„Met kinderafdeling Bos”, zeg ik door de telefoon.
„Met de ambulance, mogen we nog even een ijsje halen?”
Het is geen spoedrit. Het meisje komt over uit een ander ziekenhuis om morgen bij ons een pittige operatie te ondergaan. Als ze even later met haar moeder en de ambulanceverpleegkundigen de afdeling op komt rijden, lacht ze van oor tot oor. Het ijsje was heerlijk en in de ambulance hebben ze keihard haar lievelingsmuziek gedraaid.
Lezers zijn de auteurs van deze rubriek. Een Ikje is een persoonlijke ervaring of anekdote in maximaal 120 woorden. Insturen via [email protected]
Elke dag kijken er miljoenen mensen naar de ontelbare Nederlandse talkshows. De formule is overal ongeveer hetzelfde. Een tafel met gasten die praten over het nieuws. TV-recensent Amber Wiznitzer is gefascineerd door het format van praatprogramma’s. Aan de hand van fragmenten laat ze zien hoe onze talkshows werken. En wat daarvan het effect is op de kijker.
Heb je vragen, suggesties of ideeën over onze journalistiek? Mail dan naar onze redactie via [email protected].
In de vroege avond loop ik over de stille landweg, het nabije geluid van mijn schoenzolen op de weg, het lage oranje zonlicht op koeien, bosjes, boterbloemen, de lucht nog warm na de warme voorjaarsdag, maar bij doorlopen soms ook ineens weer koud, als er een groene vochtige koelte uit het gras en de struiken lijkt op te stijgen. Het is als wanneer je in zee zwemt, denk ik, soms heerlijk in lauwwarm water en dan ineens zwem je zo’n koelte in. Ongetwijfeld is dat in het groot wel uit te leggen, die lagen van verschillende temperaturen die soms niet netjes horizontaal liggen, en misschien is dat net zoals de groene koelte soms wel en soms niet uit de wegbermen en de weilanden opstijgt. Maar wie zou je kunnen vertellen, laat staan voorspellen, waar en wanneer die koeltes en die warmtes zich precies voordoen? In het groot zijn veel dingen te verklaren en in modellen onder te brengen, maar in het klein niet. Elke grasspietje beweegt door talloze oorzaken en gevolgen, te veel om ooit terug te vinden. Er is chaos onder de warme deklaag van oorzaken en gevolgen.
Het geeft me altijd een plezierig gevoel, dat zoveel niet te doorzien is, niet kenbaar is, voor ons mensen. Er zijn verschijnselen die door ons niet maar door dieren wél opgemerkt worden, maar ook zij overzien niet alles.
Onzekerheid heeft geen goede naam. We willen dingen weten, begrijpen, liefst kunnen voorzien en we doen graag alsof we dat kunnen – neem alleen al het veelgebruikte woord ‘toekomstbestendig’. Alsof we weten hoe die toekomst eruitziet. Natuurlijk hebben we wel een idee, maar we weten maar tot op zekere hoogte hoe het gaan zal, hoe graag we, om houvast te hebben, ook doen alsof het anders is.
Toch zitten er ook wel grenzen aan de behoefte aan houvast. Ik vraag weleens aan een goede vriend of vriendin, je stelt weleens zinloze vragen, gewoon, om samen te kunnen denken over hoe je tegen het leven aankijkt: als je te weten zou kunnen komen wanneer je zou doodgaan, zou je dat dan willen?
Het antwoord, na allerlei overwegingen (en die zijn nu juist het plezier van het gesprek, maar toch sla ik ze nu even over) is altijd: nee. Wat wel interessant is: de meeste mensen hunkeren naar zekerheid, maar daar moet blijkbaar – dat ontleen ik niet alleen aan dit ene miezerige voorbeeldje – een bepaalde mate van ónzekerheid bij komen. Weinigen houden van volstrekt determinisme. Dat wil zeggen, wel als theorie, het is geruststellend te denken dat alles uit oorzaken en gevolgen bestaat die begrijpelijk zijn als je je best doet en/of een briljante fysicus bent. Maar bijna niemand wil dat iedere handeling vaststaat en niet anders kan zijn dan zo.
Ik geloof wel dat iedere handeling niet anders kan zijn dan zo, dat wil zeggen: achteraf. Achteraf kon het nooit anders zijn dan zo, en hebben die miljoenen oorzaken geleid tot deze uitkomst. Maar van tevoren valt daar niets over te zeggen en blijven de warme en de koude golfjes op de weg onvoorspelbaar.
We leven nu bij uitstek in wat men ‘onzekere tijden’ noemt. Zo onzeker als alle tijden, maar met meer potentie tot narigheid. Willen we weten hoe dit afloopt en verder gaat? Kassandra werd niet voor niets niet geloofd. Niemand wil weten dat rampspoed zal komen, we leven vanuit, zoals Wislawa Szymborska haar Kassandra in een gedicht laat denken ‘een of andere vochtige hoop’ die ons voortdrijft, in leven houdt, nieuwsgierig maakt.
Oh onzekerheid. Bedreig ons niet te veel, dan zullen we altijd van je blijven houden.
„Met kinderafdeling Bos”, zeg ik door de telefoon.
„Met de ambulance, mogen we nog even een ijsje halen?”
Het is geen spoedrit. Het meisje komt over uit een ander ziekenhuis om morgen bij ons een pittige operatie te ondergaan. Als ze even later met haar moeder en de ambulanceverpleegkundigen de afdeling op komt rijden, lacht ze van oor tot oor. Het ijsje was heerlijk en in de ambulance hebben ze keihard haar lievelingsmuziek gedraaid.
Lezers zijn de auteurs van deze rubriek. Een Ikje is een persoonlijke ervaring of anekdote in maximaal 120 woorden. Insturen via [email protected]