Nederland kan vijf meter zeespiegelstijging aan. Dat bleek uit de onlangs verschenen rapporten van het kennisprogramma zeespiegelstijging (NRC, 5 maart). Dat is goed nieuws, er is dus absoluut nog geen aanleiding om massaal naar het oosten te verhuizen, delen van Zeeland of Groningen op te geven, of om buitenlandse investeringen te gaan afremmen of weren.
In de rapporten zijn drie manieren uitgewerkt om ons land veilig en leefbaar te houden. Beschermen met meer dijken en supergemalen om rivieren naar buiten te pompen; een zeewaartse variant met kustversterking en een groot meer voor de kust om hoge rivierafvoeren te bergen. En er is een variant waarin Nederland gaat meebewegen met het stijgende water door drijvend te bouwen en meer land onder water te zetten.
Dit zijn drie waardevolle perspectieven, maar wel voor de hele lange termijn, want vijf meter zeespiegelstijging verwachten we pas over een paar honderd jaar. Maar wat gaan we deze eeuw doen?
Wat nog ontbreekt is een duidelijke visie op hoe we op kortere termijn de eerste halve of hele meter zeespiegelstijging gaan opvangen. Dat is al moeilijk genoeg. Neem een gebied als Rotterdam. De Maeslantkering heeft hier een sleutelfunctie. Deze kering in de Nieuwe Waterweg bestaat uit twee drijvende armen die normaal op de rivieroever liggen maar sluiten bij stormvloeden om het hoogwater vanuit de Noordzee buiten te houden. Dat gebeurde in december tijdens storm Pia. Door deze kering hoeven de dijken erachter maar beperkt verhoogd, zijn buitendijkse gebieden beschermd en is vrije scheepvaart naar het achterland mogelijk. De Maeslantkering bereikt in de tweede helft van deze eeuw het einde van de levensduur en biedt dan naar verwachting niet meer voldoende veiligheid. Wat wordt dan de strategie?
Iconisch bouwwerk
Eén van de opties is het ontwerpen van een nieuwe beweegbare stormvloedkering om een open systeem te behouden. De eerste schetsen liggen hiervoor op tafel: de nieuwe Hollandkering is een enorme boog die boven de Nieuwe Waterweg staat en in het water gedraaid zal worden bij stormvloeden. Dit iconische bouwwerk biedt bescherming, en een 100 meter hoog uitzichtpunt over West-Nederland.
Een tweede mogelijkheid is het afsluiten van de Nieuwe Waterweg met een dam met sluizen erin. Deze beschermt Rotterdam en het achterland en kan het zoete water vasthouden in droge zomers. Achter de dam is het waterpeil beheersbaar en kunnen meer huizen in oude stadshavens worden ontwikkeld. De dam vormt wel een barrière voor scheepvaart en natuur.
Een derde benadering is een meer open en natuurlijke variant. Hierbij laten we de Nieuwe Waterweg aanzanden en veranderen de oevers in natuurgebieden.
Er valt dus echt wat te kiezen. Dit is spannend, want elke strategie heeft voor- en nadelen voor verschillende functies en partijen. Een open variant is goed voor de scheepvaart en de natuur, een gesloten dam voor stadsontwikkeling en waterveiligheid. Naast hoogwaterbescherming zal de zoetwatervoorziening een belangrijke aanjager zijn. Aan zoetwater voor de scheepvaart, landbouw en industrie is in de droge seizoenen immers nu al een gebrek.
Moeten we daar nu echt al mee aan de slag? Kunnen we niet alle opties voor de toekomst open houden? Dat is onverstandig: hoe onduidelijker de strategie, des te meer ruimte we moeten reserveren voor water en dijkversterkingen. En aan ruimte hebben we juist een gebrek. We leggen nu al stadswijken, dijken en bruggen aan voor de komende vijftig tot honderd jaar.
Nieuwe deltawerken
Bovendien is er minder tijd dan gedacht. De deltawerken zijn gebouwd en ontworpen in 40 jaar. En in ons polderende land hebben we veel tijd nodig om te beslissen. Begin daarom nu met een plan voor de tweede helft van deze eeuw, en stel de komende jaren een voorkeursstrategie vast. Zet de ontwerp-, denk- en rekenkracht van Nederlandse ingenieurs, wetenschappers en ontwerpers in. Laten we beginnen bij het Rotterdam-Rijnmond gebied, en daar verkennen hoe alternatieve strategieën de bescherming, stadsontwikkeling, natuur en bedrijvigheid kunnen versterken. Maar ook voor andere gebieden zoals Zeeland, de Hollandse IJssel en onze grote rivieren zijn concrete en uitgewerkte plannen en keuzes hard nodig.
We moeten dus nú aan de slag met deze nieuwe deltawerken van de 21ste eeuw. Zo worden we weer een land met een duidelijk plan. De rest van de wereld kijkt naar ons.
Lees ook
Kan het meest pessimistische klimaatscenario overboord?