Veel partijen besteedden bij de verkiezingen in 2021 nog aandacht aan de kernwapenproblematiek. In 2023 niet. Overal oorlog om ons heen, meer dreiging dan ooit, maar weinig tot geen aandacht voor het kernwapen. De nucleaire paradox: grotere dreiging, minder aandacht.
De SP, de Partij voor de Dieren en GroenLinks/PvdA in mindere mate, zijn kernwapenschuw. Bij de ChristenUnie is het nu een onsje minder. D66 noemt het woord kernwapen niet eens meer. VVD benadrukt juist de kernwapentaak van de NAVO. Geen woord over wapenbeheersing en het terugdringen van kernwapens. Het NSC van Pieter Omtzigt is inconsequent, want zijn recente stemgedrag is niet in overeenstemming met de kritische noten die hij in het jongste verleden wel plaatste. In de verkiezingsprogramma’s van CDA, BBB, PVV, FvD en Volt valt het woord kernwapen(taak) in het geheel niet.
Nederland ‘steunt’ (in plaats van ‘ondertekent’ ) het VN-Verdrag inzake het verbod op kernwapens. Ondertekening willen we alleen in ‘Europees verband’.
Toch mogen de ogen misschien wel eens opengaan. In de Verenigde Staten is onlangs officieel besloten tot ontwikkeling van een nieuw atoomwapen: de B61-13.
Heel zwaar wapen
Deze bom zal president Biden en het Pentagon meer opties geven, aldus een eind oktober gepubliceerd fact sheet, om in een confrontatie met een vijand nucleair te antwoorden. De bom kan over grote oppervlakten of ‘geconcentreerd’ diep ondergrondse explosies veroorzaken. Het zal een zwaar wapen zijn, want hij is veel explosiever dan de voorganger B61-12. Hij is in te stellen op 360kT; de B61-12 is ‘maar’ in stellen tussen drie en maximaal 50kT.
Hij kan ook aan de Nederlandse F-35’s worden gemonteerd omdat de nieuwe bom technisch gezien ‘gewoon’ een kloon is van de B-61-12. Maar het is niet waarschijnlijk dat de Nederland vliegtuigen ermee worden uitgerust. Hoewel nucleair expert Hans Kristensen, die de Nederlandse Adviesraad Internationale Vraagstukken adviseerde bij zijn advies over kernwapens, twee weken geleden schreef dat dat wel zou kunnen.
Militaire rechtvaardiging is er niet
De nieuwe B61-13 ontbreekt het aan een echte militaire rechtvaardiging. Maar hij zal rechtse Republikeinen waarschijnlijk geruststellen – zij zijn bang dat Biden de zware B-83 wil afvoeren (dat wilde president Trump juist niet) en weigeren te geloven dat de VS dankzij technische progressie voortaan zonder krachtige atoomwapens kan.
Dit nieuwe atoomwapen is dus een strategisch goedmakertje, dat meer een politiek dan een militair doel dient. Biden zal de omstreden B-83 nu toch waarschijnlijk afvoeren, maar ten koste van de B61-12. Het totale aantal kernwapens zal gelijk blijven: het aantal B61-12’s wordt met vijftig verminderd en er zullen vijftig B61-13’s worden ontwikkeld.
Toch mogen de ogen misschien wel eens open gaan
Nederland behoort met de straaljager F35 tot de dual capable kernwapenstaten – deze landen kunnen zowel een gewone als een nucleaire rol vervullen. Binnen de NAVO en de dual capable-kernwapenstaten mag wel stevig over de verschuiving van het ene naar het andere type kernwapen gediscussieerd worden. De aanpassing wordt beschouwd als NAVO-beleid dus er moet in Den Haag en Brussel over worden gesproken. Het besluit leert één ding: de beslissingen worden wel genomen in Washington, niet in Europa.
Journalist Paul Damen, die woensdag dood werd gevonden in zijn huis in Amsterdam, kreeg in het Nieuw Israëlietisch Weekblad, een bitterzoete in memoriam. Het Joodse tijdschrift had ontdekt dat de zeventigjarige oud-hoofdredacteur zijn Joodse afkomst had verzonnen.
Zijn vriend Arthur van Amerongen had geprobeerd een Joodse begrafenis te regelen, zo meldt hij op het opinieplatform GeenStijl, waarbij hij stuitte op Damens paspoort waarin een katholieke doopnaam prijkte: Paulus Henricus Maria. Van Amerongen benaderde broer Han Damen die de genadeslag gaf: geen spoor van Joods bloed en Shoah-leed in de familie. In zijn artikel zoekt Van Amerongen naar vergelijkbare gevallen en noemt hij het Jiddische begrip angejiddeld, voor gojim die zich graag in Joodse kringen begeven of zich anderszins identificeren met het Jodendom.
Paul Damen (Den Bosch, 1954-2024), een markante, luidruchtige man met een scherpe pen en een fabelachtig geheugen, kwam al jong uit Brabant naar Amsterdam gedreven. Hij was aanvankelijk communist en kraker en bleef zijn leven lang stamgast van het Amsterdamse café De Pels. Damen werkte voor opiniebladen De Groene en de Haagse Post, de Amsterdamse zender AT5, de Joodse Omroep en het Joodse platform Jonet. Verder schreef hij biografieën over Renate Rubinstein en Paul de Leeuw.
En hij was dus één jaar hoofdredacteur van het Nieuw Israëlietisch Weekblad. Hij schreef onder meer dat zijn Joodse tantes waren vermoord in het vernietigingskamp Sobibor en dat zijn Joodse moeder zwaar getraumatiseerd uit de oorlog was gekomen. Hij hield zich onder meer bezig met het probleem van de naoorlogse Joodse weeskinderen.
Wilkomirksi-syndroom
Damen is zeker niet de eerste journalist en schrijver die zich ten onrechte een Joodse identiteit en een Shoah-verleden aanmeet. De Nederlandse schrijvers Boudewijn Büch en Carl Friedman (Carolina Klop) gingen hem voor. In Duitsland komt dit fenomeen zo vaak voor dat er een speciale term voor is gemunt: Kostümjuden. Ook gebruikelijk is de term ‘Wilkomirksi-syndroom’, genoemd naar Binjamin Wilkomirski die een bekroonde bestseller schreef over zijn kindertijd in concentratiekampen. Later bleek dat de Zwitserse klarinettist, die eigenlijk Bruno Doessekker heette, de kampen slechts als toerist had bezocht.
De ontmaskering van pseudo-joden gaat doorgaans met veel ophef gepaard. Naast verontwaardiging van alle lezers die hebben meegeleefd met de bedriegers en die zich nu bekocht voelen, komt dit door het trauma van de Shoah – de volkerenmoord door de nazi’s tijdens de Tweede Wereldoorlog. Overlevenden en nabestaanden vinden het kwetsend en onsmakelijk dat bedriegers met dit verleden aan de haal gaan en gratis gewin halen uit andermans leed. Een ander gehoord argument is dat verzonnen Shoah-verhalen koren op de molen zijn voor Holocaustontkenners.
Wat bezielt een mens om zich valselijk voor Joods uit te geven? De bekendste kostuumjoden schreef memoires die bestsellers werden. Dat leverde hun geld, heldendom, prijzen en medeleven op. Het omarmde slachtofferschap, zo betoogde schrijver Arnon Grunberg onlangs op X, kan je tegenwoordig status en spreekrecht verlenen. Een geregeld opgeworpen psychologische duiding is dat de pseudo-jood ernaar verlangt om bij een groep te horen.
De Nederlandse rechtspsycholoog Harald Merckelbach wees in zijn analyse van de zaak-Wilkomirksi op psychologische fenomenen als de pseudo-herinnering. Wilkomirksi was depressief, ging op aandringen van zijn psycholoog op zoek naar een trauma en vond die in de concentratiekampen die ze samen bezochten, wat leidde tot het aanmaken van pseudo-herinneringen. Verder wijst Merckelbach op de menselijke neiging om tegenslagen en mislukkingen in een groter verband te plaatsen. Klein leed gaat dan op in groot leed.
Vaak blijken de pseudo-joden ook over andere zaken te fabuleren. Wilkomirksi verzon eerder een ongeneeslijke ziekte, Boudewijn Büch bedacht een overleden kind en een miljoenenerfenis. De Duitse blogger Marie Sophie Hingst beweerde dat ze in New Delhi een ziekenhuis had gesticht en dat ze seksuele voorlichting had gegeven aan vluchtelingen. Nadat ze door de mand was gevallen pleegde Hingst zelfmoord, waarna het debat in Duitsland enigszins kantelde: moest je een klaarblijkelijk geestelijk labiele persoon wel zo hard aanpakken? Of was enige voorzichtigheid en mededogen op zijn plaats?
‘Rasverandering’
Vergaande identificatie van buitenstaanders zie je ook bij andere vervolgde minderheden. De Netflix-documentaire The Rachel Divide gaat over de Amerikaanse Rachel Dolezal die zich voordeed als Afro-Amerikaanse en werkte als woordvoerder van de zwarte belangenvereniging NAACP. Het Duitse model Martina Big had aanvankelijk de ambitie om „de grootste borsten van Europa” te bezitten. Hierna onderging zij een „rasverandering” en gaat sindsdien als „zwart” door het leven. Amerikanen die claimen dat ze inheems bloed hebben, worden Pretendians genoemd. De Mnikowoju Lakota-dichter Trevino Brings Plenty zei daarover: „Het is aanlokkelijk om de huid van een ondervertegenwoordigd volk te dragen. Ik begrijp het: smullen van de strijd, het verkennen van ingebeelde wortels, het leggen van de basis voor academische banen en publicatiemogelijkheden”.
Achteraf gezien blijken de verhalen van kostuumjoden vaak overduidelijke inconsistenties te bevatten, wat vragen opwerpt over de goedgelovigheid van het publiek. Een sterk voorbeeld is de Vlaamse Misha Defonseca (Monica de Wael) die in haar memoires beschreef dat ze als achtjarige Joodse vluchteling in een bos werd geadopteerd door een roedel wolven. Dat gebrek aan kritisch vermogen van de omgeving hangt waarschijnlijk ook samen met het Shoah-trauma: niemand is geneigd om het verhaal van een getraumatiseerde overlevende in twijfel te trekken.
Een actuele variant is de Duitse kwestie vorig jaar rond journalist Fabian Wolff, die onder meer schreef voor de Jüdische Allgemeine. Wolff was zeer kritisch over de Israëlische onderdrukking van de Palestijnen. Volgens rechtse critici was hij „excuusjood voor progressieve antisemieten” die in Wolff een onverdachte bondgenoot zouden hebben gevonden in hun kritiek op Israël. De ontmaskering van Wolff werd honend gebruikt tegen progressieve critici van Israël.
De Amerikaans-Duitse schrijver Deborah Feldman, bekend van Unorthodox, het door Netflix verfilmde boek over haar orthodox-joodse jeugd in New York, schrijft in haar laatste boek Judenfetisch over dit fenomeen, en over het misbruik van „Joodsheid” in het algemeen. Volgens haar hebben Duitsers een speciale gevoeligheid aangaande Joden. Uit schuldgevoel, zo betoogt ze, worden Joden kritiekloos geknuffeld en „op handen gedragen”. Pseudo-joden spelen hier op in. Tegelijk zetten rechts-nationalistische Duitsers de Joodse identiteit naar hun hand. In de Volkskrant zei ze vorig jaar over die overgevoelige Duitse houding: „Het is gericht op hun eigen verlossing, de wil om geheeld te worden”.
„We wijzigen de fiscale positie van de eigen woning niet.” Het stond er echt, op pagina 36 van het regeerprogramma van het kabinet-Schoof. Wie daarom verwachtte dat de hypotheekrenteaftrek zijn dalende lijn zou voortzetten, zal maandag verbaasd hebben opgekeken. In het Belastingplan is voor het eerst in ruim tien jaar sprake van een stijging van de hypotheekrenteaftrek voor een deel van de Nederlanders. Raymond Gradus, hoogleraar bestuur en economie aan de Vrije Universiteit, signaleert dit maandag in economenvakblad ESB.
De stijging ontstaat doordat het kabinet-Schoof in het Belastingplan een nieuwe belastingschijf introduceert in box 1 voor inkomstenbelasting. De eerste schijf, voor inkomens tot 77.000 euro, wordt gesplitst in twee schijven. Door de invoering van deze extra schijf moeten werkenden er meer op vooruitgaan. Hierdoor wordt de hoogte van de hypotheekrenteaftrek ook weer afhankelijk van iemands inkomen, omdat er met een ander tarief wordt gerekend. Huishoudens met een hoger inkomen (tussen de 38.000 en 77.000 euro) mogen straks dus meer hypotheekrente aftrekken dan huishoudens met een inkomen onder de 38.000 euro. Dit ondanks de (voor veel partijen zeer pijnlijke) ingezette koers die de hypotheekrenteaftrek op termijn naar nul brengt.
Opvallend genoeg deed het nieuws over de meest besproken aftrekpost van Nederland pas stof opwaaien ná de behandeling van het Belastingplan in de Tweede Kamer. Daar ging het vooral over een andere politiek gevoelige kwestie: de btw-verhoging op sport, cultuur en media die uiteindelijk van tafel ging. Het Belastingplan ligt nu voor behandeling bij de Eerste Kamer. Hoogleraar Gradus roept in ESB senatoren op om het Belastingplan terug te sturen naar staatssecretaris Van Oostenbruggen (Fiscaliteit, NSC) „vanuit haar rol als bewaker van consistente wetgeving”.
De stijging vormt namelijk een breuk met jarenlang beleid rond de hypotheekrenteaftrek, die zelfs onder VVD-premier Mark Rutte werd verlaagd. Verder tornen aan de aftrek, ooit ingevoerd om eigenwoningbezit aan te moedigen, ligt voor de liberalen politiek zeer gevoelig. Onder economen geldt de hypotheekrenteaftrek als omstreden fiscale maatregel die vooral zorgt voor prijsopdrijving op de woningmarkt. Doordat woningeigenaren hun betaalde hypotheekrente voor een deel mogen aftrekken van de inkomstenbelasting, ontstaat er immers ruimte om meer geld te lenen. En dat zorgt weer voor hogere huizenprijzen, zo stelt vrijwel elke econoom. Onder meer De Nederlandsche Bank, het IMF en de Europese Commissie zijn daardoor uiterst kritisch over de aftrekpost.
De regeling is de afgelopen jaren stapsgewijs afgebouwd, met een half procentpunt per jaar. Sinds 2017 werd het afbouwtempo opgevoerd om in 2023 op een ‘vlaktaks’ uit te komen. Voor alle inkomens geldt voor dit jaar nog een tarief van iets minder dan 37 procent. Dat gaat met de invoering van de nieuwe belastingschijf veranderen: in het hogere deel van de schijf gaat volgens het Belastingplan een tarief van 37,48 procent gelden, in het lagere deel komt het tarief op 35,82 procent te liggen.
„Onverstandig”, stelt hoogleraar Gradus telefonisch. Al is de inkomensafhankelijkheid niet zijn voornaamste bezwaar. „Voor het eerst sinds 2013 wordt de hypotheekrenteaftrek niet verlaagd maar verhoogd. Daarbij wordt er deze hele kabinetsperiode een hek om die aftrek heen gezet, en dat lijkt me niet verstandig.” Niet alleen omdat dit het ‘afbouwpad’ in de weg staat dat al jaren geleden voor de hypotheekrenteaftrek is ingezet. Ook vanwege de internationale geloofwaardigheid van Nederland. Om in aanmerking te komen voor miljarden euro’s aan Europese corona-steunpakketten heeft het kabinet aan Brussel toegezegd de hypotheekrenteaftrek af te bouwen naar zo’n 37 procent. Door daar nu vanaf te wijken, geeft het kabinet volgens Gradus een verkeerd signaal af: „We nemen Zuid-Europese landen al jaren streng de maat, terwijl we zelf onze hervormingen ook niet voldoende doorvoeren.”
Daarbij zijn er ook financiële redenen om de hypotheekrenteaftrek niet te verhogen, zo zegt Gradus. Voor de meesten die ervan profiteren betekent de verhoging dat ze er jaarlijks hooguit een paar tientjes op vooruitgaan. Zou het kabinet besluiten om het verlaagde tarief voor alle inkomensgroepen aan te houden, dan kan dat volgens Gradus ongeveer 400 miljoen euro schelen op jaarbasis. „Daarmee heb je al bijna de helft van de weggevallen btw-verhoging betaald. Bij elkaar zijn dit volgens mij genoeg aanknopingspunten om een stevige discussie aan te gaan.”
Eerste Kamer
Alle ogen zijn nu gericht op de Eerste Kamer, waar behandeling van het Belastingplan op de agenda staat voor 9 en 10 december. De senaat kan het Belastingplan niet aanpassen, maar kan het kabinet wel vragen om een novelle op te stellen. Dat is een kleine aanpassing op een wet, waar eerst de Tweede Kamer mee moet instemmen. Vervolgens kan de Eerste Kamer alsnog over de aangepaste wet stemmen.
Progressieve partijen zijn sowieso al kritisch op de plannen van dit kabinet. In de Tweede Kamer stemde GroenLinks-PvdA half november tegen het gehele Belastingplan, en ook de senaatsfractie laat maandag weten onaangenaam verrast te zijn. „Hoe kan het kabinet ons overtuigen hiervoor te stemmen?” aldus woordvoerder Randy Martens. Maar met het huidige wankele kabinet, dat zich van crisis naar crisis sleept, zijn met name rechtse partijen huiverig om nu een groot punt te maken van een verhoogde hypotheekrenteaftrek. Geen partij wil het risico lopen om in campagnetijd te boek te staan als partij die de hypotheekrenteaftrek inperkte.
De sleutel ligt eerder in handen van de drie confessionele partijen CDA, ChristenUnie en SGP, die met steun van D66 bij de behandeling van het Belastingplan in de Tweede Kamer een deal sloten met de coalitie om ook aan een meerderheid te komen in de Eerste Kamer. De christelijke partijen zouden het Belastingplan steunen, als het kabinet meer zou doen voor eenverdieners, de afschaffing van de giftenaftrek voor bedrijven terug zou draaien én een motie zou steunen die oproept een alternatieve inkomstenbron te zoeken voor de voorgenomen btw-verhoging. D66 zou instemmen met het Belastingplan als de in hun ogen meest pijnlijke btw-verhogingen van tafel gingen.
Betekent dit automatische instemming van de senatoren van deze partijen? De Eerste Kamer, wil senator Carla Moonen (D66) benadrukken, heeft een eigenstandige rol. Zij controleren op rechtmatigheid, uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid. En ze zal, zoals senatoren vaak doen, letten op „consistentie van beleid”. De afbouw zoals die was, zegt Moonen, was consistent beleid sinds Rutte III. Het plan van dit kabinet noemt ze „bizar” gezien de krapte op de woningmarkt. Ze vindt dat het kabinet hierdoor uitdeelt aan de rijken. „Een omgekeerde Robin Hood.”
Moonen zal daarom vragen stellen over de hypotheekrenteaftrek, maar wil nog geen uitspraken doen over een mogelijke novelle. Wel benadrukt ze dat ze blij is met de btw-deal, waar D66 „keihard” aan heeft gewerkt. Met andere woorden: de btw-deal is voor D66 zwaarwegend.
Voor de ChristenUnie en het CDA is de hogere hypotheekrenteaftrek niet ongezien gepasseerd in de Tweede Kamer. Zij stelden een aanpassing op het wetsvoorstel Belastingplan voor waarin de introductie van een tweede schijf in de inkomstenbelasting wordt teruggedraaid. Logisch gevolg daarvan is dat het voordeeltje van de hypotheekrenteaftrek daarmee óók zou verdwijnen, omdat deze gekoppeld is aan de tweede schijf in de kabinetsplannen. Dat wisten de indieners.
Maar het amendement haalde bij stemming geen meerderheid. En de twee christelijke partijen hebben hun voorstel in de Tweede Kamer niet voorwaardelijk gemaakt voor steun van het Belastingplan. Dat verkleint de kans dat het Belastingplan vanwege de hypotheekrenteaftrek sneuvelt, of op dat punt aangepast moet worden.
Massimiliano Smeriglio, de wethouder van Cultuur in Rome, moest via de media vernemen dat het verhuurplatform Airbnb een sponsordeal van 1,5 miljoen dollar (omgerekend zo’n 1,4 miljoen euro) met het archeologisch park van het Colosseum had ondertekend. In ruil voor die som, die in de permanente tentoonstelling in het Colosseum wordt geïnvesteerd, is Airbnb ook van plan om volgende lente zestien toeristen in de wereldberoemde arena als gladiatoren te laten vechten. Die zouden via een online loterij worden gekozen.
Het idee heeft in Rome zoveel kwaad bloed gezet, dat Smeriglio dinsdag een onderhoud zal hebben met een delegatie van Airbnb Italië, in een poging het verhuurplatform ervan te overtuigen het geld neer te tellen, maar de gladiatorengevechten af te schaffen, of het idee toch zeer grondig te herzien.
Publiciteitsstunt of ernst? De wedstrijd, en ook de hele discussie eromheen, leveren Airbnb nu al heel wat media-aandacht en extra naamsbekendheid op. De timing is niet geheel toevallig: recent kwam de spektakelfilm Gladiator II van Ridley Scott uit.
Historische waarde
Wat in de volksmond het Colosseum wordt genoemd, is officieel het Flavisch Amfitheater en werd in de eerste eeuw na Christus gebouwd. Het was het grootste amfitheater van het Romeinse rijk en is bijna 2.000 jaar later nog steeds een van de drukst bezochte trekpleisters van Italië. Vorig jaar leverde het entreegeld een recordsom van meer dan 79 miljoen euro op.
Het Colosseum heeft ook een gigantische historische en landschappelijke waarde. Twee jaar geleden berekende het financiële consultancybureau Deloitte dat het Colosseum jaarlijks 1,4 miljard euro bijdraagt aan het Italiaanse bruto binnenlands product. Deloitte nam behalve de toegangskaartjes ook de waarde van de toeristische voorzieningen die voortvloeien uit een Colosseum-bezoek, zoals hotelovernachtingen en restaurantbezoeken, mee in die berekening. Op zo’n jaaromzet is 1,5 miljoen dollar van Airbnb een peuleschil voor het Colosseum, waar bijgevolg vooral het verhuurplatform veel baat bij heeft, stellen de tegenstanders van de deal.
Hoe groot ook de emotionele waarde van het monument is, blijkt alvast goed uit de hoog oplopende discussie rond het idee van Airbnb om voor de ‘happy few’ gladiatorengevechten in het Romeinse amfitheater te houden. Onder de slogan ‘Het Colosseum is geen pretpark’ hebben tegenstanders van de gladiatoren-gimmick al een petitie opgestart, die na een week door meer dan 1.800 mensen is ondertekend.
Ook kunsthistorici mopperen dat een historisch monument van een onschatbare waarde niet het toneel mag worden van in hun ogen plat commercieel volksvermaak. Sommige tegenstanders zien in de georganiseerde gladiatorengevechten zelfs de verheffing van agressie en geweld, wars van de juiste historische context. Het ging er in het Colosseum bijlange niet altijd zo gewelddadig aan toe als in de films Gladiator en Gladiator II. En naast veel krijgsgevangenen en slaven vochten ook vrije mannen, en zelfs vrouwen.
‘Pure marketingzet’
De meest uitgesproken criticus van het hele voorstel is Tomaso Montanari, in Italië een nationaal bekende kunsthistoricus en rector van de universiteit voor buitenlanders in Siena. „Hier is geen sprake van mecenaat, waarbij je een bijdrage levert zonder er iets voor in ruil te verwachten. Dit is een pure marketingzet”, zegt hij tegen de Italiaanse nieuwssite Fanpage.
Daarnaast noemt hij het ook problematisch om überhaupt met een speler als Airbnb in zee te willen gaan. Omdat Airbnb’s in heel wat steden die veel toeristen lokken als paddenstoelen uit de grond schieten, is wonen voor de lokale bevolking er flink duurder geworden. „Cultureel erfgoed is meer dan een hoop stenen. Het betreft ook de relatie tussen die stenen en de bevolking, en die wordt in de stedelijke centra nu juist weggedreven door Airbnb”, zegt Montanari. Terwijl ettelijke toeristische steden Airbnb juist willen beteugelen, gaat het Colosseum uitgerekend met hen in zee, werpt hij nog op.
In Rome is een centrum-linkse coalitie aan de macht, die nationaal in de oppositie zit. Maar zowel vanuit de meerderheid als vanuit de oppositie klinken kritische geluiden over het plan. De vereniging ‘Gruppo storico romano’ uit Rome die de toeristen als gladiatoren zou trainen, benadrukt dan weer historisch zeer correct te werken en noemt zich het slachtoffer van de ‘al te commerciële communicatie’ rond het initiatief – Airbnb verwijst in zijn reclame rechtstreeks naar Gladiator II. Op een historische enscenering is op zich niets tegen, reageert dan weer kunsthistoricus Tomaso Montanari, maar die organiseer je volgens hem niet in een historisch gebouw als het Colosseum.
Sponsordeals met het Colosseum zijn niet nieuw, en ze leiden haast gegarandeerd tot ophef. Zo bood de ondernemer Diego Della Valle, bekend van het luxeschoenenmerk Tod’s, in 2011 aan om 25 miljoen euro te investeren in de restauratie van het Colosseum. Maar de geldsom werd in het kader van een breder onderzoek bevroren, na protesten tegen de commerciële angel in het hele verhaal.
Della Valle wilde in ruil onder meer zijn logo op de entreekaartjes en een grote reclame van zijn luxeschoenen op het zeil, waarmee het Colosseum tijdens de renovatiewerkzaamheden zou worden ingepakt. Na drie jaar gebakkelei sponsorde hij het Colosseum uiteindelijk dan toch, zonder dergelijke extra eisen. De wethouder van Cultuur hoopt dat dit voorbeeld Airbnb aanzet hetzelfde te doen.
Lees ook
‘De economische voordelen van toerisme moeten in balans worden gebracht met de nadelen voor bewoners’