Opinie | Zware verwondingen ‘horen erbij’ in het wielrennen, en dat moet veranderen

Een week na de vreselijke val van Wout van Aert in Dwars door Vlaanderen was het alweer raak: alle toppers de pineut in de Ronde van Baskenland (5/4). En steeds dezelfde verwijten over onverantwoord gedrag van supporters, te weinig hekken, teveel renners, een te smal parcours, haakse bochten bij de finish.

Maatregelen om het wielrennen veiliger te maken blijven al decennia uit. Belangrijke oorzaak: de wielerwereld is oerconservatief. Wielrenners moeten de lichamelijke gevolgen van ongelukken gewoonweg accepteren, lijkt de tendens. Als bewegingswetenschapper kan ik daarmee onmogelijk leven. De lijst met ernstige ongelukken wordt langer en langer, ook onder Nederlanders: Annemiek van Vleuten, Bauke Mollema, Fabio Jakobsen, Amy Pieters.

Bij al die verwijten aan wedstrijdorganisatoren blijft onbelicht dat ons lichaam niet gemaakt is voor de omstandigheden tijdens de koers: de combinatie van zwaartekracht en snelheid. De mens is van nature nu eenmaal niet voorzien van bumpers, kreukelzones en airbags.

Het gaat de laatste jaren krankzinnig hard, zeker tijdens de sprint

De helmplicht is de enige echte veiligheidsmaatregel van de afgelopen decennia. Daar bleek een drama in twee bedrijven voor nodig. Tijdens de vijftiende etappe van de Ronde van Frankrijk van 1995 kwam de Italiaanse renner Fabio Casartelli, 24 jaar, zwaar ten val. Hij droeg geen helm, kwam met zijn hoofd tegen een betonblok en overleed enkele uren later. Elk weldenkend mens zou verwachten dat de helmplicht vervolgens per direct zou worden ingevoerd, maar er veranderde weinig aan het algemene sentiment in het peloton: ‘Het ziet er niet uit, het is niet praktisch, te warm, we hebben graag de zon op ons hoofd’. De helmplicht kwam pas acht jaar later, nadat de Kazachstaanse renner Andrej Kivilev (29) tijdens de tweede etappe van Parijs-Nice dodelijk ten val gekomen was.

Russisch roulette op de fiets. Je kunt wachten op het volgende drama. Tijdens Luik-Bastenaken-Luik eind deze maand, of de Tour de France aanstaande zomer?

Kevlarkleding

Ook de talloze valpartijen met niet-dodelijke afloop schreeuwen om maatregelen. In vele andere sporten waarbij sprake is van verhoogd risico op letsel (BMX, American Football, skeeleren, ijshockey) is verplicht gebruik van beschermende attributen heel gewoon. Bij het wielrennen moet je denken aan kevlarkleding tegen schaafwonden; aan pols-, schouder-, rug-, elleboog-, knie-, bekken- en heupbescherming. En wellicht zelfs aan airbags in de kleding.

Dit alles zal zeker ten koste van de snelheid gaan, maar dat is juist de bedoeling. Omdat het de laatste jaren al krankzinnig hard gaat, zeker tijdens de sprint. Het zou passen bij andere snelheidsbeperkende maatregelen, zoals een minumumfietsgewicht, een verbod op ligsturen tijdens een gewone etappe en het verbod op de supertuck (zitten op de middenbuis). Ook een maximumverzet is in de wielerwereld onderwerp van gesprek.

Door beschermende attributen voor het hele peloton te verplichten, houd je een gelijk speelveld. Ze zullen de lichamelijke gevolgen van valpartijen verminderen, en een ‘wapenwedloop’ bewerkstelligen tussen de producenten van dergelijke attributen. Dat is een recept voor innovatie waarvan niet alleen de renners in de koers profiteren, maar ook de vele vrijetijdswielrenners.

De wielerwereld heeft laten zien niet zelfregulerend te kunnen optreden. Daarom moet de Arbeidsinspectie met de ARBO-wetten in de hand maatregelen afdwingen. Voor de resterende voorjaarsklassiekers en de grote rondes dit jaar zal dat niet meer lukken, maar wel voor die van 2025.


Lees ook
Hoe ‘s werelds beste wielerploeg vlak voor de Ronde van Vlaanderen zijn kopman verloor – en zich probeert op te richten

Tijdens Dwars door Vlaanderen ging het helemaal mis voor de ploeg van Wout van Aert

Correctie (8 april 2024): in een eerdere versie van dit artikel stond dat Luik-Bastenaken-Luik aankomend weekend zou plaatsvinden. Dat moest zijn het weekend daarop. Dat is hierboven aangepast.


Klik op het vinkje naast ‘Ik ben geen robot’