Oranje wil zich niet laten afleiden door toestand om vertrek bondscoach Jonker

Zo ver mogelijk willen komen in de Nations League en binnen afzienbare tijd een groot toernooi winnen. Dat is nog steeds de ambitie van voetbalbond KNVB voor het nationale vrouwenteam. „Daar gaan we nog steeds 100 procent voor”, zei bondscoach Andries Jonker maandag bij de start van het trainingskamp in Zeist. „Dat traject”, zei ook technisch directeur Nigel de Jong, „willen we niet verstoren”.

Is het dan logisch om vier weken voor die Nations League-competitie en vijf maanden voor het EK in Zwitserland te breken met de huidige bondscoach? Dat is precies wat De Jong als verantwoordelijk bestuurder van de KNVB deed. In een onverwacht, kort persbericht meldde de bond eind januari dat het contract met Jonker na het komende EK niet wordt verlengd, omdat „het tijd is voor een nieuwe fase”.

Naar de werkelijke reden van de breuk tussen coach en trainer was het lang gissen. Zowel de KNVB als Jonker gaf er lange tijd geen toelichting op. De speelsters van Oranje evenmin. De zwijgzaamheid leidde tot speculaties in de media: heeft de bondscoach nog wel de steun van en gezag bij zijn selectie? Zijn er bepalende spelers die liever een ander zien?

‘Niet iedereen happy’

In een poging die geruchten over onvrede te ontzenuwen en de bondscoach in bescherming te nemen, wijdde international Vivianne Miedema er een column aan in het AD. Die riep juist nieuwe vragen op. „Natuurlijk is de ene speelster meer happy dan de andere”, schreef de topscorer van Oranje, die na lang blessureleed deze week terugkeerde in de selectie.

Afgelopen maandag kreeg bondscoach Jonker, geflankeerd door aanvoerder Sherida Spitse, voor het eerst de gelegenheid te reageren op zijn naderende vertrek. Beiden waren ogenschijnlijk doodongelukkig met de situatie. „Verrast. Verbaasd. Teleurgesteld”, zei Jonker. „Jammer”, zei ook Spitse.

De irritatie spatte van hun gezichten af. Jonker had graag nog twee jaar door willen gaan, tot en met het WK in Brazilië in 2027. Hij toonde zich ook verbolgen over de manier waarop de KNVB het niet verlengen van zijn contract naar buiten had bracht. In januari kreeg hij de mogelijkheid om één zin toe te voegen aan het persbericht, dat weigerde hij. „Wat kan ik in die regel kwijt?”

Spitse en Jonker probeerden maandag ook de indruk te wekken dat de verstandhouding tussen coach en speelsters goed is. „We staan nog steeds schouder aan schouder”, zei de aanvoerder en recordinternational (237 interlands).

Meer duidelijkheid over het hoe en waarom van Jonkers aanstaande vertrek kwam er maandag beslist niet. „Dat moeten jullie maar aan de KNVB vragen”, was de lijn van de bondscoach. Maar dat leidde opmerkelijk genoeg niet tot helderheid.

Verantwoordelijk bestuurder Nigel de Jong was weliswaar aanwezig bij de persconferentie maar schoof zelf niet aan. Hij stond met handen in z’n zakken zwijgzaam achterin in het zaaltje toe te kijken. Pas na afloop, nadat de bondscoach met zijn selectie naar het trainingsveld was vertrokken, stond de Jong kort en zonder veel te zeggen de pers te woord.

De technisch directeur hield het bij gemeenplaatsen die meer vragen opriepen dan antwoorden gaven: „We zijn hartstikke trots en tevreden over Andries.” En: „Wij vonden de timing van in januari de meest geschikte.”

Terug naar oude garde

Jonker, die in de zomer van 2022 werd aangesteld, kende een wisselvallige tijd bij de vrouwen. Zowel in zijn selectiebeleid als in resultaten. Lange tijd hield hij vast aan de gouden generatie van voetbalsters die in 2017 Europees kampioen werd. Een jaar geleden speelde het Nederlandse elftal een magere reeks, waarbij het zich niet wist te plaatsen voor de Olympische Spelen in Parijs. De kwalificatie voor het EK lukte wel, maar het spel was matig.

Pas in het najaar leek Jonker zijn team te willen vernieuwen – in voetbaljargon ‘doorselecteren’. In een aantal oefenduels gaf hij veel (jonge) speelsters de kans te debuteren. Dat pakte bij een aantal goed uit. Zo is de pas 18-jarige PSV-verdediger Veerle Buurman inmiddels een geduchte concurrent van aanvoerster Spitse. Nederland presteerde uitstekend tegen toplanden als Denemarken en de Verenigde Staten (nipt verloren met 1-2). Spitse, die toen zelf buiten de basis werd gehouden: „We speelden ons beste voetbal ooit.”

Inmiddels valt Jonker weer terug op de oude, ervaren garde. Slechts drie van de negen debutanten van afgelopen najaar heeft hij een uitnodiging gestuurd voor de twee komende wedstrijden in de Nations League: vrijdag thuis tegen Duitsland, dinsdag uit in Schotland.

Geen opleidingsteam

Jonker heeft de roep van critici om zijn selectie blijvend te vernieuwen weerstaan. Hij verdedigt dat door te zeggen dat hij bij wedstrijden die er echt toe doen gewoon de beste speelsters wil opstellen. „Het Nederlands elftal is geen opleidingsteam voor jeugdig talent”, zei hij maandag. En overigens: „Ook geen afbouwteam voor afbouwende sterren.”

Bij de wedstrijden de komende dagen wil Jonker te laten zien dat Oranje een streep kan zetten onder het gedoe rond zijn vertrek. „Hopelijk is dit hobbeltje nu weg en richten we ons vanaf vandaag alléén maar op het voetbal,” zei hij maandag. Jonker heeft er alle vertrouwen in dat zijn team eenheid zal tonen én goed weet te presteren. Zeker ook bij wat voor hem ongewild zijn laatste kunstje voor het nationale vrouwenelftal zal zijn, het EK in Zwitserland. Volgens Jonker geloven ook zijn speelsters dat ze daar ver kunnen komen. „‘Trainer’, zeiden ze tegen mij, ‘we gaan samen die beker ophalen.’”