Opluchting bij Shell en ontgoocheling bij Milieudefensie nadat hof reductieplicht van tafel veegt

De teleurstelling bij het team van Milieudefensie is zichtbaar. Directeur Donald Pols wrijft over zijn voorhoofd, en veegt daarna even langs beide ogen. Ze zijn een beetje rood. Hoofdadvocaat Roger Cox kijkt voor zich uit. Leden van het juridische team geven elkaar een knuffel, als troost.

Aan de andere kant, bij tegenpartij Shell, geven ze elkaar een hand. Ingetogen, een jubelstemming is niet zichtbaar. Maar de opluchting en de tevredenheid moeten groot zijn. Volgens Shell stond immers zijn eigen voortbestaan op het spel. En het vond de hele rechtszaak principieel een „verkeerde afslag”. Dit soort dingen moest je niet bij de rechter uitvechten.

Zojuist heeft het gerechtshof in Den Haag, na zes maanden wikken en wegen, zijn oordeel uitgesproken in het hoger beroep in de internationaal spraakmakende klimaatzaak tussen het olie- en gasbedrijf en de Nederlandse milieuorganisatie. Een oordeel waarnaar, naast Shell en Milieudefensie, ook tal van andere bedrijven en klimaatactivisten, binnen én buiten Nederland, reikhalzend uitkeken. Omdat dit ook voor hen van groot belang is. In Nederland zit Milieudefensie nu ook achter ING aan, omdat het financiële concern door de fossiele industrie te blijven financieren eveneens onvoldoende zou doen om gevaarlijke klimaatverandering tegen te gaan.

Milieudefensie verliest dit keer op veel belangrijke punten. Dat is het tegenovergestelde van de baanbrekende uitspraak in 2021, tijdens de eerste behandeling van de zaak. Het oorspronkelijke vonnis, dat Shell zijn eigen uitstoot én die van zijn klanten per 2030 met minimaal 45 procent moet hebben verminderd (ten opzichte van 2019), is „niet toewijsbaar”, aldus het gerechtshof. En het wordt dus „vernietigd”. Daarmee is tevens een juridisch unicum ongedaan gemaakt: de uitspraak was de eerste wereldwijd waarbij de rechter een individueel bedrijf een vergaande reductieplicht oplegde.

Mensenrechten

Ontgoocheling bij Milieudefensie dus, dat bekrachtiging van het vonnis als cruciaal zag om gevaarlijke klimaatverandering tegen te gaan. Milieudefensie stelt dat Shell met de verkoop van enorme hoeveelheden fossiele brandstoffen in hoge mate verantwoordelijk is voor levensbedreigende problemen als extreme hitte en overstromingen, die gebieden onbewoonbaar maken en oogsten laten mislukken, en schending van mensenrechten (het recht op leven). En dat Shell daar dus zo snel mogelijk paal en perk aan moet stellen. Ook bij andere klimaatactivisten zal vermoedelijk de teleurstelling overheersen. De zaak-Milieudefensie vs Shell heeft wereldwijd navolging gekregen, en veel van die klimaatzaken zijn mede gebaseerd op de juridische argumentatie van Milieudefensie.

Donald Pols spreekt buiten, kort na de uitspraak, een menigte journalisten toe. Ze willen een reactie op de historische uitspraak, en de nederlaag voor Milieudefensie in deze tweede ronde. De zaak wordt ook in het buitenland gevolgd, onder meer in de Verenigde Staten, waar veel grote oliebedrijven zitten, zoals Exxon en Chevron, en veel beleggers in die bedrijven. Pols zegt dat hij de uitspraak als een „tegenslag” ziet, maar dat de „strijd tegen bedrijven die voor gevaarlijke klimaatverandering zorgen doorgaat”. Hij ziet „genoeg aanknopingspunten” in het arrest „om Shell het vuur aan de schenen te blijven leggen”. Zijn team gaat zich nu „in alle rust beraden op eventuele volgende stappen”. Cassatie, bedoelt hij.

De activisten van de milieubeweging, die zich ’s ochtends nog in alle vroegte bij het Paleis van Justitie hadden verzameld en in goede stemming verkeerden, zijn nu terneergeslagen. Sommigen huilen. Ook hier knuffelt en troost men elkaar.

Voor Shell is het arrest een enorme opsteker. Het energiebedrijf zei eerder te vrezen voor zijn voortbestaan, en voor de gevolgen voor andere bedrijven in Nederland, zoals KLM, dat dan geen brandstof meer zou kunnen kopen. Ook was er zorg om het vestigingsklimaat in het algemeen, omdat al die klimaatzaken bedrijven huiverig zouden maken nog te investeren in Nederland. Werkgeversorganisatie VNO-NCW echode die zorg eerder al.

Volgens Shell werkte het eerste vonnis juist averechts voor het klimaat omdat, als Shell moet stoppen met de verkoop van fossiele brandstoffen, concurrenten in het gat zullen springen. En die concurrenten zijn soms nog ‘viezer’ dan Shell.

Parkeergarage

Directeur Frans Everts van Shell, die in de zaal zat, zei na afloop niet meteen te kunnen reageren. Zijn team verliet snel de rechtbank om het arrest verder tot zich te nemen. De Shell-mensen waren ’s ochtends via de parkeergarage binnengekomen, en niet langs de hoofdingang, waardoor ze de menigte Milieudefensie-activisten ontliepen.


Lees ook

Wat er op het spel staat in het hoger beroep van Shell

Wat er op het spel staat in het hoger beroep van Shell

Het gerechtshof volgt ditmaal veel van de punten die Shell inbracht. Ja, oliebedrijven als Shell zijn met de verkoop van fossiele brandstoffen in hoge mate verantwoordelijk voor gevaarlijke klimaatverandering, aldus het hof. En ja, ook op Shell als private onderneming rust een zware plicht die gevaren zoveel mogelijk te beperken, omdat „mensenrechten doorwerking vinden in het privaatrecht”. Shell had tijdens het hoger beroep zelf veelvuldig betoogd dat het vooral aan overheden was plannen en regels te maken om gevaarlijke klimaatverandering tegen te gaan.

Maar het hof gaat vervolgens niet mee in de eis van Milieudefensie dat er dan een concrete reductieplicht op Shell moet rusten om zijn uitstoot, en die van zijn klanten, met 45 procent te verminderen. Ten eerste omdat Milieudefensie bij die eis uitging van een „wereldwijd gemiddelde reductie” die volgens klimaatwetenschappers noodzakelijk is om de opwarming van de aarde ruim onder de 1,5 graad te houden – een grens die als ‘veilig’ wordt gezien, aldus het hof. Maar dat is dus wel een gemiddelde, dat geen rekening houdt met verschillen tussen wat bijvoorbeeld landen moeten doen, en wat verschillende bedrijfstakken moeten doen.

De ene fossiele brandstof is daarbij ook de andere niet, zegt het hof. Gas heeft bijvoorbeeld een lagere ‘CO2-intensiteit’ dan steenkool, en Shell verkoopt zelf geen kolen. Specifiek voor Shell betekent dit volgens het hof dat, als het bedrijf gas levert aan een klant die voorheen energie uit kolen haalde, dit weliswaar tot een toename van de emissies van klanten van Shell leidt, maar per saldo wereldwijd juist kan leiden tot een afname van de uitstoot.

Volgens het hof is een algemene norm van 45 procent niet fijnmazig genoeg om rechtstreeks op Shell te kunnen toepassen

„Dit illustreert dat een algemene norm van 45 procent niet fijnmazig genoeg is om rechtstreeks op Shell te kunnen toepassen”, aldus het hof. Exact die redenering gebruikte Shell zelf ook heel vaak tijdens de zittingen.

Het hof volgt Shell verder in de redenering dat het vonnis „niet effectief” is. Kort gezegd: omdat ook het hof denkt dat ,als Shell minder brandstoffen aan klanten gaat verkopen, concurrenten in het gat zullen springen. Milieudefensie bracht daar tijdens de zittingen tegenin dat concurrenten dat helemaal niet zo gemakkelijk zouden kunnen, omdat het bijvoorbeeld veel tijd kost de productie te verhogen. Maar volgens het hof is het „niet aannemelijk dat fossiele brandstoffen de consument niet meer zullen bereiken” met een reductieplicht voor Shell alleen.

Als het om zijn eigen uitstoot gaat, is Shell ten slotte al bezig die terug te dringen, aldus het hof. Daarbij was het de rechters „niet gebleken” dat Shell het doel van 45 procent niet zou halen. „Shell doet dus al wat Milieudefensie vordert.”

Videoverbinding

Om de samenvatting van het arrest uit te spreken namen de rechters iets meer dan een half uur de tijd, in een klein, vol zaaltje. De zaal zat zelfs zo vol dat een deel van de belangstellenden naar een andere ruimte werd verplaatst, om daar via een videoverbinding de uitspraak te volgen. Meer dan een uur was er niet voor, want de kern van de uitspraak moest wel publiek zijn vóórdat de aandelenbeurzen opengingen. Waren die beurzen al open, dan ontstond er mogelijk chaos. De koers van Shell daalde dinsdag direct na de uitspraak lichtjes, opmerkelijk genoeg.

Misschien is dat omdat Milieudefensie nog een cassatieprocedure overweegt. Maar directeur Pols wil daar dus niet op vooruitlopen. Aanknooppunten zei hij wel te zien. Daarmee bedoelt hij onder meer dat ook het hof bevestigt dat Shell een zorgplicht heeft om gevaarlijke klimaatverandering tegen te gaan. „Dat zet een precedent in werking voor andere rechtszaken.” Maar voor nu is het afwachten.

In alle vroegte, nog voor het hof het arrest uitsprak, heeft een woordvoerder van Milieudefensie gezegd dat hij sowieso blij is met „alles wat er tot nu toe is bereikt”.