Opinie | Schoolbesturen moeten democratisch opereren – ook als het over de doorstroomtoets gaat

Deze krant berichtte over enig gedoe in onderwijsland: een viertal basisscholen weigerde de landelijk verplichte doorstroomtoets af te nemen in groep 8 (Basisscholen zwichten voor dreigende sancties van staatssecretaris en nemen tóch doorstroomtoets af, 20/2). Na kordate interventie van Staatssecretaris Mariëlle Paul kwamen deze scholen, die vallen onder twee verschillende schoolbesturen (SaKS en Stichting Spaarnesant), op hun schreden terug. De bittere nasmaak blijft, vanwege typische kenmerken van ons gedecentraliseerde onderwijsbestel die in dit voorval duidelijk naar voren komen.

Belastinggeld uitgeven

In vergelijking met andere landen hebben Nederlandse schoolbesturen in het basis- en voortgezet onderwijs een grote autonomie over de besteding van het belastinggeld dat ze ontvangen. Dat geeft vrijheid van bestuurlijk handelen. De financiering van Nederlandse schoolbesturen komt goeddeels uit het hart van onze democratie: Den Haag.

Maar na betaling op basis van leerlingenaantal, de zogeheten lumpsum, is de democratische controle van de volksvertegenwoordiging weg. Hier begint de schoen onderhand wat te wringen.

Volgens opgaaf van de Diens Uitvoering Onderwijs worden schoolbesturen alsmaar groter. Er zijn momenteel 764 schoolbesturen in het primair onderwijs die samen goed zijn voor ongeveer 1,46 miljoen leerlingen. Dat komt neer op gemiddeld 1.900 leerlingen per schoolbestuur en is omgerekend ongeveer 17 miljoen euro per schoolbestuur. Dat is 3,5 miljoen euro hoger dan de jaarbegroting van de gemeente Schiermonnikoog, die goed is voor bijna duizend inwoners en evident een uitgebreider takenpakket heeft dan een schoolbestuur, maar die wél door verschillende politieke partijen in de gemeenteraad democratisch wordt gecontroleerd op het doelmatig uitgeven van belastinggeld.

Kortom, zorgen liggen op de loer als het gaat om transparantie met in het verlengde de doelmatigheid van besteding van belastinggeld. Meer oormerken van lumpsumgelden zou welkom zijn om de democratische controle te kunnen verbeteren.

Sociaal contract

Een voorbeeld. Onderwijsjournalist Joëlle Poortvliet berichtte in een artikel in Het Onderwijsblad dat het aantal bedrijven in onderwijsadvies sinds 2008 is verzevenvoudigd naar ongeveer drieduizend bedrijven nu. Deze bedrijven worden vooral ingehuurd door schoolbesturen. Doelmatig? Nee, want we kampen met een lerarentekort.

Het publiek is niet gebaat bij nog meer kletsmajoors op kosten van de belastingbetaler. Het maatschappelijke middenveld is notabene, zoals toenmalig hoogleraar Onderwijsbestuur Edith Hooge betoogde in haar oratie aan de universiteit van Tilburg, „van oudsher al druk bezet met onderwijsspecifieke werkgevers- en werknemersorganisaties, beroeps- en belangenverenigingen, en ondersteunings- en begeleidingsorganisaties, maar vanaf de jaren negentig is het er nog drukker geworden”.

Nog een voorbeeld. Na het nodige maatschappelijke debat over absurd hoge financiële reserves van schoolbesturen is enkele jaren terug de ‘signaleringswaarde bovenmatig publiek eigen vermogen’ (een financiële bovengrens) voor schoolbesturen ingevoerd om, onder toeziend oog van de Inspectie van het Onderwijs, de doelmatige besteding van belastinggeld te bevorderen. Helaas rapporteerde de onderwijsminister in 2021 dat maar liefst 735 schoolbesturen boven de genoemde signaleringswaarde zaten. Uit het rapport De Staat van het Onderwijs 2024 kan elke belastingbetaler opmerken dat het publiek eigen vermogen in 2022 van schoolbesturen is toegenomen met 218 miljoen euro. Over het algemeen zijn schoolbesturen dus bepaald niet armlastig en hebben ze grote wettelijke vrijheid om hiermee weg te komen.

Het wordt in het sociaal contract tussen samenleving, politiek en schoolbesturen pas echt beroerd zodra die vrijheid omslaat in het moedwillig niet respecteren van wet- en regelgeving en dat op kosten van de belastingbetaler. Dit gebeurde met de ophef rondom de doorstroomtoets.

Goed voorbeeld geven

Hoe bont willen we het hebben in onze democratie? Staatssecretaris Mariëlle Paul heeft terecht laten zien dat ze een broertje dood heeft aan zulke opstandigheid en tikte dus SaKS, dat in 2023 notabene 4,2 miljoen euro boven haar financiële bovengrens zat volgens de jaarrekening, en Stichting Spaarnesant op de vingers. En dat terwijl basisscholen de wettelijke plicht hebben om een schoolcultuur te creëren waarin leerlingen respect wordt bijgebracht voor de democratische rechtstaat.

Dat voorbeeld dienen de schoolbesturen dan ook zelf te geven. Op basis van maatschappelijk debat, zodat er wet- en regelgeving komt die zo goed mogelijk werkt voor het publieke belang. Dat laatste hoort uiteindelijk niet te worden bepaald door een individuele school of schoolbestuur, maar door onze volksvertegenwoordiging die er goed aan doet om de mate van decentralisatie eens goed tegen het licht te houden.


Lees ook

Dilemma’s door de doorstroomtoets: scholen doen met tegenzin mee of haken af omdat ze de toets niet meer vertrouwen

Leerlingen van groep 8 in Dordrecht tijdens het maken van de doorstroomtoets.