het trappenhuis, maar daarna bleef het stil.
Financieel staat de NUG nagenoeg op eigen benen, mede dankzij een onorthodoxe aanpak
Haar kleine kantoor is met een gordijn gescheiden van het woongedeelte. Een tiental jonge vrouwen zit op matrasjes knuffels te haken. Ze zijn gevlucht voor bombardementen die door het regeringsleger geregeld in dit gebied worden uitgevoerd. Aan de wand prijken schetsen van een berglandschap. „Met schilderen houd ik mijn stress onder controle”, zegt de minister. Regelmatig reist ze voor haar nieuwe functie naar gebieden die onder controle staan van gewapende verzetsgroepen. Ze laat foto’s zien van jongeren die op een paar stoelen midden in de jungle hun examens voorbereiden. „Ook ’s nachts slapen ze daar. Kun je het je voorstellen?” Ze bewaart schriftjes die ze tussen de bomscherven bij een getroffen school gevonden heeft. De luchtaanvallen nemen toe en ook scholen en ziekenhuizen zijn vaker doelwit. In sommige gebieden vindt onderwijs plaats in geïmproviseerde bouwsels van hout en bamboe verscholen onder gebladerte.
Advisering uit Westen
Susanna Hla Hla Soe is een energieke, gedreven persoonlijkheid. Ze mag dan minister zijn, ze opereert eerder als een hulpverlener die met een minimaal budget van crisis naar crisis rent. Hoofdschuddend zegt ze: „Laat de wereld stoppen met het verkopen van wapens aan de junta.” Rusland, China en India zijn belangrijke wapenleveranciers voor het regime. Westerse landen hanteren een embargo, maar via een complex web van sluiproutes en tussenpersonen komt militair materieel wel degelijk het land binnen. „Ik begrijp dat het ingewikkeld is onze regering internationaal erkenning te verlenen. Maar geef op zijn minst geen steun aan het regime.”
Buiten Myanmar is de NUG nauwelijks bekend. De regering heeft onder andere vertegenwoordigers in de Verenigde Staten, Australië, het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk, maar die hebben geen diplomatieke status. Wel krijgt de regering op bescheiden schaal advies en training van westerse organisaties en individuele experts.
Financieel staat de NUG nagenoeg op eigen benen, mede dankzij een onorthodoxe aanpak. De belangrijkste bron van inkomsten is de verkoop van onroerend goed dat militairen zich, veelal ten koste van de staat, als privébezit hebben toegeëigend. De verhandelde obligaties geven de kopers het recht van bezit van het vastgoed als de NUG het roer in Myanmar ooit overneemt. De aftrap was de veiling van een villa met landgoed van juntaleider Min Aung Hlaing op een toplocatie in Yangon. Het leverde tien miljoen dollar op. Honderden soortgelijke acties volgden. Daarnaast zijn er inkomsten uit belasting en donaties, ook vanuit de omvangrijke diaspora. Het grootste deel van het budget gaat naar de militaire strijd en de bodem van de kas is voortdurend in zicht.
De wereld moet stoppen wapens te verkopen aan de junta
Susanna Hla Hla Soe minister van Vrouwen en Jeugdzaken
Na de staatsgreep namen tienduizenden burgers de wapens op om tegen het regime te vechten. Slechts een deel van deze People’s Defence Forces staat onder controle van het ministerie van Defensie van de NUG. Een duidelijke commandostructuur ontbreekt, en ondanks de gedragscode en trainingen om een professioneel leger te ontwikkelen, schenden de strijders regelmatig mensenrechten. Het is een van de redenen waarom landen tot nog toe geen financiële steun willen verlenen.
De NUG werkt aan zijn reputatie. Zo heeft het verklaard zich te houden aan internationale verdragen. Ook aanvaardt het de rol van het Internationaal Gerechtshof en het Internationaal Strafhof waar al enkele jaren zaken tegen Myanmar lopen vanwege de gruweldaden door het leger.
Asiel in Australië
Thein Oo (67) is een oudgediende in de Myanmarese politiek. Al sinds het einde van de jaren tachtig is hij lid van de Nationale Liga voor Democratie (NLD) van Aung San Suu Kyi. Hij belandde al snel hoog op de opsporingslijst van de militairen en bracht een aantal jaren in de jungle door voordat hij asiel kreeg in Australië. Toen er na 2012 meer vrijheid in zijn vaderland kwam, keerde hij vanuit ballingschap terug naar Myanmar om een school voor rechtenstudenten op te zetten. Na de staatsgreep werd hij minister van Justitie van de NUG.
Met zijn team werkt hij aan het opzetten van een rechtssysteem in een deel van Centraal-Myanmar dat onder het gezag van verzetsgroepen staat. Er zijn 25 kantoren met ieder een aanklager en in totaal 160 rechters. „Zonder respect voor de rechtstaat lopen we het risico onszelf te vernietigen.” Ook andere ministeries werken in dit gebied op bescheiden schaal aan een civiel bestuur. Er zijn scholen en ziekenhuizen geopend.
Thein Oo is ervan overtuigd dat het verzet deze keer sterker staat dan ooit, maar hij heeft ook fikse kritiek op zijn regering. Hij is vooral beducht voor de dominantie van een aantal politici uit de partij van Aung San Suu Kyi, de politiek leidster die sinds de coup in eenzame opsluiting zit. Zij zien zichzelf als de belangrijkste leiders van het land en zijn weinig bereid tot samenwerking en democratisch overleg. Die houding is een oude kwaal waardoor in het verleden veel jongeren en etnische minderheden het vertrouwen in Suu Kyi en haar partij verloren. Thein Oo waarschuwt: „Dit is een revolutie van het volk. Als de oude politieke garde deze strijd claimt en geen ruimte en erkenning geeft aan jongeren en etnische minderheden, missen we een historische kans om te winnen.”