Opinie | Seks is niet altijd perfect – wisten tieners dat maar

‘Seks is net als pannenkoeken bakken, de eerste keer mislukt altijd.” Het is een citaat van een dertien jarige jongen tijdens een gastles seksuele vorming die ik op een middelbare school geef. Je hoort zijn ouders er in doorklinken maar dat is niet erg, het is namelijk een erg geruststellende boodschap. Seks, en dan vooral de eerste keer, is nou eenmaal niet zoals je het in de meeste films of series ziet. Seks is onhandig, vlezig en soms gebeuren er dingen die je niet had voorzien of zelfs prettig vindt. Maar ervaren tieners dat nog wel zo? Hebben tieners nog wel de ruimte om onbevangen te ontdekken en een beetje aan te rommelen als het op seks aankomt?

Nederlandse jongeren beginnen steeds later met de eerste keer penis-in-vagina-seks, blijkt ook uit het recente Seks onder je 25ste-onderzoek dat iedere vijf jaar door Rutgers en Soa aids Nederland wordt uitgevoerd. In 2023 heeft de helft van de jongeren seks met 18,7 jaar, vijf jaar eerder was dat nog 18 jaar en in 2012 zelfs 17 jaar. De verschuiving op zich is niet goed of slecht, de beweegredenen voor jongeren om later aan seks te beginnen kunnen dat wel zijn.

Omdat de verschuiving niet voor het eerst opviel bij onderzoekers, is er in 2018 al vervolgonderzoek gedaan onder jongeren om te ontdekken waarom zij steeds later beginnen met penetratieseks. De redenen die daar uit kwamen zetten je aan het denken over de almaar verder opschuivende cijfers. Zo blijkt uit het kwalitatieve onderzoek dat jongeren de druk ervaren om alles ‘goed’ te doen en hebben (sociale) media een negatieve impact op de ontwikkeling en het zelfbeeld van jongeren.

In onze individualistische samenleving wordt er op gehamerd dat jongeren verantwoordelijke en verstandige keuzes maken. Dat geldt voor veel onderwerpen die jongeren bezighouden. Niet alleen moeten ze goede cijfers halen en een leuk bijbaantje hebben, ze moeten ook nog het klimaat redden. Er heeft nog nooit zo veel nadruk gelegen op maakbaarheid. Dat vertaalt zich ook naar de slaapkamer. De eerste keer moet niet alleen leuk zijn, je moet het ook doen met iemand waar je verliefd op bent, het moet romantisch zijn, je moet het lekker vinden (liefst ook een orgasme krijgen) en ook moet je het veilig doen (je weet toch dat je een soa kunt krijgen?!). Door al die factoren stellen ze ‘de eerste keer’ liever uit, aldus de jongeren zelf. Je kunt de eerste keer immers maar één keer doen, dit is wat je de rest van je leven zal bijblijven.

Die hoge verwachting komt niet overeen met de praktijk van seks die toch op z’n minst vaak een beetje rommelig te noemen is. Daarom pleit ik er al langer voor de eerste keer penetratieseks niet zo belangrijk te maken. Ik kan me nog herinneren dat ik als onzekere tiener de eerste keer samen bloot in bed liggen veel spannender vond. Er zijn zo veel eerste keren die je kunt beleven: van een eerste zoen tot de eerste keer een orgasme in het bijzijn van iemand anders. Bovendien is het voor jongeren extra pijnlijk als de eerste keer niet zo leuk was, ze hebben dan het gevoel gefaald te hebben.

Online-seks

Een andere reden voor de verschuiving zou kunnen zijn dat de leefwereld van jongeren en hun onderlinge relaties zich inmiddels zo veel online afspelen, dat jongeren gewoonweg minder kans krijgen om intiem fysiek contact met elkaar te hebben. In dat geval zouden de avondklok en andere beperkende coronamaatregelen ook een verklaring kunnen zijn voor het feit dat jongeren nu een jaar langer wachten dan vijf jaar geleden. Het vele online zijn zou zich logischerwijs ook kunnen vertalen naar meer online-seks. De eerste keer zou dan niet langer de eerste keer penetratieseks betekenen, maar bijvoorbeeld voor de eerste keer een sexy foto sturen. Opvallend genoeg zijn de cijfers over jongeren die online-seks met elkaar hebben (denk aan het versturen van sexy foto’s of filmpjes) de afgelopen vijf jaar gelijk gebleven. Dat betekent dus dat er geen verplaatsing naar online-seks plaatsvindt, maar dat jongeren gewoonweg langer wachten met iedere vorm van seks.

En de invloed van de onlinewereld rijkt verder dan alleen het contact van jongeren onderling. Jongeren zeggen namelijk ook dat onlinebeelden hun eigen lichaams- en zelfbeeld beïnvloeden en dat ze het spannend vinden om zich uit te kleden voor een ander als je lichaam niet voldoet aan het ideaalbeeld dat je op sociale media ziet. Ook zorgt het vele online zijn ervoor dat jongeren het gevoel hebben onder een vergrootglas te liggen. Dit maakt ze kwetsbaar en versterkt het gevoel dat ze zich geen fouten kunnen veroorloven.

Alhoewel de sekspositieve boodschap in de seksuele vorming steeds meer terrein begint te winnen, wordt er (met name door ouders) altijd enthousiast gereageerd op ‘zo laat mogelijk beginnen’. Het is een verwarrende boodschap: seks is leuk, maar wacht er vooral zo lang mogelijk mee. Er valt wel degelijk iets te zeggen voor niet te jong beginnen aan seks: uit ander onderzoek blijkt namelijk dat met name de erg jonge starters (12-14 jaar) vaker negatief terugkijken op hun eerste keer. Maar ‘hoe later, hoe beter’ gaat in dit geval niet op. Als je al deze verklaringen naast elkaar legt, zou ik als ouder van een tiener niet staan te springen dat de leeftijd weer omhoog is gegaan. Jongeren missen de ruimte om maar wat aan te rommelen als het op het ontdekken van seksualiteit aankomt. Bereid jongeren voor door ze een realistisch beeld te geven van seks en de eerste keer penetratie. Leg minder nadruk op ‘de eerste keer’. Gun ze de ruimte om te experimenteren, fouten te maken en risico’s te nemen. Want ook al mislukt die eerste pannenkoek, hij is vaak toch prima te eten.