De Democratische oud-senator Bob Menendez is woensdag veroordeeld tot 11 jaar celstraf vanwege omkoping. De rechter in New York achtte bewezen dat Menendez in zijn tijd als senator steekpenningen aannam en zich liet omkopen in ruil voor politieke gunsten. Dat deed hij onder meer als voorzitter van de buitenlandcommissie van de Senaat, een van de machtigste posities in Washington.
In die positie zou Menendez zich onder meer hebben laten omkopen door Egypte, dat hem met grote sommen geld, goudstaven en dure auto’s overhaalde om miljarden dollars aan Amerikaanse ontwikkelingshulp richting Egypte te laten stromen. Vorig jaar werd de 71-jarige Democraat op alle aanklachten schuldig bevonden. Menendez zegde toen zijn zetel in de Senaat al op, al benadrukte hij in beroep te gaan.
De federale rechter sprak Menendez hard toe in de overvolle rechtszaal, zo schrijft The New York Times. “Ergens onderweg – ik weet niet waar het was – ben je de weg kwijtgeraakt,” zei hij. “Werken voor het algemeen belang werd werken voor jezelf.” Waar Menendez in de rechtbank zelf nog geëmotioneerd en schuldbewust reageerde, was zijn toon voor verslaggevers buiten de rechtbank anders.
“Dit hele proces is niets anders dan een politieke heksenjacht”, zei de oud-senator. “President Trump heeft gelijk. Dit proces is politiek en tot op het bot corrupt. Ik hoop dat president Trump de beerput opruimt en de integriteit van het systeem herstelt”, aldus Menendez, die met die woorden leek te hopen op gratie van de Amerikaans president.
Voor de verjaardagen van mijn kleinkinderen doe ik elk jaar een donatie aan Stichting Jarige Job. Een feestje voor een ander kind, dat idee. Dit jaar wordt Tess zeven, en mag ze voor het eerst meebeslissen naar welk goed doel het geld gaat. „Kinderen met kanker”, zegt ze resoluut. Omdat ze de oorlog in Gaza op het Jeugdjournaal volgt en zich zorgen maakt over de kinderen daar, stel ik dat als alternatief voor. Ze kijkt me aan: „Nee oma, daar komen toch bijna geen hulpgoederen meer binnen.”
Lezers zijn de auteurs van deze rubriek. Een Ikje is een persoonlijke ervaring of anekdote in maximaal 120 woorden. Insturen via [email protected]
In Amsterdam Oud-West kwam ik Mary Zeldenrust tegen, althans haar gezicht, zoals ik me dat nog goed herinnerde. Met een brede glimlach keek ze me aan vanaf het omslag van een boek met de titel Gesprekken met Mary Zeldenrust. Het bleek in 1984 uitgekomen en lag nu gratis in een doos met afgedankte boeken.
Wie was Mary Zeldenrust, willen nu natuurlijk mijn jongere lezers, ademloos van nieuwsgierigheid, weten. Mary Zeldenrust-Noordanus (1928-1984) was een bekende Nederlander die regelmatig op tv verscheen, vooral in haar belangrijkste functie: voorzitter in de jaren zestig van de NVSH, de Nederlandse Vereniging Voor Seksuele Hervorming, die zich toelegde op hulpverlening en voorlichting over anticonceptie en seksualiteit. Ze stierf op 55-jarige leeftijd aan kanker.
Ik herinner me haar als een welbespraakte, bevlogen vrouw. Zo werd ze een boegbeeld in „de bevrijding van het geslachtsleven uit de hypocrisie van een burgerlijk-religieuze moraal”, zoals in het voorwoord wordt gesteld. Ze beschouwde zich niet als een volbloed feministe. „Het feminisme heeft enkele goeie dingen”, zei ze tegen Bibeb van Vrij Nederland, „maar als totaliteit kan ik het niet uitstaan”. Ze ergerde zich aan „die te grote heftigheid en te grote eenzijdigheid”.
Het boek bevat tal van uitgebreide interviews. Wat mij verbaasde was een macabere overeenkomst van de jaren zestig met de huidige tijd: ook Zeldenrust werd in haar functie van NVSH-voorzitter al ernstig bedreigd. „Als ik ergens gezegd had dat de pil aan minderjarigen verstrekt moest worden (…) werd ik onmiddellijk met de dood bedreigd. Met scheldkanonnades over de telefoon, met dreigbrieven.” Ze besloot daarom haar kinderen nooit alleen thuis te laten.
Toen ze zei dat de NVSH ook over homoseksualiteit moest nadenken, beet een Kamerlid haar toe dat daarmee de subsidie voor de consultatiebureaus niet zou doorgaan. Wat ze vooral bepleitte: meer vrijheid om strijd te kunnen voeren. „Vrijheid in jezelf, vrijheid om je kinderen te plannen, financiële vrijheid, om op andere fronten überhaupt een gevecht te kunnen aangaan.”
Ook in haar eigen privéleven zocht en vond ze die vrijheid, al wilde ze zich daarover in deze interviews niet uiten. Wel komt herhaaldelijk het feit ter sprake dat zij en haar echtgenoot Dick met een bevriend echtpaar, Jaap en An Muijlwijk, samenwoonden in Rotterdam.
„Jullie commune bestaat nu vijf jaar”, zegt Bibeb in 1975 tegen haar. Zeldenrust reageert geïrriteerd en wil het geen commune noemen: „We leven als één gezin, maar de kinderen en allebei de echtparen hebben een eigen kamer. Je moet je kunnen afzonderen.” Ze weidt uit over het praktische nut, niet over de intieme oorzaak.
Larissa Pans, die aan een in 2026 te verschijnen biografie van Mary Zeldenrust werkt, zei daarover in Biografieportaal: „Ze werd verliefd op een getrouwde vrouw die met haar man en twee kinderen bij hen introk. Ze hadden een open relatie, ook hun mannen konden er andere contacten op nahouden.”
Daarmee rijzen vragen over haar eigen seksuele geaardheid. Dat zij als ex-NVSH-voorzitter daarover wilde zwijgen, was uiteraard haar goed recht, maar het bewees ook dat de strijd voor meer seksuele vrijheid nog lang niet voltooid was.
Polen gaat vanaf maandag 7 juli „tijdelijk” grenscontroles uitvoeren aan zijn grenzen met Duitsland en Litouwen. Dat zei de Poolse premier Donald Tusk dinsdag bij een persconferentie .
Volgens Tusk is de maatregel een reactie op de grenscontroles die Duitsland aan de Poolse grens uitvoert. Bij die controles stuurt Duitsland asielzoekers terug naar Polen. Volgens Tusk zorgde dat voor „spanningen” in zijn land, en een gevoel van „ongelijkheid”.
Polen heeft naar eigen zeggen al langer te maken met een migratiecrisis. Aan de oostgrens zetten Rusland en Belarus volgens de regering-Tusk migrantenstromen in als wapen om de EU te destabiliseren. Bij een persconferentie op maandag zei Tusk dat Polen „een hoop tijd, geld, zweet en, helaas, bloed” heeft geïnvesteerd om de grens met Belarus „hermetisch” af te sluiten.
Geen uitzondering
Nationalistische oppositiepartijen in Polen beschuldigen de liberale regering van Tusk er evenwel van grote aantallen ongedocumenteerde migranten toe te laten. Extreemrechtse activisten voerden de afgelopen tijd zelfs op eigen houtje „controles” uit aan de grens met Duitsland.
Polen is met zijn grenscontroles geenszins een uitzondering in Europa. Het Schengen-verdrag, waar vrijwel alle EU-landen onder vallen, stelt in principe dat landen geen grenscontroles mogen uitvoeren. Maar tijdelijke grenscontroles zijn in het geval van een crisis wél toegestaan. Op 1 juli hadden 11 van de 29 Schengenlanden gebruik gemaakt van die uitzondering om grenscontroles in te voeren, schrijft nieuwssite Politico.
Volgens premier Tusk wil Polen zich graag aan de internationale wetten en verdragen houden, maar heeft het nu geen keus. „We hebben het Schengen-verdrag verdedigd, en zullen voorstanders blijven van een Europa zonder grenzen en zonder reisbeperkingen”, aldus Tusk. „Maar die wil moet er ook zijn bij onze buurlanden.”