Opnieuw moet de Brunssumse huisarts zich tegen een zedenaanklacht verweren

Zedenmisdrijf    Sinds 2018 wordt een Brunssumse huisarts herhaaldelijk verdacht van zedenmisdrijven. Tot voor kort bleef zijn praktijk open.

De Brunssumse huisarts Van P. werd vorig jaar tot drie jaar gevangenisstraf veroordeeld, maar die zat hij nog niet uit.
De Brunssumse huisarts Van P. werd vorig jaar tot drie jaar gevangenisstraf veroordeeld, maar die zat hij nog niet uit. Foto Richard Brocken/ANP

Hij stond al vaker terecht, voor verkrachting en ontuchtige handelingen tijdens medisch onderzoek. Ook de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd trad op tegen de Brunssumse huisarts Sebastiaan van P. (54). Woensdag stond hij weer in het verdachtenbankje van de rechtbank in Maastricht, nu op verdenking van verkrachting en aanranding van een van zijn patiënten.

In de misbruikzaken rond Van P. speelde continu de vraag mee wanneer die consequenties zouden hebben voor het uitoefenen van zijn praktijk.

Ook in 2018 werd hij aangeklaagd voor verkrachting. Tot een veroordeling kwam het niet, vanwege een fout in de tenlastelegging.

Vorig jaar volgde een zaak over ontuchtige handelingen tijdens medisch onderzoek bij drie andere patiënten, onder wie twee tachtigplussers. Van P. ontkende. De rechtbank veroordeelde hem tot drie jaar onvoorwaardelijke gevangenisstraf en een beroepsverbod van vijf jaar. Van tenuitvoerlegging van de straf kwam het nog niet vanwege een hoger beroep. Dat dient later deze maand.

Lees ook: Na jaren deed ze aangifte, maar haar zaak belandde op de plank

Zorgverzekeraar

Ondertussen leidde onder meer een klacht van een zesde patiënte afgelopen augustus tot ingrijpen van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd. Die legde een Last tot onmiddellijke onthouding van de beroepsactiviteiten (LOOB) op. Onderzoek leidde tot de conclusie „dat er sprake is van een onveilige situatie en dat deze arts niet voldoet aan de voorwaarden om goede en veilige zorg te verlenen”.

Na het opleggen van de LOOB – en dus het sluiten van de praktijk – moet de inspectie binnen acht weken een klachtdossier neerleggen bij de tuchtrechter. Die doet dan definitief uitspraak. De inspectie kan de LOOB pas sinds 2019 opleggen. Dat gebeurde tot nu toe slechts drie keer. Van P. is de eerste huisarts die hem opgelegd krijgt.

Zorgverzekeraar CZ maakte volgens woordvoerder Arjen Zwaan drie afspraken met Van P. Intieme verrichtingen mocht hij niet meer alleen uitvoeren. Er moest altijd een derde persoon bij aanwezig zijn. Verder moesten collega-huisartsen in de regio inzage in dossiers krijgen als Van P. enige tijd afwezig zou zijn. De laatste afspraak ging over de opvang van zijn patiënten in geval van een veroordeling. Inmiddels is het contract met de huisarts opgezegd.

Aanranding

De zaak die woensdag in de rechtbank dient, werd ook door het regionaal tuchtcollege onderzocht. Dat college verklaarde op 31 augustus de klacht ongegrond, omdat ze niet kon vaststellen of er sprake was van seksueel grensoverschrijdende handelingen.

De officier van justitie twijfelde daar woensdag niet over. „Tuchtrecht en strafrecht vragen om verschillende beoordelingen.” Het Openbaar Ministerie ziet een patroon, waarbij Van P. kwetsbare of oudere slachtoffers uitkiest. Met medisch onderzoek als excuus verrichtte hij seksuele handelingen, aldus het OM. Op rugklachten volgde volgens de 64-jarige vrouw een aanranding, op buikklachten een verkrachting met de vingers.

Volgens de officier van justitie wordt de verklaring van de vrouw ondersteund door wat ze vertelde aan een goede vriendin, drie doktersassistentes van Van P. en haar nieuwe huisarts.

Het slachtoffer zegt dat Van P. „op zich geen slechte dokter” was, tot hij grenzen over ging. Pas na publiciteit over de rechtszaak van vorig jaar deed ze aangifte, vertelt ze huilend, „omdat ik andere vrouwen wil beschermen. Het hele proces heeft een enorme impact en maakt duidelijk waarom andere vrouwen een stap als deze niet durven zetten.”

„Het ambt van huisarts en het vertrouwen dat patiënten blindelings in hun arts moeten kunnen hebben, heeft door toedoen van de verdachte een enorme deuk opgelopen”, zegt de officier van justitie. Hij eist een jaar onvoorwaardelijk voor verkrachting en aanranding.

Van P. ontkent ook dit keer. Zijn advocaat, Rick Engwegen, vindt dat er sprake is van „een heksenjacht en hetze”. De verklaring van het slachtoffer noemt de raadsman „onbetrouwbaar”. Volgens hem zou zij een als „ongemakkelijk” en „onprettig” ervaren behandeling van de huisarts hebben laten uitgroeien tot „een verkrachting”. Engwegen wijt dat aan praatjes die de ronde deden in Brunssum, „een kleine gemeenschap”, en uitvoerige berichtgeving in de media. De advocaat betoogt bovendien dat het OM gelijkenissen in de verschillende zaken ziet die er niet zijn. Hij vraagt om vrijspraak.

‘Het hele circus’

Van P. zelf vertelt geëmotioneerd hoe hij zijn praktijk recent heeft moeten sluiten. Reacties van een deel van zijn patiënten verzachten de pijn een klein beetje. „Zo’n zeshonderd hebben gemeld dat ze bovenaan willen staan, als ik weer begin.”

Zou hij weer willen starten, vraagt een van de rechters. Van P. heeft het over „twijfel in mijn hoofd. Op deze manier voelt het als mannelijke huisarts even kwetsbaar of nog kwetsbaarder dan een patiënt. Er hoeft maar iets gezegd te worden, of het hele circus begint weer opnieuw.” Met een brok in de keel vervolgt hij: „Het is het geweldigste vak dat er is. Maar op deze manier is het niet leuk meer.”

Bij behoud van zijn BIG-registratie wil hij misschien verder in een andere tak van geneeskunde en „niet langer als huisarts”. En wat als zijn registratie wordt afgenomen? Van P. zegt geen idee te hebben. „Vanaf de lagere school heb ik gezegd: ik word arts.”

De rechtbank doet uitspraak op 18 oktober.