Opnieuw dingt Janarthanan Sundaram als underdog mee naar het partijvoorzitterschap van D66: ‘De partij wordt steeds meer speelbal van de politieke top’

Drie jaar geleden verloor hij van een oud-wethouder. Dan is winnen van een oud-staatssecretaris een kansloze missie, zou je kunnen denken. Waarom doet Janarthanan Sundaram (43) toch mee in de verkiezingen voor het partijvoorzitterschap van D66, waarvoor de strijd dinsdagavond losbarst?

Sundaram, die raadslid was in zijn woonplaats Enschede en tot drie jaar geleden voorzitter van het diversiteitsnetwerk van D66, neemt het op tegen Alexandra van Huffelen, staatssecretaris in de kabinetten Rutte III en IV. Van Huffelen heeft in een brief aan de leden laten weten dat ze „vertrouwen” bij Nederlanders wil terugwinnen door meer het land in te gaan en de partij „sterker” wil maken.

Een van de twee krijgt de verantwoordelijkheid over een zoekende partij. D66 verloor bij de Tweede Kamerverkiezingen in 2023 vijftien van de 24 zetels. Uit een eigen evaluatie bleek: de partij moet minder belerend en minder technocratisch worden. Het nieuwe leiderschap dat Sigrid Kaag beloofde, kon D66 niet waarmaken, schreef het wetenschappelijk bureau. En het ontbrak de partij aan kleur in de regeringsjaren.

Boeren

D66, dat in peilingen nog altijd op ongeveer tien zetels staat, moet nu de weg terug omhoog vinden. Ondanks dat deze radicaal-rechtse coalitie in de ogen van D66 een gruwel is, kiest partijleider Rob Jetten er sinds de zomervakantie voor om in debatten niet constant grote woorden te gebruiken over normen die worden overschreden. Hij klinkt constructief en wil zich in het midden positioneren. Kandidaat-voorzitter Sundaram, die dinsdagavond samen met Van Huffelen in gesprek gaat met D66’ers in Den Haag over het voorzitterschap, vindt dat het contact met leden en de maatschappij beter kan.

Wat vindt u van de politieke koers van de partij?

„Wat er in de politieke arena gebeurt is de verantwoordelijkheid van de politiek leider: Rob Jetten. Hij moet van de voorzitter alle vrijheid krijgen om te doen wat hij politiek gezien nodig acht. Ik zal er als voorzitter op letten dat leden meegenomen worden in de keuzes en dat de leden meer en de partijbonzen minder invloed hebben op de koers.”

Volgens Sundaram verloor D66 de Tweede Kamerverkiezingen mede doordat de partijtop te weinig te rade ging bij de leden, en daarmee de rest van de maatschappij. Hij noemt de oproep van Tweede Kamerlid Tjeerd de Groot om de veestapel te halveren. „Boeren die ik sprak voelden zich door die uitspraak in een hoek gezet. Ze hadden het gevoel dat hun leven niet begrepen werd. D66 moet mensen weer mee kunnen nemen en niet op afstand zetten. Door vaker gesprekken tussen de partijtop en leden te organiseren.”

In zijn campagne drie jaar geleden zei Sundaram dat de partij meer open moet staan voor „atypische” mensen. Prominente posities worden verdeeld onder een te kleine club die ook de koers bepaalt, zei hij. En hij maakte zich zorgen om de veiligheid in de partij. Hij verloor van oud-wethouder Victor Everhardt die de voorkeur had van de Landelijke Talentencommissie, maar kreeg wel 44 procent van de stemmen.

Dat u 44 procent van de stemmen kreeg, was volgens u een signaal. Wat gebeurde daarmee?

„Ik heb twee keer uitgebreid koffie gedronken met Everhardt. Er was een aantal dingen aan de hand in de partij op het gebied van sociale veiligheid, die later ook openbaar zijn geworden. Daar heb ik het uitgebreid met Everhardt over gehad.”

Sundaram noemt voormalig partijstrateeg Frans van Drimmelen. Hij werd beschuldigd van grensoverschrijdend gedrag.

„Ik wilde geen gedoe als wij in een machtspositie zaten, ik baal er flink van dat dat mislukt is. Dat heeft de partij beschadigd.”

Wat had u anders gedaan?

„Wat mij betreft zijn zulke incidenten partij-interne kwesties. De partijvoorzitter had Sigrid Kaag, toen de politiek leider, uit de wind moeten houden. In plaats daarvan moest zij zich uiteindelijk na een lange internationale dienstreis voor de camera’s verantwoorden.”

„De partij moet bovendien, om een veilige plek te zijn, net als bij een bedrijf een HR-afdeling krijgen. Bij een HR-afdeling kunnen werknemers aankloppen als ze ergens mee zitten, het zorgt ervoor dat er op een gestandaardiseerde manier voortgangs- en ontslaggesprekken gevoerd worden. Dat voorkomt onnodige escalatie en gedoe.”

Op de gangen van de Tweede Kamerfractie van D66 hoor ik: we kunnen ons niet voorstellen dat de leden níét voor Van Huffelen gaan.

„Tsja… Dat is vanuit Den Haag gedacht. Mensen willen hun partijdemocratie weer terug, dat hoor ik van iedereen. Terwijl de partij een tegenovergestelde beweging maakt.”

Waaraan kun je dat zien?

„Een voorbeeld. D66 streeft naar diverse kieslijsten, maar dat lukt nog niet goed. Komend congres ligt een plan voor waarin wordt omschreven: we hebben geconstateerd dat kieslijsten minder divers worden als leden zich ermee gaan bemoeien. Daarom is het voorstel dat de conceptlijst van de lijstadviescommissie meer gewicht krijgt, en hoe leden over de lijst stemmen minder. Dat is niet goed. We moeten besluiten van leden niet wegmanagen.”

U heeft al drie jaar geen partijfunctie. Heeft u rancuneuze gevoelens jegens D66?

„Ik ben niet rancuneus. Ik hoef geen betaalde functie en ben zeer comfortabel met mijn bedrijf. Ik ben wel boos, omdat de partij steeds meer speelbal wordt van de politieke top.”