Opinie | Waarom rechts de NPO wil isoleren

Nederland krijgt een nieuwe regering, waarin de radicaal-rechtse stroming domineert. Een van de voornemens in het regeerakkoord op hoofdlijnen luidt: „De Nederlandse Publieke Omroep (NPO) wordt hervormd”. Uit de budgettaire bijlage blijkt dat het gaat om een structurele bezuiniging van 100 miljoen euro vanaf 2027. Deze plannen moeten weldenkende burgers alarmeren. Ze komen trouwens ook niet zo maar uit de lucht vallen.

Meer dan vijftig jaar volg ik de politieke ontwikkelingen in ons land, en al die tijd valt de rechtse stroming (traditioneel sterk geworteld in de VVD en De Telegraaf) consequent de publieke omroep aan. Die zou ‘links’ zijn, partijdig, bevooroordeeld, en de bevolking indoctrineren. Er is reden om deze verwijten niet al te serieus te nemen. Blijft de vraag waar de weerzin van rechts tegen de NPO en zijn voorgangers vandaan komt. Het antwoord is van belang, zeker nu politici als Wilders en Van der Plas furore maken en een plaats in het centrum van de politieke macht hebben veroverd.

Kwaadwillig

Ook anderen kijken kritisch naar zowel de opzet als de inrichting van de publieke omroep – en terecht. Krijgt amusement niet te veel ruimte? Hebben de externe producenten niet te veel invloed? Is de prominente plaats van sport in de programmering wel echt nodig? Zijn er langzamerhand niet te veel zendgemachtigden? Dit soort vragen is doorgaans bedoeld om tot verbeteringen te komen. Maar kritiek kan ook kwaadwillig zijn en afbraak tot doel hebben.

Essentieel is dat de NPO een breed publiek bereikt, om te voorkomen dat de publieke omroep verschrompelt tot een voorziening voor een kleine, hoogopgeleide minderheid. Tot nu toe is dit niet gebeurd, en is de publieke omroep nog altijd een grote speler in medialand. Een té grote speler naar de smaak van rechts.


Lees ook
De formerende partijen willen fors bezuinigen op de NPO, maar hoe duur is de publieke omroep nu écht?

Een herziening van het sportaanbod op de NPO behoort tot de mogelijke bezuinigingen.

Het antwoord op de vraag waar de rechtse weerzin tegen de NPO vandaan komt, is meerledig. Om te beginnen: de publieke omroep is een collectieve voorziening. En rechts gruwt van collectieve voorzieningen die niet ten goede komen aan de welgestelden en de zakenwereld. Ze kosten belastinggeld, terwijl belastingverlaging in die kringen een ware obsessie is. Het onveranderlijke devies luidt: wij willen niet betalen voor uitvreters en klaplopers. Een regeling als de bijstand heeft weinig voorstanders in het rechtse kamp, en naar de NPO kijkt men op dezelfde manier.

Misschien wel de belangrijkste motor van de rechtse beweging is het bedrijfsleven, met name de middelgrote en grote ondernemingen. De NPO concurreert op de radio, tv en internet met commerciële omroepen. Dat een flink deel van zijn financiering van de overheid komt, zou de mededinging op de mediamarkt belemmeren, en dat is volgens rechts natuurlijk niet eerlijk. Dit verwijt gaat eraan voorbij dat de publieke omroep een maatschappelijke en geen commerciële opdracht heeft, en dus in een andere klasse speelt.

Verlichting

Rechts vecht altijd voor uitbreiding van het domein van de commercie ten koste van de collectieve voorzieningen. (Zelfs huisartsenpraktijken zijn niet veilig.) Kortwieken van de publieke omroep kan in de vorm van privatisering. De mogelijkheden om met radio, televisie en internet geld te verdienen, worden zo aanzienlijk verruimd; een aantrekkelijk perspectief voor het rechtse kamp.

We komen bij de belangrijkste oorzaak van de rechtse weerzin tegen de publieke omroep. Vrije journalistiek is een kind van de Verlichting. Ze gedijt, zoals ook in andere landen blijkt, het beste in het kader van een collectieve voorziening, mits de overheid haar onafhankelijkheid respecteert. Ze berust op twee pijlers: humanisme en rationaliteit. Ze acht het haar taak om de rechtsstaat te beschermen en misstanden aan de kaak te stellen, zoals corruptie, machtsmisbruik, bevoorrechting, milieucriminaliteit en grootscheepse zwendel.

Nu is het met deze uitgangspunten onvermijdelijk dat in de berichtgeving over actuele kwesties de onderliggende maatschappelijke structuur doorschemert. De (veelal verdekte) structurele ongelijkheid en ongelijkwaardigheid blijken dan veel ernstiger dan gedacht, en zetten de burger aan tot twijfel aan de geijkte leuzen waarmee de gevestigde orde wordt aangeprezen. Hoe democratisch en rechtvaardig is onze samenleving in werkelijkheid?

Het is duidelijk dat rechts als hoeder van de bestaande machtsverhoudingen niet zit te wachten op deze werking van de onafhankelijke journalistiek. Het probeert dan ook geregeld twijfel te zaaien aan verslaggeving en analyses, die dan ten onrechte het etiket ‘links’ opgeplakt krijgen. Maar feiten zijn niet links of rechts.

Fascistoïde rechts

Tegenover de publieke omroep staan de commerciële omroepen. Die zijn onderworpen aan de tucht van de markt, en houden noodgedwongen – bewust of onbewust – bij het presenteren van informatie rekening met de belangen van hun eigenaren en adverteerders. Dat zijn geen kleine jongens, maar machtige marktpartijen. Ze hebben een voorkeur voor lichtzinnig populair amusement, dat aandacht voor structurele misstanden vermijdt en de verkoop van de in reclames bejubelde waren het beste stimuleert. Dus is het geen wonder dat het rechtse kamp blijft roepen: leve de commerciëlen, decimeer de publieke omroep.

Alweer een tijd geleden is de stroming die we gerust als fascistoïde rechts mogen betitelen – de aanduiding ‘populistisch’ zou een eufemisme zijn – in ons land uit haar schulp gekropen. Openlijk ultra-nationalisme, racisme en anti-rationalisme hebben daarmee hun intrede gedaan in de maatschappelijke en politieke arena. De sterke man achter de komende regering toonde nog in 2021 via een tweet zijn ware gezicht: „Journalisten zijn – uitzonderingen daargelaten – tuig van de richel.”

Fascistoïde rechts maakt iedereen verdacht die het droombeeld van een groots blank Nederland in de weg staat, en verzint daartoe de krankzinnigste samenzweringen. Wetenschappers en journalisten (de ‘linkse elite’) worden beschimpt en uitgemaakt voor leugenaars en landverraders. De werkelijke elite, te weten de schatrijke aandeelhouders met hun mammoetbedrijven, blijft daarbij opmerkelijk genoeg buiten schot. Maar bedenk dat fascistoïde rechts het recht van de sterkste predikt en survival of the fittest toejuicht. Het kijkt op tegen autoritaire machthebbers als Poetin en bewondert de bazen van het grote bedrijfsleven, die zich in de samenleving omhoog hebben gevochten en zich laten kennen als harde potentaten.

Volgens fascistoïde rechts zorgt de NPO voor verdeeldheid – liquidatie is dan een logische maatregel

Vrije journalistiek staat zoals gezegd voor humanisme (dat de gelijkwaardigheid van alle mensen impliceert) en een heilig ontzag voor de feiten. Ze wekt daarmee een diepe weerzin bij fascistoïde rechts. Onafhankelijke journalisten onthullen feiten die verraden dat onze maatschappij gespleten is, dat er een grote tegenstelling bestaat tussen de hogere en de lagere klassen. Fascistoïde rechts ziet dit als het aanwakkeren van verdeeldheid en het verzwakken van de nationale eenheid, die nodig is om Nederland op te stuwen in de vaart der volkeren. Dit is, ten opzichte van ‘traditioneel’ rechts, nog een extra reden voor de weerzin van fascistoïde rechts tegen de publieke omroep. Liquidatie van een invloedrijke instelling als de NPO is dan een logische maatregel.

Vrije en onafhankelijke journalistiek

De waarde en betekenis van de vrije, onafhankelijke journalistiek voor een op humanisme en rechtvaardigheid gestoelde samenleving vallen moeilijk te overschatten. De pleitbezorgers van de gevestigde orde hebben de mond vol van de democratische rechtsstaat, maar die vertoont de nodige gebreken, en ligt zelf ook onder vuur van radicaal-rechts met zijn ondemocratische agenda. Des te belangrijker is daarom de rol van de journalistiek: de burgers in staat stellen om de werkelijke ontwikkelingen in de samenleving te volgen en te begrijpen. Zodat ze gefundeerde politieke keuzes kunnen maken over heikele kwesties. Vormt de asielopvang nu echt een gevaar voor Nederland, of wordt dit probleem door rechts opgeblazen uit politieke motieven? En is de afbraak van de volkshuisvesting ons land overkomen als resultaat van ingewikkelde en onbeheersbare processen, of is zij het gevolg van bewust politiek beleid?


Lees ook
Schrik bij kranten, opluchting bij publieke omroep

Het Media Park in Hilversum.

De NPO is op dit vlak een onmisbare speler. Rechts probeert de omroep te isoleren van het brede publiek door hem de mogelijkheid te ontzeggen om ook populaire lichtere programma’s uit te zenden. Het laat zich raden wat het regeerakkoord bedoelt met „hervormen”. Niet veel goeds, valt te vrezen. Het gevaar is groot dat het niet blijft bij een structurele bezuiniging van 100 miljoen. Wilders en consorten zijn uit op liquidatie. Dat alles mogen de voorstanders van de democratische rechtsorde niet laten gebeuren. En pas op: fascistoïde rechts kijkt reeds met een schuin oog naar de andere belangrijke media. De ontwikkelingen in Polen, Italië, Hongarije, Slowakije, en natuurlijk Rusland geven wat dit betreft te denken.