
Precies één jaar na de verkiezingen bevindt Portugal zich opnieuw in een politieke crisis, wéér door een vermeend corruptieschandaal. Het minderheidskabinet van de centrumrechtse premier Luís Montenegro is dinsdagavond gevallen toen het een vertrouwensstemming in het parlement verloor. De Portugezen moeten nu voor de derde keer in minder dan drie jaar naar de stembus.
Montenegro, die op 10 maart vorig jaar de verkiezingen won, diende zelf de motie van wantrouwen in nadat de oppositie dreigde een parlementair onderzoek in te stellen naar zijn familiebedrijf Spinumviva, een adviesbureau voor gegevensbescherming en het verwerken van de persoonlijke data van klanten. De motie werd verworpen door de oppositie: 142 parlementsleden stemden tegen de regering, 88 leden stemden voor. Door die afwijzing is de regering gedwongen af te treden.
Spinumviva werkte onder meer voor casino- en hotelbedrijf Solverde. Luís Montenegro onderhandelde tussen 2018 en 2022 namens Solverde met de Portugese regering – onder toenmalig premier António Costa – over contracten voor casino’s in Espinho en de Algarve.
Gemeenschap van goederen
Politici mogen in Portugal volgens de wet geen extra inkomsten hebben, dus zette Montenegro het bedrijf op de naam van zijn vrouw en kinderen toen hij meedeed aan de verkiezingen. Maar Montenegro is in gemeenschap van goederen getrouwd, dus blijft hij indirect eigenaar volgens de oppositie.
Het weekblad Expresso onthulde dat zijn bedrijf Spinumviva sinds juli 2021 elke maand 4.500 euro ontvangt van Solverde voor „gespecialiseerde compliance-diensten”. En dat raakt de integriteit van de premier, vindt de oppositie. Montenegro ontkent dat er sprake is van belangenverstrengeling, omdat het bedrijf niet op zijn naam staat. „Ik heb geen misdaad gepleegd en ik heb geen ethische fouten gemaakt”, verdedigde hij zich na de ministerraad eerder deze maand.
Montenegro ontkent dat er sprake is van belangenverstrengeling
Montenegro hoopte dat er geen onderzoek zou worden ingesteld als de regering zou vallen door de motie in te dienen. Maar de oppositiepartijen willen juist dat er wél een onderzoekscommissie komt die zich buigt over de betrokkenheid van de premier in dit corruptieschandaal en verwierpen daarom de motie van wantrouwen.
Het contract dat Solverde met de Portugese staat heeft, loopt dit jaar af. Montenegro zou dit contract dan – als premier – moeten verlengen, maar door de band die hij met het bedrijf heeft, ligt dat bijzonder gevoelig.
Onderzoekscommissie
Vorige week werd er ook al een motie van wantrouwen ingediend door de radicaal-rechtse partij Chega. Montenegro overleefde die nadat de socialistische partij zich van stemming onthield. De Partido Socialista wilde niet dat Montenegro zou „ontsnappen” aan het parlementaire toezicht. „Het is onze taak om de waarheid te achterhalen”, zei de leider van de socialisten, Pedro Nuno Santos, nadat hij een verzoek had ingediend voor de oprichting van een onderzoekscommissie. Met een motie van wantrouwen zou Montenegro volgens de partij eventuele vervolging ontlopen.
De motie van dinsdagmiddag kwam van Montenegro zelf, die sinds vorige week zinspeelt op vervroegde verkiezingen. Die zijn volgens hem „noodzakelijk” voor de „politieke stabiliteit” in het land. Volgens politieke analisten is deze zet geen verrassing. Experts zeggen dat Montenegro vreest dat een langdurig onderzoek naar zijn familiebedrijf de rest van zijn termijn als premier zou vertroebelen en dat hij daarom heeft besloten dat het beter zou zijn om zijn kabinet zelf te laten vallen.
En terwijl het blijft rommelen in het Palácio de São Bento in Lissabon, waar het parlement is gevestigd, neemt het vertrouwen in de politiek verder af. Meer dan 60 procent van de Portugezen zegt geen vertrouwen meer te hebben in het parlement. Het wantrouwen heeft bijgedragen aan de opkomst van nieuwe politieke bewegingen, zoals de radicaal-rechtse en anti-establishment partij Chega, die tijdens de laatste verkiezingen in 2024 een aanzienlijke groei doormaakte.
Corruptie als ‘trend’
Dat het vertrouwen jaarlijks verder daalt, is geen verrassing gezien de lange geschiedenis van corruptieschandalen. Vorig jaar moesten de Portugezen vervroegd naar de stembus nadat António Costa aftrad als premier vanwege een gerechtelijk onderzoek naar zijn betrokkenheid bij een grootschalig corruptieschandaal. Het onderzoek hield verband met de lithium- en groene waterstofbranche. Prominenten dicht bij Costa – onder wie zijn adviseur – zouden bedrijven in eigen land een voorkeursbehandeling hebben gegeven met contracten en bedrijven uit bijvoorbeeld Nederland hebben benadeeld. Het strafrechtelijk onderzoek loopt nog.
Voormalige premier José Sócrates (2005-2011) was betrokken bij de grootste corruptieschandalen in de recente geschiedenis van Portugal. Sócrates werd beschuldigd van belastingontduiking, omkoping en witwassen van geld tijdens zijn premierschap. Het onderzoek leidde tot zijn arrestatie in 2014. In 2022 werd hij in hoger beroep veroordeeld tot zes jaar gevangenisstraf.
Tijdens de verkiezingen vorig jaar voerde Montenegro campagne tegen corruptie, maar door de beschuldigingen tegen hem heeft hij die geloofwaardigheid nu verloren. De Portugese president Marcelo Rebelo de Sousa heeft laten weten dat de verkiezingen op zijn vroegst tussen 11 en 18 mei kunnen plaatsvinden.
