Oud-bestuurders Coöperatie Laatste Wil zijn ‘vol ongeloof’ en zien ‘dolkstoot in de rug’ in zaak over hulp bij zelfdoding

Het is een ongebruikelijk gezicht: in de rechtbank van Arnhem zijn alle zeven verdachten helemaal grijs. De jongste is zeventig en de oudste tachtig. In de Nederlandse rechtbank is de gemiddelde leeftijd doorgaans stukken jonger. De rechter heeft de invulling van het proces speciaal aangepast op de „verdachten die op leeftijd zijn”. „We realiseren ons dat deze zaak een zware belasting is. Het staat u daarom vrij de zaal tussentijds even te verlaten.” Op alle acht zittingsdagen is er een extra lange middagpauze, kondigt hij aan. Van twaalf tot twee.

De zeven verdachten staan terecht voor deelneming aan een criminele organisatie die tot oogmerk had het „opzettelijk een ander behulpzaam zijn bij zelfdoding en/of de middelen daartoe verschaffen”. Twee verdachten worden daar bovenop verdacht van hulp bij zelfdoding, omdat bij hen volgens het OM is vast te stellen dat ze het zelfdodingsmiddel zelf leverden en dat enkele ontvangers zijn overleden.

Coöperatie Laatste Wil (CLW) is een verbindende factor tussen de zeven verdachten, omdat ze daar lid of bestuurder van waren. Het OM vervolgt niet de CLW, maar de zeven verdachten die gezamenlijk zouden opereren.

De CLW werd in 2013 opgericht met als specifieke doelstelling dat er een humaan ‘laatstewilmiddel’ op de markt moest komen. Toen CLW in 2018 een middel had gevonden – een poeder dat in laboratoria wordt gebruikt en dat CLW later ‘middel X’ is gaan noemen – en het wilde verstrekken, kreeg ze een waarschuwing van het OM. Het lijkt erop dat een aantal CLW’ers vervolgens „ondergronds” is gegaan, zegt het OM.


Lees ook
Grootste strafzaak over hulp bij zelfdoding: absolute zelfbeschikking versus bescherming van het ‘recht op leven’

Demonstranten bij de rechtbank in Den Bosch in een ‘Mars voor zelfbeschikking’, ter ondersteuning van Alex S. die in 2023 werd veroordeeld tot 3,5 jaar voor het verhandelen van zelfdodingsmiddel X.

‘Startverklaring’

Ook al afwijkend aan dit proces: alle verdachten mogen, net als de officier van justitie, op deze eerste zittingsdag een „startverklaring” afleggen. Als reden daarvoor noemt de rechter dat de zaak gaat over „heel existentiële en menselijke dilemma’s en belangen”.

De meeste verdachten zijn na hun pensioen vrijwilligerswerk gaan doen en vonden hun roeping bij de CLW, blijkt tijdens deze eerste zittingsdag. Sommigen begeleidden huiskamergesprekken waarin werd gepraat over het levenseinde. Oud-bestuurders Jos van Wijk (75) en Petra de Jong (70), die bij hun hele naam genoemd mogen worden, gaven in de jaren waarin de strafbare feiten gepleegd zouden zijn, leiding aan de organisatie. Een aantal verdachten heeft met elkaar gemeen dat ze verbaasd en verbolgen zijn over de strafzaak. En daarover beginnen ze hun startverklaring.

„Ik ben vol ongeloof over de situatie waarin ik ben beland”, zegt Petra de Jong, die als eerste verdachte het woord mag voeren. „Het geruststellende is dat ik alleen de waarheid hoef te vertellen.” De Jong stelt dat zijzelf en Jos van Wijk „volkomen onterecht” deel uitmaken van deze strafzaak. „We zitten hier omdat een aantal mensen (binnen de CLW) last hadden van een hulpverlenerssyndroom. Ik verwerp hun handel. Dat er een groep was die achter de rug om van het bestuur deze plannen smeedde, voelt als verraad.” Ze vertelt over haar voorbije carrière als longarts, waarin haar interesse in een waardig levenseinde groeide.

‘Ik ben babyboomer’

Jos van Wijk zegt, net als De Jong, dat hij altijd heeft „uitgedragen dat het alleen kan volgens de wet”. „Het is een dolksteek in de rug dat een groep mensen onze doelstelling heeft ondermijnd”, zegt Van Wijk.

„Laat ik beginnen met zeggen dat ik een babyboomer ben”, zegt hij. Zijn generatie heeft „verantwoordelijkheid en zelfbeschikking” met de „paplepel” ingegeven gekregen. „Ik heb een levensverwachting van nog zo’n vijftien jaar en heb de wens om zelf te kunnen beslissen. Over roken, drinken, geslachtsverandering en het halen van je rijbewijs kun je zelf beslissen, maar niet over je levenseinde.”

verdachteTineke B. Snotverdorie, ik word verdacht van medemenselijkheid

Dat het OM in december besloten heeft hem te vervolgen, belast hem „ernstig”. Hij noemt het een „smet” die aan hem kleeft. „Het heeft mijn vrolijkheid en spontaniteit aangetast, en mijn bloeddruk in de gevarenzone gebracht.” Verdachte Loek de L., zegt dat de dagvaarding, die de vrijdag voor Kerst op de deurmat lag, als een „donkere wolk” over de kerstdagen lag. Hij noemt het „onfatsoenlijk” van het OM, om de uitnodiging voor de rechtszaak op dat moment te versturen.

„Tot mijn verbijstering is mijn vrijwilligerswerk voor CLW uitgelopen in deze strafzaak”, zegt de 76-jarige Marja K. „Van mezelf weet ik dat ik nooit meer heb gedaan dan mensen desgevraagd te wijzen op informatie. Ik ben een rijker mens geworden door alle ontmoetingen en gesprekken. Voor mijzelf is het geen vraag of ik crimineel ben bezig geweest.”


Lees ook
Coöperatie Laatste Wil: ‘Wij zijn geen zelfmoordclub’

Voorzitter Jos van Wijk en bestuurslid Petra de Jong (rechts) van de  Coöperatie Laatste Wil

Onomwonden bekentenis

De 75-jarige Jos S. noemt de rechtszaak „een veldslag in een verloren oorlog”. Het OM, zegt hij, wil „mensen die vooroplopen een douw geven” […] „Toen ik jong was, was het verboden condooms te verkopen aan minderjarigen. Ook abortus en euthanasie worden langzaam uit het strafrecht losgeweekt. Zo zal het ook gaan met hulp bij zelfdoding.” En even later: „Doe de benauwde ramen en deuren van de juridische zolderkamer eens open om te kijken wat zich in de echte wereld afspeelt.”

Tineke B. (74) is blij dat ze de rechter eindelijk in de ogen kan kijken, zegt ze. Om „de verbinding” te voelen. Ze zat eerder vier dagen vast vanwege de verdenkingen. B. laat in het midden of ze schuldig is aan wat het OM haar ten laste legt. „Snotverdorie”, zegt ze, „ik word verdacht van medemenselijkheid.”

verdachteJos S. De rechtszaak is een veldslag in een verloren oorlog, het OM wil mensen die vooroplopen een douw geven

De eerste zittingsdag sluit af met een gesprek met de tachtigjarige Loek de L., die niet op alle vragen goed antwoord kan geven omdat zijn geheugen „achteruit rent”, maar wel onomwonden bekent. Hij is transparant over wat hij heeft gedaan: ja, hij heeft het middel aan honderden mensen verkocht. Meestal kende hij die mensen via de CLW. Hij schatte op eigen gevoel in of ze het middel wel echt nodig hadden.

Komende dagen wordt verder gesproken met de verdachten. De laatste zittingsdag is op 23 april. De uitspraak staat gepland op 2 juli.