Hij was de verdediger die Luís Figo moest afstoppen, die een jonge Cristiano Ronaldo tegenover zich had en die, toen nog maar drieëntwintig jaar oud, een mooie carrière voor de boeg leek te hebben. Maar zondag bleek de Russische oud-voetballer Aleksej Boegajev omgekomen te zijn aan het front in Oekraïne. Hij werd 43 jaar.
Boegajev gold als talentvolle verdediger toen hij in 2004 met het Russische nationale elftal naar het EK-voetbal in Portugal ging. Op YouTube zijn beelden te zien van de wedstrijd tegen het Portugese team. Boegajev, in het witte shirt van de iconische Total90-lijn van sponsor Nike, met het nummer 21 in een cirkel op de buik, speelt centraal achterin. Naast hem staat aanvoerder Aleksej Smertin, die als speler van het grote Chelsea het nationale team draagt.
Boegajev heeft de technische buitenspeler Simao in zijn zak, maar staat even later te slapen bij een dieptepass naar spits Pauleta. Keeper Sergej Ovtsjinnikov komt vervolgens te ver uit, raakt de bal buiten het strafschopgebied met de hand en krijgt rood. Mede door de 2-0 nederlaag eindigen de Russen als laatste in de poule.
Bierfestival
Boegajev zal daarna nog maar een paar interlands spelen, want na het EK glijdt hij snel af. Als zijn team van Torpedo Moskou zich kort na het toernooi in een hotel verzamelt om naar twee uitwedstrijden te vliegen, ontbreekt hij: de verdediger is op een bierfestival in Moskou, memoreert een oud-teamgenoot tegen het Russische sportmedium Sport24.ru. „Hij liet de teamdokter weten dat we maar zonder hem moesten vertrekken.”
Alcoholisme wordt zijn grootste tegenstander. Een half jaar na het EK verhuist Boegajev naar de Russische kampioen Lokomotiv, elders in Moskou. Maar daar speelt hij weinig, waarna hij verkast naar het kleinere Tom Tomsk. Soms lukt het hem daar om een tijdje nuchter te blijven, in ieder geval op wedstrijddagen. Maar nadat hij op trainingskamp in Turkije een winkelruit kapotslaat, wordt zijn contract ontbonden. Hij probeert het daarna nog bij de kleinere clubs Khimki en FK Krasnodar, tot hij op zijn negenentwintigste stopt met voetbal.
Hij verdwijnt van de radar, tot journalisten in 2015 ontdekken dat hij inmiddels oud papier inzamelt. Jaren later werkt hij in een lommerd – om zijn schulden af te betalen, melden Russische media. In oktober 2023 gaat het mis als hij met een halve kilo mefedron de straat op gaat, om de drugs – in Nederland beter bekend als ‘miauw miauw’ – te verkopen. Agenten betrappen hem. Een rechtbank veroordeelt Boegajev dit najaar tot 9,5 jaar cel in een ‘maximaal beveiligde’ strafkolonie in de regio Krasnodar.
Twee weken militaire training
Daar vond hij een weg naar buiten: de oorlog in Oekraïne. Al sinds de eerste oorlogszomer worden Russische gevangenen gerekruteerd met de belofte dat er na de strijd gratie wacht. Eerst gaat de Wagner-groep van Jevgeni Prigozjin de gevangenissen langs om huurlingen te ronselen, later sluiten de gedetineerden aan bij het Russische leger. De gedetineerden vullen de gelederen aan het front aan, waar grote verliezen worden geleden; volgens Oekraïnse cijfers, die niet onafhankelijk te verifiëren zijn, komen er maandelijks zo’n dertigduizend Russische soldaten om het leven.
Lees ook
Waarom melden Russische mannen zich nog steeds bij het leger?
Het is dan ook een even populaire als gevaarlijke uitweg. Begin dit jaar sloten twee gevangenissen in de regio Krasnodar: er waren simpelweg te weinig gedetineerden over. Maar ze krijgen amper twee weken militaire training voordat ze naar het front worden gestuurd. En als ze daar eenmaal zijn, dienen ze vooral als kanonnenvoer. Bij aanvallen vormen ze de eerste linie, zei Prigozjin eens, en daarmee ook de eersten die sneuvelen. Al begin 2023 bleek dat zo’n tachtig procent van de gedetineerden die zich bij Wagner hadden aangesloten in Oekraïne was omgekomen, gewond was geraakt of gevangen was genomen.
„Boegajev kon alles op het veld”, zei zijn oud-trainer Valeri Petrakov tegen Sport24. „Hij was snel, kon passen, schieten, zich goed positioneren, springen. En hij was in een fenomenale conditie. Het is tragisch dat hij zijn talent heeft weggedronken.”
De voetbalsters van het Nederlands elftal zijn na een 5-2-nederlaag tegen Frankrijk al in de groepsfase van het Europees Kampioenschap in Zwitserland uitgeschakeld.
De ploeg van de afscheidnemende bondscoach Andries Jonker had in Basel een zege met drie doelpunten verschil nodig. Na een 2-1-voorsprong bij rust was er nog hoop, maar in de tweede helft bleek Frankrijk te sterk.
Sandie Toletti opende in de 22e minuut de score voor Frankrijk, snel gevolgd door de 1-1 van Victoria Pelova. Vlak voor rust bezorgde de Franse Selma Bacha Oranje de voorsprong met een eigen doelpunt.
In de tweede helft bleken de krachten van Nederland op, waarvan Frankrijk gebruikmaakte via treffers van Marie-Antoinette Katoto, Delphine Cascarino (twee) en Sakina Karchaoui.
De opdracht voor de ploeg van Jonker in Zwitserland was haast onmogelijk geworden na de 4-0-nederlaag tegen Engeland. De ploeg van bondscoach Sarina Wiegman plaatste zich samen met groepswinnaar Frankrijk voor de kwartfinales.
Jannik Sinner lijkt niet te denken aan zijn vorige grandslamfinale als hij moet serveren voor zijn eerste Wimbledon-titel. De drie wedstrijdpunten die hij in Parijs verspeelde, weerhouden hem er niet van om in zijn laatste servicegame ijzersterk tennis te laten zien. 40-0 staat het, weer drie wedstrijdpunten dus, deze keer op zijn eigen service.
Op de eerste lukt het niet. 40-15. Nog twee mogelijkheden over. Met Parijs in het achterhoofd houdt iedereen zijn adem in. Behalve Sinner zelf, die de rust bewaart en een snoeiharde service door het midden speelt, waar tegenstander Carlos Alcaraz niet meer bij kan. De nieuwe kampioen viert de overwinning ingetogen: in stilte, met twee vuisten in de lucht.
Het is de eerste keer in bijna twee jaar tijd dat Sinner van zijn rivaal weet te winnen. In Parijs kwam hij vijf weken geleden dichtbij, maar moest hij uiteindelijk zijn meerdere erkennen in de Spanjaard, die zich knap terugknokte. Ook de vier ontmoetingen daarvoor won Alcaraz.
Sinner slaat een return met zijn forehand. Foto Kin Cheung / AP
Van de negen wedstrijden die Sinner sinds begin 2024 heeft verloren, was Alcaraz vijf keer zijn tegenstander. Een statistiek die doet denken aan een andere grootse rivaliteit: van 2005 tot en met 2006 verloor Roger Federer ook slechts negen wedstrijden. In vijf van die negen wedstrijden was Rafael Nadal zijn tegenstander.
Nadal was in het hoofd van Federer gekropen. Iedere nederlaag werkte mentaal door bij de Zwitser, wat het steeds moeilijker maakte om Nadal te verslaan. Het was de vraag in hoeverre ditzelfde probleem ook bij Sinner zou spelen.
Rommelig
De eerste anderhalve set speelt Sinner niet op zijn best. Het is sowieso een rommelige wedstrijd, waarin prachtige punten worden afgewisseld door frustrerende fouten.
Vooral Sinner begint slordig. Hij komt weliswaar een break voor, halverwege de eerste set, maar geeft die vrij snel weer uit handen na een game waarin hij meerdere ballen uit slaat. En hij blijft fouten maken: niet veel later verliest hij de eerste set.
In de tweede breekt hij direct de service van Alcaraz, die zijn concentratie niet heeft kunnen vasthouden. Een bekend probleem voor de jonge Spanjaard. Het grootste gedeelte van de set lijkt het echter alsof Sinner de break weer gaat inleveren. Hij is kwetsbaar op zijn eigen service, iedere keer weer komt hij in de problemen.
Als Sinner in zijn eerste servicegame van de set een breakkans heeft weggepoetst, wordt duidelijk hoeveel de wedstrijd voor hem betekent. „Come on!” schreeuwt de Italiaan, die erom bekendstaat kalm en onverstoorbaar op de baan te staan. Zijn emoties laat hij zelden zien.
Uiteindelijk lukt het Sinner om ongeschonden uit een aantal moeilijke situaties te komen, waarna hij mag serveren voor de set. En dan is er plotseling niets meer over van de kwetsbare service: de Italiaan heeft geen enkele moeite met het binnenhalen van de tweede set.
Alcaraz, titelverdediger in Londen, speelde een slordige finale. Foto Andrew Couldridge / Reuters
Uitvoerige excuses
Het respect tussen de spelers is groot, ook in een belangrijke finale als deze. Een paar keer glijdt een van beiden uit op het gladde gras, en telkens controleert de ander direct of alles oké is. Na een netbal of een ‘mishit’ die per ongeluk een winner blijkt, zijn de excuses uitvoerig.
Het doet denken aan de rivaliteit waarmee de strijd tussen deze twee vaak wordt vergeleken: die tussen Federer en Nadal. De sympathie en het respect waarmee zij elkaar bejegenden, was een van de redenen dat niet alleen zijzelf, maar ook hun rivaliteit zo populair was.
Dat Sinner en Alcaraz het stokje hebben overgenomen, is inmiddels wel duidelijk. Bij 1-1 in sets is het nog altijd onmogelijk te voorspellen welke kant deze wedstrijd op zal vallen. De partij blijft wisselvallig, al is het spel van de Italiaan sinds het eind van de tweede set iets agressiever, met meer winners.
Er is veel onderling respect tussen Alcaraz en Sinner, ook na het laatste punt. Foto Henry Nicholls / AFP
‘Ontploffende bom’
Bij vlagen komt de speler naar boven die in de halve finale Novak Djokovic in drie indrukwekkende sets versloeg. „Zijn forehand is eigenlijk meer een ontploffende bom dan een forehand”, zegt de commentator van de Britse Eurosport op een gegeven moment bewonderend. Alcaraz lijkt ontevreden. Zijn lichaamstaal wordt negatiever, hij is duidelijk niet blij met zijn spel.
Als Sinner uiteindelijk de derde set wint, is het de vraag wat Alcaraz nog kan doen. Natuurlijk, in Parijs wist hij een van de indrukwekkendste comebacks ooit te produceren, maar vandaag lijkt er een andere speler op de baan te staan. Er gaat minder energie van hem uit, hij is negatiever en vlakker. Een onverwachtse draai in de wedstrijd is niet onmogelijk, maar lijkt ver weg.
Die draai komt er ook niet. Sinner heeft, net als in de vorige twee sets, aan één break genoeg. Alcaraz creëert nog twee kansen om de break voorsprong ongedaan te maken, waarbij het publiek volledig achter hem gaat staan.
Maar het lukt hem niet de kans te grijpen, en als Sinner even later voor de wedstrijd serveert, is hij oppermachtig. De toeschouwers hadden duidelijk gehoopt op een vijfde set, maar dat blijkt te veel gevraagd.
Voor het avondeten bidden Chris Noordzij (20) en zijn zeven huisgenoten samen aan tafel in hun studentenhuis in Leiden. Noordzij, student politicologie, is lijsttrekker van de ChristenUnie Leiden en lid van de christelijke studentenvereniging Navigators (NSL). Via die vereniging vond hij ook zijn huisgenoten. „Onze gedeelde levensovertuiging is wat ons huis tot een thuis maakt. We hebben een vergelijkbare levensstijl, gaan samen naar de kerk of naar lezingen en delen waarden die ons verbinden”, vertelt hij. „Dat voelt veilig. Maar nu zijn we allemaal bang dat die sociale veiligheid verdwijnt.”
Student politicologie Chris Noordzij woont in een christelijk studentenhuis in Leiden.
Een poster van de ChristenUnie in het studentenhuis.
Foto’s Simon Lenskens
Aanleiding voor zijn zorg is een landelijk beleidsvoornemen van studentenhuisvester DUWO, dat ruim 33.000 studentenwoningen beheert in steden als Leiden, Delft, Den Haag, Amsterdam en Utrecht. Vanaf 2026 wil DUWO het traditionele hospiteersysteem afschaffen. Studentenhuizen mogen dan niet langer zelf hun nieuwe huisgenoot kiezen. In plaats daarvan selecteert DUWO vijftien kandidaten per vrijkomende kamer op basis van ‘objectieve criteria’ – waarbij in elk geval géén rekening wordt gehouden met lidmaatschap van een studenten-, cultuur- sport- of geloofsvereniging. De zittende bewoners moeten verplicht een van die vijftien kandidaten kiezen.
Volgens DUWO is het huidige hospiteersysteem „gesloten en ondoorzichtig”. Studenten zonder netwerk, al dan niet uit het buitenland, studenten met een migratieachtergrond, afkomstig van het mbo of eerste generatie-studenten zouden structureel op achterstand staan. „We willen gelijke kansen bieden in een tijd van woningschaarste”, zegt woordvoerder Gijsbert Mul. Veel kamers worden volgens hem via Facebook of WhatsApp verdeeld, „en niet iedereen weet waar hij moet zoeken”. Ook zouden er regelmatig teksten opduiken als ‘no internationals’. „Dat moet echt anders.”
Het christelijk studentenhuis van Chris Noordzij.
Foto Simon Lenskens
Verzet
Het plan stuit op felle weerstand, vooral in studentensteden als Leiden. Begin juni begon huurdersvereniging BRES een petitie die binnen een week meer dan vijfduizend keer werd ondertekend. „Onze achterban is duidelijk”, zegt Pim Lammers, bestuurslid van BRES. „77 procent vindt het huidige systeem eerlijk. Ze voelen zich compleet buitenspel gezet.” Donderdagavond stemde de gemeenteraad van Leiden in met twee moties van Studenten Voor Leiden (SVL) en D66 waarin de studentenhuisvester werd verzocht af te zien van het voorgenomen beleid.
Hoewel DUWO zegt het gesprek met studenten nog open te houden, heeft de huisvester de invoering van het nieuwe systeem al breder aangekondigd. „We zijn natuurlijk niet over één nacht ijs gegaan”, zegt woordvoerder Mul. Tegelijkertijd betwijfelen studenten hoeveel inspraak er nog mogelijk is, nu de plannen al vergevorderd lijken. „DUWO zegt dat ze nog in gesprek zijn, maar aan de manier waarop ze deze plannen presenteren zien wij dat het besluit eigenlijk al is genomen”, zegt Lammers.
Volgens Lammers is het plan van DUWO een fundamentele herziening van hoe studenten samenleven. „Vooral kleinere, alternatieve of religieuze verenigingen vallen of staan bij de huizen die ze hebben. Als je daar de controle over verliest, verlies je hun bestaansrecht.”
Je kiest niet alleen een kamer, je kiest een thuis. En dat kiest jou ook
Vorige week donderdag organiseerde de huurdersvereniging een inspraakavond in een zaaltje van poppodium Nobel in Leiden met zo’n 250 studenten van verschillende verenigingen. De boodschap was eensgezind: studenten willen eigen huisgenoten kiezen. „Ik wil zelf bepalen wiens haar ik uit het doucheputje haal”, zei een student, waarop luid applaus volgde.
Vangnet
Ook Florian Gunning (26), student fiscaal recht en lid van de Leidse Studentenvereniging Minerva, maakt zich zorgen. Hij woont met veertien huisgenoten in een studentenhuis van de vereniging. Als eerstejaars kwam hij zonder netwerk uit Friesland naar Leiden. Toch werd hij uitgenodigd voor een hospiteeravond. „Ik kende niemand, was nerveus, maar het klikte meteen.” Die klik, zegt hij, is essentieel. „Je kiest niet alleen een kamer, je kiest een thuis. En dat kiest jou ook.”
In zijn derde jaar kreeg Gunning het lastig. „Ik zat echt niet lekker in m’n vel. Alles liep vast: mijn studie, mijn motivatie, ikzelf. En toen was het mijn huis dat me eruit trok.” Hij herinnert zich hoe huisgenoten hem uit zijn kamer haalden om mee te gaan naar de bibliotheek, hoe ze gesprekken voerden over zijn mentale gezondheid. „Dat is alleen mogelijk omdat we zorgvuldig kiezen wie bij ons past. Die vertrouwensband ontstaat niet zomaar.”
Bewoners van het studentenhuis van Minerva in de gemeenschappelijke ruimte.
Foto Simon Lenskens
Noordzij ziet dat ook in zijn christelijke huis. „In een tijd waarin studenten steeds meer onder hoge druk staan – prestatiedruk, eenzaamheid, mentale klachten – heb je een veilige basis nodig. Een plek waar je thuiskomt, en gezien wordt.”
Volgens Douwe Rutgers, bestuurslid bij Minerva, raakt het plan aan de kern van het studentenleven. „Studenten dreigen hun gevoel van verbondenheid kwijt te raken, terwijl dat juist is wat deze fase zo bijzonder maakt. Bovendien beperkt het de vrijheid om je op je eigen manier te verenigen.”
Samen musiceren
Ook binnen culturele verenigingen leeft het onderwerp. Aedan Boender (22), geneeskundestudent en lid van muziekvereniging Collegium Musicum, woont met drie andere leden. „Ik kan niet beschrijven hoe bijzonder het is om op zo’n plek te wonen”, zegt hij. „We oefenen viool of piano op onze kamers, repeteren samen thuis. Tijdens het koken staat er klassieke muziek aan, en we praten over muziek. Het is heel vanzelfsprekend, maar dat is het eigenlijk niet.”
Boender noemt het een moeilijke ethische kwestie. „Natuurlijk hebben we als huis veel macht op een hospiteeravond, en misschien is dat niet altijd eerlijk. Maar het is wel de reden dat we hier samen kunnen spelen. Ik heb vrienden die zich thuis niet durven uitdrukken op hun instrument. Hier kan ik dagelijks oefenen. Als dit huis verdwijnt, dan komt er een einde aan decennia waarin CM’ers hier samenleefden en groeiden.”
80 procent van de studentenhuizen is verbonden aan een vereniging. Als je nergens lid bent, kom je nergens tussen
Voor sommige studenten klinkt het nieuwe systeem wel als een stap vooruit. Philine Rienstra (20), student aan de kunstacademie in Rotterdam, probeert al anderhalf jaar een kamer te vinden in Delft – zonder succes. „Ik wil heel graag in Delft wonen”, zegt ze. „Maar zeker 80 procent van de studentenhuizen is verbonden aan een vereniging. Als je nergens lid bent, kom je nauwelijks ergens tussen.”
Ze huurde drie keer tijdelijk onder bij verschillende huizen, maar voelde zich nergens welkom. „Ik zit op de kunstacademie, ik drink niet, en ik hoor er gewoon niet bij.” De zoektocht ervaart ze als uitzichtloos en stressvol. „Mijn vriend vond binnen een paar weken een kamer – hij zit bij een vereniging. Dan voel ik me echt buitengesloten.” Op een gegeven moment overwoog ze zelf lid te worden, niet uit overtuiging maar uit noodzaak. „Puur om kans te maken op een kamer. Dat ik dat serieus overwogen heb, vind ik eigenlijk belachelijk.”
Ze hoopt dat DUWO het plan doorzet. „Voor mensen zoals ik zou dat eindelijk een kans zijn om op een eerlijke manier ergens tussen te komen. Dat je niet hoeft te doen alsof je iemand bent die je niet bent.”
Het studentenhuis van Minerva.
Foto’s Simon Lenskens
‘Handschoenen uit’
Ook tijdens de inspraakavond vorige week donderdag klonk begrip voor DUWO’s beweegredenen. „Het systeem is óók scheef”, zei een student. „Maar moet je daarvoor álle huizen over één kam scheren? Waarom begin je niet met nieuwe woningen, in plaats van bestaande tradities op te breken?”
„DUWO stuurt terecht aan op eerlijkheid, maar offert daarmee wel de sociale samenhang op”, zei een ander. „Is er niet een betere balans te vinden?” In de zaal ontstond een levendige discussie over alternatieven. Sommigen opperden het oprichten van een stichting om panden zelf aan te kopen. Anderen spraken over het schrijven van persoonlijke brieven of het benaderen van Tweede Kamerleden. „We moeten laten zien wat er achter elke voordeur op het spel staat”, zei een student. „Hoe persoonlijker het verhaal, hoe beter.”
Ook protest werd op tafel gelegd. Een aanwezige stelde voor om tijdens het Landelijk Congres Studentenhuisvesting op 4 september massaal te gaan protesteren. „Er komt een punt dat de handschoenen uitgaan”, zei Lammers. „En dat punt komt steeds dichterbij.”
Lees ook
Succesvol hospiteren, hoe doe je dat? ‘Je moet origineel zijn, maar het niet te gek maken’