Wij verblijven een maandje in Spanje in een huis van Spaanse vrienden. Mijn jongste, nog studerende, dochter en haar vriend zijn een kleine week bij ons op bezoek.
Na vier dagen vraagt ze ‘s ochtends tijdens het eerste gezamenlijk ontbijt aan mijn vriendin: „Oh ja zeg, wat zijn die shotjes toch die jullie elke ochtend drinken?”, wijzend op de twee glaasjes in het keukenkastje. Het antwoord van mijn vriendin: „Onze zachtgekookte eitjes!”
Lezers zijn de auteurs van deze rubriek. Een Ikje is een persoonlijke ervaring of anekdote in maximaal 120 woorden. Insturen via [email protected]
Ook zonder de PVV bleken de overgebleven coalitiepartijen van het kabinet-Schoof in staat om door te ruziën. Dit keer ging het over de invulling van de vrijgekomen post van asielminister Faber’. Die ruzie is nu op onconventionele wijze opgelost: het ministerie wordt onder drie ministers verdeeld. Maar de onrust en paniek blijft. Partijen moeten snel een nieuwe lijsttrekker vinden, en bij de ene gaat dat wat soepeler dan bij de andere.
In Haagse Zaken gaan we het daarom hebben over de voormalige coalitie. Hoe gaat het met PVV, nu weer een oppositiepartij, en VVD, NSC en BBB? Je hoort van Petra de Koning, Lamyae Aharouay en Pim van den Dool over de positionering van de partijen en wat ze zien als hun kansen en bedreigingen en hoe de stemming nu is, anderhalve week na de val van het kabinet.
Heeft u vragen, suggesties of ideeën over onze journalistiek? Mail dan naar onze redactie via [email protected].
Het was geen fraai gezicht. Klein, schadelijk voor het aanzien van politiek. De week nadat de PVV het kabinet-Schoof had verlaten, gingen de drie overgebleven partijen van het inmiddels demissionaire kabinet, VVD, NSC en BBB, door met waar ze zo goed in waren: ruzie maken. Het ging een week lang over de verdeling van de vrijgekomen kabinetsposten, of liever gezegd: over één post, die van de vertrokken minister Marjolein Faber (Asiel en Migratie, PVV). Haar portefeuille wil iederéén wel, zo bleek. Er komen verkiezingen aan, die, zo is de verwachting, weer gedomineerd worden door het thema asiel. Faber heeft twee asielwetten achtergelaten, die mogelijk nog behandeld kunnen worden vóór de verkiezingen. De overgebleven drie partijen willen daar goede sier mee maken. Omdat ze het allemaal wilden, is de portefeuille nu door de drie partijen onderling verdeeld. Het is een niet te volgen politiek compromis: de VVD krijgt de asielnoodmaatregelenwet, NSC krijgt ‘migratie’, BBB het COA, dat de opvang van asielzoekers regelt.
Zo doen de partijen wat ze de PVV de afgelopen tijd (terecht) verweten: dat de partij van Geert Wilders cynische politiek bedreef over één thema. Het is niet uit te leggen aan kiezers dat zij zich nu aan hetzelfde bezondigen. Bovendien zegt het iets over de invloed die de PVV nog altijd heeft, al is hun rol uitgespeeld in het landsbestuur. Alsof de PVV opnieuw mag bepalen waar de verkiezingen van oktober over mogen gaan, de koers van de volgende maanden mag bepalen, en de rest keurig in het gelid meewandelt. Alle partijen willen nu streng zijn op migratie, vooral asielmigratie. En partijen nemen retoriek en gedrag van de PVV over, omdat ze bang zijn dat de kiezer denkt dat ze soft zijn. Stel dat de PVV in oktober geen enkele Kamerzetel zou behalen (overigens geen realistisch scenario), dan nog zou het PVV-gedachtegoed veilig zijn. Iedereen wil als de PVV zijn, en de drie leiders van de coalitiepartijen blijven zeggen dat ze inhoudelijk geen licht zien tussen hun partij en de PVV.
Zo is Geert Wilders weliswaar vrijwel zeker uitgesloten van een volgende regeringsdeelname, maar is zijn invloed groter dan ooit. Het was het enige juiste besluit van VVD-leider Dilan Yesilgöz om de PVV deze week uit te sluiten. Maar het besluit kwam laat, pas bijna een week na de val van het kabinet. Het had er alle schijn van dat ze onrust in de achterban wilde sussen. Deze zaterdag komt de VVD samen voor een partijcongres, een Liberale Open Dag, zoals zij het noemen. Yesilgöz kan geen discussie over haar leiderschap gebruiken. De reden die ze voor haar besluit gaf, was opvallend procedureel van aard.
Wilders noemde ze een ‘wegloper’, die zijn verantwoordelijkheid ontliep. Dat is waar, en een legitieme reden om de PVV als ongeschikt te beoordelen. Maar de ideeën van Wilders hadden een veel grotere barrière moeten vormen. Wilders is veroordeeld wegens groepsbelediging door zijn ‘minder Marokkanen’-uitspraak van 2014, en heeft daar nooit afstand van genomen. Wilders wil de Koran verbieden, moskeeën sluiten, en Nederland „de-islamiseren”. Die ideeën staan haaks op het liberale gedachtegoed van de VVD én haaks op de democratische rechtsstaat. Het ijskast-verhaal is ongeloofwaardig gebleken. Yesilgöz had iets moeten zeggen over het uitsluitende, discriminerende en haatzaaiende karakter van het PVV-gedachtegoed. Dat zij dat niet deed, wekt de indruk dat ze bang is dat ze de rechtervleugel van haar partij en teleurgestelde PVV-kiezers wegjaagt. Maar duidelijkheid over waar de VVD voor staat is niet alleen moreel juist, het zal op langere termijn in haar voordeel werken. Partijen als de VVD zijn onder invloed van de PVV richting kwijt en ogen uitgeblust, zonder enig zelfvertrouwen. Willen partijen geloofwaardige alternatieven zijn voor kiezers, dan moeten ze daar iets aan doen.
Lees ook
Lees ook: De eeuwige dans tussen VVD en PVV
Dat geldt zeker niet alleen voor de VVD. Ook NSC en BBB wekken de indruk het niet meer te weten. NSC, dat het kabinet inging om de rechtsstaat te bewaken, heeft nooit consequenties verbonden aan uitspraken en opvattingen van PVV’ers in het kabinet. Zelfs niet toen hun enige bewindspersoon van kleur, Nora Achahbar, zich niet langer thuisvoelde in het kabinet. Inmiddels zegt NSC het eens te zijn met de asielplannen van Marjolein Faber, en wilde de partij delen in de eer. NSC is na het recente vertrek van Pieter Omtzigt een stuurloze partij geworden, waar achter de schermen gevochten wordt om het partijleiderschap. Ook BBB zit in zwaar weer, en dreigt maar weinig zetels over te houden. Ook die partij ziet de oplossing in PVV’tje spelen. Partijleider Caroline van der Plas noemde deze week het „beteugelen van de islamisering” een van de redenen waarom BBB in het kabinet zit. Op die manier is er geen PVV meer nodig. Het wordt tijd dat partijen, ook aan de rechterkant, meer investeren in hun eigen verhaal, en minder angstig reageren op alles wat Wilders doet.
Het hoge woord is eruit: Dilan Yesilgöz wil niet meer met de PVV regeren. Maar, let op: ze vindt GroenLinks-PvdA óók heel vervelend. De PvdA is door GroenLinks „uit het midden van de Nederlandse politiek gerukt”, aldus Yesilgöz maandag in een stuk op de VVD-site. Een krasse uitspraak, want is niet juist de VVD door de PVV uit het midden van de Nederlandse politiek gerukt? Had Yesilgöz vorige week niet gezegd het „helemaal eens” te zijn met het ‘tienpuntenplan’ van Geert Wilders, waaronder het denaturaliseren van mensen die al hun hele leven in Nederland wonen?
Goed, terug naar het stuk. Op die krasse uitspraak volgt een alinea over GroenLinks-PvdA: „Zo zien we bij radicaal-links steun voor campusbezettingen met alle vernielingen en kosten van dien, wordt door sommigen gezegd dat 7 oktober een daad van verzet was, en wordt geweld dus genuanceerd wanneer het in het ideologische straatje past. Er wordt geëist dat gewone, hardwerkende Nederlanders hun leven aanpassen naar hoe de radicalen het willen. Dit is niet de beweging die het in Nederland voor het zeggen moet krijgen.”
Een verwarrende tekst. Welke mensen binnen GroenLinks-PvdA steunen de vernielingen op campussen, en hoeveel invloed hebben zij? Wie zeggen dat 7 oktober een daad van verzet was? Niet de partijleiding, in elk geval. En wie eist dat gewone, hardwerkende Nederlanders hun leven aanpassen? Op welk vlak? Gaat het hier nog steeds over steun voor Hamas, of is Yesilgöz afgedwaald naar andere ‘radicale’ eisen zoals vegetarisch eten en minder vliegen? En hoe wordt dat dan precies geëist? Rationeel gezien valt er aan deze alinea geen touw vast te knopen: ze is een belediging voor iedereen met een IQ boven de 70. Het roept de vraag op wat er aan de hand is met de liberale partij, die zich altijd heeft gepresenteerd als een kind van de Verlichting.
Even voor de duidelijkheid: ik ben geen VVD-hater. Ik ben altijd geïnteresseerd geweest in het liberalisme, en heb ooit voor mijn bachelorscriptie vijfentwintig jaargangen van Liberaal Reveil doorgeploegd, het tijdschrift van het wetenschappelijk bureau van de VVD. Juist daarom ben ik extra verbaasd over het dédain voor denken dat blijkt uit teksten als deze.
Dinsdagochtend werd duidelijk wat er aan de hand was: sinds 2016 mikt de VVD niet meer op de ratio, maar op het intuïtieve deel van ons brein. Voormalig campagnestrateeg Bas Erlings vertelde in NRC over deze strategie, gebaseerd op het werk van de gedragspsycholoog Daniel Kahneman. Volgens Kahneman zijn er in onze hersenen twee systemen actief, het snelle en het trage. Verreweg de meeste beslissingen worden genomen door Systeem 1, het terrein van de emoties, intuïtie en automatische piloot. Systeem 2, dat van de ratio, wordt pas ingeschakeld als Systeem 1 er niet uitkomt. Vaak zoekt het trage systeem achteraf argumenten bij wat het snelle al besloten heeft.
Op basis van deze bevindingen ontwierp Erlings de ‘Pleur op’-campagne, met als hoogtepunt de brief ‘Aan alle Nederlanders’, die begin 2017 werd afgedrukt in verschillende kranten. „Soms lijkt het wel alsof niemand meer normaal doet”, schreef Mark Rutte, waarna hij vaag hintte naar nieuwkomers die hier de sfeer verpesten. Er stond verder niks concreets in, maar daarvoor was de brief ook niet bedoeld, schrijft Erlings in zijn deze week verschenen boek Het spel van de populist: Rutte wilde zich een weg banen naar het snelle brein. „Bewust kozen we voor een scherpe tweedeling, wij versus zij.” Door vaag te verwijzen naar een bedreiging van het ‘wij’, wist Rutte emoties als angst te activeren en zichzelf op de kaart te zetten als leider bij wie het land in goede handen was.
Rutte won de verkiezingen in 2017 glansrijk. Achteraf heeft Erlings dubbele gevoelens over de polariserende campagne, zei hij in NRC, „omdat nu veel duidelijker is wat de gevolgen zijn van polarisatie, en hoe snel het kan gaan”. Toch blijft hij erbij dat je niet van populisten als Wilders wint zonder inzet van de gedragspsychologie. In zijn boek adviseert hij de campagneleiders van nu om niet emoties als angst te activeren, maar positieve emoties zoals hoop en optimisme. Als lichtend voorbeeld noemt hij Obama en, hou je vast, Jesse Klaver.
Het zou hilarisch zijn als het niet zo treurig was: de man die in 2017 alles op alles zette om de kiezer bang te maken, begint acht jaar later, als het hele debat draait om angst, over de kracht van hoop. Een beetje laat, en aan dovemansoren gericht, afgaande op het laatste schrijfsel van Yesilgöz.
Er is één vraag die Erlings niet behandelt. Kan een campagne ook op beide denksystemen gericht zijn? Oftewel, is er een strategie mogelijk die de emoties bespeelt, maar geen middelvinger opsteekt naar de ratio? Dat zou een liberale partij, die zich ziet als verdediger van de rede en het vrije individu, toch moeten nastreven. Yesilgöz zou haar afkeer van links kunnen verwoorden op een manier die zowel rationeel als emotioneel hout snijdt. In plaats daarvan neemt ze zo’n lompe shortcut naar het snelle brein dat zelfs dat snelle brein hopelijk denkt: hier trap ik niet in. Is er nou niemand bij de VVD die dit gênant vindt?