Opvallende megadeal Volkswagen en Rivian: trage veteranen en rebelse start-ups zijn soms tot elkaar veroordeeld

De een heeft software maar geen geld. De ander heeft geld maar geen software. Dat is de gedachte achter een opvallende megadeal in de wereld van elektrische auto’s, die laat zien dat rebelse nieuwkomers en trage veteranen soms tot elkaar veroordeeld zijn.

Woensdag bleek dat Volkswagen tot 5 miljard euro investeert in een samenwerking met de Amerikaanse autostart-up Rivian. De Duitse gigant, een van de grootste autobouwers ter wereld, krijgt per direct toegang tot de software van Rivian. Zo hoopt Volkswagen een pijnlijke achterstand op dat gebied in te lopen: bij de ontwikkeling van digitale snufjes loopt het ver achter op veel concurrenten, terwijl consumenten in met name China hierdoor geobsedeerd zijn. Denk aan auto’s die zelf inparkeren op basis van cameradata, of zelfs zelf stukken rijden.

De eigen software, genaamd Cariad, geldt als hoofdpijndossier binnen het concern (onder meer Skoda, Audi, Seat) en leidde zelfs deels tot het vertrek van ex-topman Herbert Diess in 2022. Cariad staat bewust een beetje buiten Volkswagen zelf, in een poging een eigen, snelle start-up-achtige cultuur te creëren – nooit de sterkste kant van de mastodont uit Wolfsburg, die deels in handen is van deelstaat Nedersaksen.

Alleen in Amerika actief

Rivian, bekend om enigszins hoekige en dure SUV-modellen met merkwaardig gevormde koplampen, is hier juist relatief goed in. Het bedrijf, dat alleen in Amerika actief is, is een van de vele nieuwkomers op de markt voor elektrische auto’s en slechts enkele jaren oud. Opgericht met als doel de markt te ontregelen, heeft het altijd een grote focus gehad op software. In de nieuwe auto-industrie zou het niet meer draaien om ingenieurs die eindeloos sleutelen aan brandstofmotoren, maar om digitale capaciteiten. De verwachting was dat merken als Volkswagen daar grote moeite mee zouden hebben: een ideale instapmogelijkheid voor nieuwkomers.

Die inschatting klopte. Maar Rivian heeft weer andere problemen. Auto’s bouwen is ontzettend duur, en daarom voor start-ups ongelofelijk lastig. Ze moeten voor grote bedragen onderdelen inkopen en hebben daarbij geen schaalvoordelen, vanwege de relatief kleine productieaantallen. Ondertussen moet een bedrijf ook doorwerken aan de ontwikkeling van nieuwe modellen.

Daar komt nog bij dat de markt voor elektrische auto’s op dit moment minder hard groeit dan lange tijd werd verwacht. Al met al kampt Rivian hierdoor met grote problemen. Het verbrandt bakken met geld, in het eerste kwartaal van 2024 ruim een miljard dollar. Dit jaar ontsloeg het al 10 procent van het personeel en heeft het noodgedwongen geprobeerd de productie anders in te richten om geld te besparen. Jaarlijks maakt het ongeveer 57.000 auto’s. Ter vergelijking: de Volkswagen-groep bouwt er meer dan 8 miljoen.

De 5 miljard die Volkswagen gaat investeren, geldt dan ook als cruciaal: de toekomst van Rivian was onzeker, het bedrijf had snel nieuw geld nodig. Dat is er nu – althans voorlopig. Opgelucht zetten beleggers het aandeel woensdag ruim 35 procent hoger, en waardeerden het bedrijf daarmee op ongeveer 6 miljard dollar. Nu kan Rivian, zo is het idee, veilig beginnen aan het ontwikkelen van een nieuw model.

Joint venture

De opbouw van de investering van Volkswagen is complex. Het steekt nu direct een miljard dollar in aandelen Rivian. De twee bedrijven richten verder een joint venture op waar de Duitsers ook een miljard in stoppen. Vervolgens koopt het ook in 2025 en 2026 elk jaar voor een miljard aan aandelen, én leent het in 2026 een miljard dollar aan Rivian.

„Volkswagen merkt dat de tijd begint te dringen”, zegt Rico Luman, die bij ING de automarkt in de gaten houdt. „Ze gaan op verschillende manieren samenwerking aan om een inhaalslag te maken.”

Luman wijst erop dat het bedrijf ook al samenwerkt met het Chinese Xpeng. Met die fabrikant, eveneens gespecialiseerd in elektrische auto’s, werkt het samen aan de ‘architectuur’ van auto’s, zoals de basis van elektrische auto’s wel wordt genoemd. Maar daarbij gaat het om een samenwerking van enkele honderden miljoenen, niet 5 miljard: een opvallend groot bedrag.

‘Verrassende keuze’

De keuze voor Rivian vindt de analist best verrassend. „Het bedrijf maakt grote verliezen en staat nog aan het begin van opschaling.” Rivian heeft het op dit moment moeilijk, al is er hoop dat een middenklassemodel in 2026 een breder publiek zal aanspreken. Toch ziet Volkswagen blijkbaar al veel potentie in de software die het bedrijf tot nu toe heeft ontwikkeld.

Met de deal is Rivian iets dichterbij overleven. Mocht het uiteindelijk lukken om op grote schaal auto’s op de markt te brengen, dan is dat best bijzonder. Veel andere start-ups zijn nabij een ondergang, of gingen al failliet – vaak overigens na miljardenbeursgangen in 2021, toen het geloof in deze bedrijfjes kortstondig enorm was (Rivian was destijds tientallen miljarden dollars waard). Nog vorige week ging Fisker failliet, nadat het jarenlang probeerde een eigen elektrische auto op de markt te brengen.


Lees ook

De bubbel van stekkerautostart-ups loopt leeg

Henrik Fisker (r.) toont het model Ocean op de autotentoonstelling van Los Angeles in 2021.

Veelal is het de stap naar massaproductie die complex en duur blijkt. Dat nekte ook de bekende Nederlandse start-up Lightyear, fabrikant van zonnewagens, begin 2023.

Zo zit in de auto-industrie eigenlijk iedereen in een lastige positie, van oudgedienden tot nieuwkomers. Die laatste groep wilde de eerste uitdagen en misschien zelfs overbodig maken, maar in het geval van Rivian en Volkswagen blijken ze vooral niet zonder elkaar te kunnen.