Er hangt een moeilijk te definiëren sfeer, deze frisse zondagmiddag op het Parijse Place Denfert-Rochereau. Honderden mensen hebben zich op het plein in het zuiden van de Franse hoofdstad verzameld om de vermoorde studente Philippine (19) te herdenken. Haar levenloze lichaam werd vrijdag 20 september, half begraven, gevonden in het Bois de Boulogne aan de rand van Parijs. Ze bleek verkracht en vermoord, volgens justitie door de Marokkaanse Taha O. (22) tegen wie een uitzettingsbevel (OQTF) liep.
Er zijn op het plein zondagmiddag mannen, vrouwen, kinderen van allerlei leeftijden. Sommige aanwezigen dragen een Franse vlag of een witte roos. Veel mensen zijn stil, er wordt gehuild. Er zijn mannen in jagersjassen en vrouwen op dure schoenen, maar ook opgewonden en volledig in het zwart gestoken jongens. Een vrouw draagt borden met de teksten „Philippine is vermoord door een migrant met een OQTF” en „ze komen ons hier verkrachten”. Rondom het plein staan tientallen politieagenten en -busjes klaar.
Lees ook
Debat over gebrekkig uitzetbeleid laait op na mesaanval in Parijs
Radicaal-rechts en feministisch
De spanning hangt in de lucht en komt voort uit het feit dat deze bijeenkomst niet alleen is georganiseerd om Philippine te herdenken: het is bovenal een demonstratie, georganiseerd door het radicaal-rechtse en zelfverklaard feministische collectief Némésis. Ook in andere steden vonden dit weekend door Némésis georganiseerde bijeenkomsten plaats.
„Wij spreken ons uit tegen geweld tegen vrouwen en vooral als het gaat om daders met een migratieachtergrond”, zegt mede-oprichtster Alice Cordier (27) zondagochtend telefonisch. Volgens Cordier is er een link tussen geweld tegen vrouwen en „de massale immigratie van mannen uit landen waar men heel anders naar geweld en de positie van vrouwen kijkt, zoals die in de Maghreb-regio”. Die link wordt volgens Cordier niet genoeg erkend, en de Franse staat zou te laks zijn in het aanpakken van immigranten die een gevaar zouden kunnen vormen.
Zo ook bij Philippine: de staat wilde Taha O. uitzetten en in afwachting van zijn uitzetting zat hij in een detentiecentrum, maar daaruit werd hij kort voor de moord op last van de rechter vrijgelaten omdat de kans op uitzetting naar Marokko klein leek.
„Philippine’s dood had voorkomen kunnen worden en we willen dat met haar het laatste slachtoffer gevallen is”, zegt Cordier. Ze grijpt het moment ook aan om breder kritiek te uiten op het volgens haar te slappe immigratiebeleid van Frankrijk. „Zelfs Denemarken en Duitsland hebben nu strenge immigratieregels, waarom kunnen wij dat dan niet?”, zegt ze zowel aan de telefoon als op de demonstratie.
Praktische bezwaren als het gebrek aan medewerking van landen als Marokko om criminele landgenoten terug te nemen en het wettelijke maximum van 90 dagen dat mensen in detentiecentra vastgehouden mogen worden wuift ze weg. „De wet moet beter worden nageleefd en als het niet onder de wet kan, moeten we die veranderen.”
Lees ook
Franse studenten zijn bezorgd over racisme, toegenomen geweld en hun lege portemonnee
‘Links kijkt weg’
Op het plein fulmineert ze zondag ook tegen „linkse feministen” die „zich meer zorgen lijken te maken over zogenaamd politiek gewin [door radicaal-rechtse activisten] dan over de moord op Philippine zelf” en linkse politici die het gevaar dat zij ziet zouden minimaliseren. Als ze hun namen noemt, klinkt boegeroep uit de menigte. „Zij zijn verantwoordelijk”, roept een vrouw.
Om haar boodschap kracht bij te zetten nodigde Némésis verschillende slachtoffers en nabestaanden van drama’s waarbij buitenlandse daders waren betrokken uit om te spreken op de demonstratie. Ook de 27-jarige Claire Geromini, die eind 2023 in Parijs werd verkracht door een man uit de Centraal-Afrikaanse Republiek tegen wie eveneens zo’n uitzetbevel was uitgevaardigd, deelt haar verhaal.
Zij vertelt voorafgaand aan de demonstratie dat ze zich niet per se met radicaal-rechts identificeert. Maar, zegt ze, in links Frankrijk vond ze geen steun. „Nadat ik verkracht ben, heb ik contact gezocht met feministische organisaties en linkse media omdat ik mijn verhaal op zoveel mogelijk plekken wilde delen, maar zij hadden geen interesse. Alsof ik of de dader niet het goede profiel hadden – ze besteden liever aandacht aan zaken met bekende daders als [acteur] Gérard Depardieu. Of ze doen het af alsof ik gewoon pech heb gehad.”
Cordier zegt dat zij met Némésis in het gat wil springen dat de meestal linkse feministische organisaties zouden hebben laten vallen. „Het doel van feministische organisaties is het beschermen van vrouwen, maar ze spreken zich niet uit over zaken waarbij een dader een OQTF had of bijvoorbeeld over hoe misogyn en hyperpatriarchaal de landen zijn waar sommige migranten vandaan komen. Alsof praten over de gevaren van immigratie taboe is.”
Ook andere aanwezigen op de demonstratie zondag vinden dat „links wegkijkt”. Zo zeggen de onlangs afgestudeerde vriendinnen Emma (25) en Marie (23) dat „immigratie en geweld niet altijd maar helaas wel vaak gepaard gaan, maar dat is een onderwerp waarover we niets lijken te mogen zeggen”. Emma zegt dat ze „morgen op het werk niet kan zeggen dat ik bij deze demonstratie ben geweest, want dan word je meteen uitgemaakt voor racist of facho” (fascist). Om dezelfde reden willen beiden niet met hun achternaam in de krant.
En zo gebeurt nu opnieuw wat de afgelopen jaren vaker gebeurde: een drama met een dader met buitenlandse roots wordt voornamelijk door (radicaal-)rechtse activisten gemonopoliseerd en zo inzet voor het al verhitte debat over immigratie uit voornamelijk Noord-Afrikaanse landen.
Het stramien is herkenbaar: een moord of ander drama vindt plaats, media pikken het in meer of mindere mate op (er vinden jaarlijks zo’n 800 à 900 moorden plaats in Frankrijk dus niet alle zaken krijgen evenveel aandacht). Zeker als het slachtoffer jong is en niet uit het criminele circuit komt, leidt de zaak tot veel politieke reacties. Als vervolgens bekend wordt dat de verdachte buitenlands is of buitenlandse roots heeft, neemt de berichtgeving toe en grijpen rechtse en radicaal-rechtse politici, media en activisten middels socialemedia-uitingen en demonstraties de zaak aan om hun immigratiekritiek te uiten.
De bekendste zaken van de afgelopen jaren zijn de moord op het 12-jarige meisje Lola in Parijs in 2022 door een Algerijnse vrouw met een uitzettingsbevel en de 16-jarige Thomas die vorige herfst op een dorpsfeest in de Drôme werd doodgestoken door jongens met een migratie-achtergrond. (Overigens gebeurt andersom hetzelfde: zo ging radicaal-links massaal de straat op toen de 17-jarige Nahel (van Algerijnse afkomst) vorige zomer werd doodgeschoten door een agent om aandacht te vragen voor zaken als politiegeweld.)
Lees ook
Constitutionele raad zet streep door grote delen van strenge Franse immigratiewet
Familie niet altijd akkoord
Dat de moorden politiek worden gemaakt, is niet altijd in lijn met de wensen van de familie. Zowel Lola’s en Thomas’ naasten verzetten zich tegen de politisering van de moorden, te meer omdat in beide gevallen een golf aan racistische en xenofobe uitspraken en acties loskwam – met felle reacties van radicaal-linkse groeperingen als Antifa. Zo werd na de moord op Lola een moskee in Bordeaux beklad en gingen na de moord op Thomas radicaal-rechtse knokploegen de straat op in de wijk waar de verdachten vandaan komen.
Aan de familie van Philippine heeft Némésis niet gevraagd of zij het eens is met de demonstratie, zegt Cordier. „We hebben niet gedurfd ze te contacteren.” Toch denkt ze dat Philippine’s naasten zwijgend instemmen. „Ze hebben niet gezegd dat ze het er níet mee eens zijn. Als ze zorgen hadden gehad over politiek gewin of zo, hadden ze dat wel geuit.” Wat Cordier sterkt in deze gedachte, is dat de ouders van Philippine bij de begrafenis afgelopen vrijdag „opriepen tot gerechtigheid en zeiden dat ze wilden dat er iets verandert”. Of dat ‘iets’ in lijn is met de ideeën van Némésis, weet ze niet.
Duidelijk is wel dat Cordier zich er zondag zeer bewust van is dat haar demonstratie tot onrust kan leiden. Als ze voor het eerst het woord neemt, vraagt ze duidelijk gespannen of men zich „kalm en waardig” wil gedragen, „ook al kan deze zaak veel emoties oprakelen”. Een jongen met een bivakmuts vraagt ze streng die af te doen. De rust blijft bewaard, op wat boegeroep na. Aan het einde verzoekt Cordier de aanwezigen „in kalmte te vertrekken”.