Oranje-hockeyer Koen Bijen: ‘Als je nooit verzaakt, kom je uiteindelijk bovendrijven’

Reportage

WK hockey Koen Bijen (24) is op het WK topscorer van het Nederlandse hockeyteam, dat deze vrijdag in de halve finale tegen België speelt.

Koen Bijen (l) in actie tijdens het WK. Hij scoorde al vijf keer.
Koen Bijen (l) in actie tijdens het WK. Hij scoorde al vijf keer.

Foto Divyakant Solanki/EPA

In Bhubaneswar is het op de Nationale Dag van de Republiek druk in het luxueuze hotel waar de Nederlandse hockeyers verblijven. Gezinnen in feestelijke kleding lunchen, een groepje mannen in pak is neergestreken onder een pagode in de tuin en steekt een sigaar op. „Het is niet té druk geweest met festiviteiten, gelukkig”, zegt Koen Bijen. „Gisteravond was er vuurwerk, maar na onze wedstrijd zaten wij ook in een goede stemming.”

Het gemoed van de 24-jarige international was woensdag, na de zege op Zuid-Korea (5-1) in de kwartfinale, nog net íéts beter dan dat van zijn teamgenoten, dankzij de twee goals die hij maakte. Bijen, die al vijf keer scoorde dit WK, werd uitgeroepen tot man of the match. In het bijbehorende gesprekje met de stadionspeaker gaf hij aan dat hij „zijn taak had gedaan”.

Excelsior Rotterdam

Koen Bijen is een van de elf Nederlandse WK-debutanten. Het is voor de aanvaller de eerste keer dat hij in het hockeygekke India speelt. De route die hij naar de wereldtop heeft afgelegd, spreekt ook bij Indiase journalisten tot de verbeelding zoals de krantenkoppen in de dagen voor de kwartfinale lieten zien: ‘Voor het voetbal te licht bevonden, uiteindelijk doorgebroken in het hockey’.

Bijen ging voor een carrière in het profvoetbal, totdat hij in 2010 de jeugdopleiding van Excelsior Rotterdam moest verlaten. Bijen koos voor hockey in Den Haag, eerst bij HDM en vervolgens bij HCKZ, met zijn „mindset” als belangrijkste wapen. Hij wilde nog altijd graag topsporter worden. „Het is belangrijk zo’n ambitie uit te blijven spreken. Dat deed ik ook toen ik als hockeyer nog lang niet in aanmerking kwam voor het hoogste niveau. Ik wilde het per se halen.”


Lees ook: over de uitschakeling van gastland India, en hoe de regio Odisha toch de aandacht voor het WK wil vasthouden

Bijen prikte aan de binnenkant van zijn kledingkast een briefje dat hij telkens zag hangen als hij de deur opende. Er stond „een soort piramide” op met de stappen die hij wilde maken. Moeiteloos somt hij op: een slimme overstap [hij ging in 2020 naar HC Den Bosch], bij zijn nieuwe club een vaste kracht worden, tien doelpunten in een seizoen maken, geselecteerd worden voor Oranje. Bijen veegt met zijn arm over tafel: „Allemaal gehaald.” Het briefje hangt nog in zijn kast, want een aantal doelen moet hij nog behalen: bijvoorbeeld de Olympische Spelen van Parijs volgend jaar, en die van Los Angeles in 2028.

Zijn selectie voor het Nederlands team heeft hij zelf afgedwongen, vertelde hij al vaker in interviews. Wat hij daarmee bedoelde? Bijen fronst even voor hij antwoord geeft. „Dat zit hem in het harde werken. Maar je moet er ook voor zorgen dat het gezien wordt. Als iemand verzaakt, en jij niet, dan kom je bovendrijven uiteindelijk. Het gaat niet alleen over kwaliteit – het is ook uithoudingsvermogen, niet opgeven. In het veld altijd bezig zijn, ook met verdedigen en ballen afpakken. Daarmee kun je ver komen.”

Na zijn switch van voetbal naar hockey was hij „niet zo van het pielen” maar hij had wel spelinzicht en hield hij op het veld het overzicht. Hij was niet het type hockeyer dat snel zou worden aangemerkt als talent, geeft hij toe en hij besloot extra hard te trainen op conditie, kracht, voetenwerk. De hockeytechniek trok later ook wel wat bij, maar hard werken is nog steeds de speelstijl van Bijen.

A-typische route

In de groep internationals die bondscoach Jeroen Delmee opriep voor dit WK, met de Spelen van Parijs voor ogen, is Bijen niet de enige die pas als twintiger in beeld kwam. „Tijmen [Reyenga] is ook laat ontdekt. Dat vind ik juist mooi: je hóéft niet al in de B-jeugd van Oranje te hebben gezeten om de nationale ploeg te halen.”

Het voert voor Bijen wat ver op de dag voor de halve finale om de vraag te beantwoorden of in de toekomst meer hockeyers zo’n voor Nederland a-typische route naar de wereldtop zullen hebben, maar een ding is duidelijk: een team kan niet alleen bestaan uit technische virtuozen.

„Ik hoop ook dat dat besef er komt”, zegt Bijen. „Dat kinderen, als ze mijn verhaal horen, weten dat ze er nog niet helemaal hoeven te zijn. Dat ze niet meteen denken: ‘wat nu?’ Maar je moet het wel echt willen en er veel dingen voor laten.”

Met Reyenga, Steijn van Heijningen en reserve Jasper Brinkman, speelde Bijen zijn eerste interland in de Pro League in 2021. Tegen België, de regerend wereld- en olympisch kampioen en deze vrijdag in de halve finale de tegenstander van Nederland. De geroutineerde Belgen zijn favoriet tegen het jonge Oranje, maar Bijen ziet kansen. „Wij zijn een ploeg met veel energie. Als we dat weten aan te wenden, kunnen we er veel mee bereiken.”