Oplichting door nepagenten verzesvoudigd: ‘Slachtoffers krijgen nauwelijks tijd om aan de babbeltruc te twijfelen’

Eerst bellen de misdadigers op, vrijwel altijd naar ouderen, en dit is ruwweg hun riedel: ‘Goedendag, u spreekt met de politie, er zijn inbrekers gearresteerd in uw buurt, ze zijn lid van een grotere bende die nog altijd actief is. En het geval wil: de verdachten droegen uw adres bij zich. De politie neemt graag het zekere voor het onzekere, wilt u zo goed zijn al uw kostbaarheden te verzamelen? Wij sturen zo snel mogelijk iemand bij u langs om ze op te halen. Bergen wij ze veilig op.’

En klaar bij hun deur staan ze, de zich een hoedje geschrokken ouderen. Alleen al in de laatste weken gaf een 68-jarige Zwollenaar op zijn drempel 2.500 euro af en een man van 81 uit Apeldoorn een euro of 8.000. Een ouder echtpaar uit Surhuisterveen stond behalve contanten sieraden af en in Molenschot, bij Breda, opende een dankbare vrouw van 86 de deur waarna ze haar juwelen overhandigde.

Ik baal er flink van maar zelfs een familielid van mij trapte er laatst in. Mijn oudtante van negentig

Suzanne van de Graaf
politiewoordvoerder

Het aantal geregistreerde incidenten dit jaar bedroeg eind augustus ongeveer 3.400, ruim zes keer zo veel als het totaal van vorig jaar. De meldingen komen overal vandaan, al spanden Oost-Nederland, de regio-Den Haag en Oost-Brabant de laatste weken de kroon.

De politie, de echte, slaat alarm. Ze plaatst matrixborden langs autowegen („Let op! Nepagent actief!”), meet de kwestie groot uit op de homepage van politie.nl en post berichten op LinkedIn, zoals vorige week een brigadier in Utrecht-Centrum, Peter Brons: „Echte agenten vragen nooit om geld, bankpassen en sieraden”, schreef hij. „Wees extra waakzaam als je ouderen in je omgeving hebt.”

Respect

Waarom zijn juist ouderen het mikpunt van dit bedrog?

Simpelste reden, zegt beleidsadviseur veiligheid Alex van Scherpenzeel van ouderenbond ANBO-PCOB, is dat die overdag vaak thuis zijn. „En ze wonen ook vaak alleen.” „Bovendien,” zegt hij, „ouderen hebben van oudsher meer respect voor de politie. Ze zijn gezagsgetrouwer.” Peter Brons, de agent van het LinkedInbericht, zelf 35 jaar oud, herkent dat. In zijn Utrechtse werkgebied is hij voortdurend onder de mensen en ouderen, zegt hij, bejegenen je anders. „Ze doen vriendelijker, bescheidener ook. Ze lijken soms bijna bezwaard om ons iets te vragen. Nou, vergeet dat maar bij jongere mensen.” Vroeger stond de wijkagent in hoog aanzien, zegt Brons: „Je paste wel op voor die agent, vertellen ouderen. Anders zwaaide er wat.”

Wat ook meespeelt, zegt Paul van Lange, hoogleraar sociale psychologie aan de Vrije Universiteit Amsterdam en onderzoeker van het fenomeen ‘vertrouwen’, is dat veel ouderen zelf geregeld spontaan hulp ontvangen, ook van vreemden. Van Lange ziet het vaak: „Iemand die éven een oudere de weg over helpt, éven die boodschappentas draagt. Zo’n concrete, fijne ervaring schept vertrouwen en is veel bepalender voor iemands gevoel en gedrag dan, zeg, het abstracte gegeven dat ‘de maatschappij steeds individualistischer wordt’.”


Lees ook

Klopt, u spreekt met de bank. Ter controle: wat is uw pincode?

Wijkagent Cavit Koksal (links) praat met ouderen tijdens een informatiebijeenkomst over oplichting in Huis van de Wijk in Ommoord.

Hack

In werkelijkheid komt de politie, zoals brigadier Brons al schreef, natuurlijk nóóit aan de deur om juwelen en euro’s op te halen. Maar ja, eerst komt dat onrustbarende telefoontje en vaak stelt de misdadiger aan de andere kant van de lijn zich voor als een bestaande agent uit de omgeving.

Dus mocht een beoogd slachtoffer uit argwaan een naam checken: die van wijkagenten staan vaak open en bloot op politiewebsites. „Dat doen we juist om de afstand met de burger te verkleinen”, zegt woordvoerder van de landelijke politie Suzanne van de Graaf. Ook die poging tot nabijheid wordt door criminelen misbruikt. En de hack van contactgegevens van politieagenten vorige week is met het oog op de werkwijze van nepagenten „zorgwekkend”, zegt Van de Graaf.

Na het telefoontje wordt het slachtoffer amper tijd gegund. Een minuut of tien later, dan staat de nepagent al voor de deur. „Het verhaal van de crimineel rammelt natuurlijk”, zegt woordvoerder Van de Graaf, „maar tijd om te twijfelen, is er nauwelijks.”

Ouderen verzwijgen liever dat ze werden opgelicht, bang voor die ene vraag: hoe dóm kun je zijn?

„Joh,” zegt Van de Graaf en ze zucht, „ik baal er flink van, maar zelfs een familielid van mij trapte er laatst in. Mijn oudtante van negentig.” Bij haar belden ze niet op, vertelt ze, er stond meteen een nepagent voor de deur. Of ze wegens de vele inbraken in de wijk even wilde laten zien waar haar sieraden lagen. Of ze die wel netjes had opgeborgen. „Dát is aardig,” zei de oudtante, „wát een service.” En ze leidde de man naar haar slaapkamer. Toen ging haar telefoon in de woonkamer. Crimineel twee aan de lijn. Die hield de vrouw aan de praat, terwijl crimineel één zijn slag sloeg.

„Als je zo’n verhaal hoort of leest”, zegt hoogleraar Paul van Lange, „dan denk je: daar trap je toch niet in? Maar anderen hebben makkelijk praten. Voor hen is het verhaal een abstractie. Voor het slachtoffer niet.” Het slachtoffer stond namelijk oog in oog met meneer de nepagent. „En oogcontact”, zegt Van Lange, „dat associëren mensen vaak met vertrouwen. Met naar elkaar luisteren, elkaar helpen, al dat soort sociale vaardigheden. Je gaat dan héél snel mee in iemands verhaal.”


Lees ook

‘Ze denken: hé, wat een gezellig persoon. En dan blijkt het een oplichter’

Wijkagent Theo Denie informeert  ouderen over babbeltrucs, in Huis van de Wijk in Ommoord, Rotterdam.

Nepkleding

De nepagent aan de deur draagt bovendien vaak een politiepolo – een online op de kop getikt nepexemplaar dat nauwelijks is te onderscheiden van echt, zoals ook nepvoetbalshirts en nepmerkkleding het oog bedriegen. Zo’n politieshirt wekt vertrouwen. Peter Brons weet het maar al te goed. Oké, hij loopt nooit alleen in een politiepolootje – dat doen agenten helemaal niet, die lopen in volledig uniform of volledig in burger – maar voor het idee: mensen bekijken hem totaal anders als hij in vrijetijdskleding loopt, vertelt hij beeldend en met Utrechtse tongval. „Sommigen lopen denk ik zelfs met een boog om me heen, hahaha. Mijn haar is kortgeschoren en ik heb een tattoo sleeve op één arm. En ik loop graag in sportkleding. Als ik dan na mijn nachtdienst ’s ochtends mijn hond uitlaat – ik heb een old English bulldog, dat is een grote hond, zo’n atletische – dan zie ik de mensen kijken zo van: wat doet die tokkie hier, moet hij niet werken dan? En als ik werk en mijn uniform draag, bij het station van Utrecht bijvoorbeeld, dan komt de ene na de andere persoon naar mij en m’n collega’s toe. ‘Meneer, waar is het busstation? Meneer, ik moet naar de Dom, welke kant moet ik op? Vaak komen we nauwelijks weg daar. We lijken wel de VVV.’”

Sommige ouderen doorzien het bedrog. Ze gooien de deur dicht en bellen 112. Precies goed, zegt Peter Brons. „Dan kunnen wij razendsnel die kant op en hebben we nog pakkans.” Idealer nog is om te bellen direct na het bedrieglijke telefoontje. Dan kan de echte politie de nepsmeris misschien zelfs opwachten.

Sisser

In de eerste acht maanden van dit jaar hield de politie 176 verdachten aan. Vaker wint de oplichter. Ouderen staan hun geld, pinpas en sieraden keurig af. Daarna daalt het besef in. En met het besef de schrik: o nee wat heb ik gedaan? De oudtante van politiewoordvoerder Van de Graaf zei de eerste dagen nog dat ze blij was dat ze haar niets hadden aangedaan, dat het gelukkig met een sisser was afgelopen. Toen kwam de dreun. „Ze is in de war en is eigenlijk het liefst de hele dag thuis. Ze voelt zich onveilig.”

Veel slachtoffers schamen zich. Soms doen ze daarom geen aangifte, terwijl de politie het doen van aangifte juist toejuicht. Ouderen vertellen het verhaal ook lang niet aan iedereen in hun omgeving, bang dat die ene vraag ze voor de voeten wordt geworpen: hoe dóm kun je zijn? Tja, leg dat maar eens uit. Leg maar eens uit dat, toen die bel ging en je opendeed en in de vriendelijke ogen keek van die behulpzame, attente politieagent (‘Was iedereen maar zo attent!’), dat het toen helemaal niet leek te gaan om slimheid of domheid.

Knap mens die de deur dichtsmijt.


Lees ook

Hackers hebben grote onrust veroorzaakt na inbraak bij de Nationale Politie

Voor onder anderen agenten die betrokken zijn het bewaken, beschermen en beveiligen van personen die bedreigd worden, zou de hack gevaarlijk kunnen zijn.