Ik loop op een doordeweekse dag op straat in het centrum van Rotterdam en hoor daar vier schoffies met elkaar praten. De grootste tegen een van zijn klasgenoten: „Ik moet om één uur op school zijn, ga je met me mee of blijf je hier met hun?” Waarop een andere vriend laconiek opmerkt: „Ik zou maar meegaan, want het is ‘met hen’.”
Anne Sjoukema
Lezers zijn de auteurs van deze rubriek. Een Ikje is een persoonlijke ervaring of anekdote in maximaal 120 woorden. Insturen via [email protected]
De politie moet bij het aannemen van agenten beter selecteren om racisme en seksisme onder politiemensen zoveel mogelijk te voorkomen. Politieagenten moeten ook meer rouleren om niet te lang in ‘probleemgebieden’ te hoeven werken waardoor ze afstompen.
Dit zei de Rotterdamse burgemeester Ahmed Aboutaleb donderdag in de gemeenteraad. Die debatteerde over een vorige maand bekend geworden rapport van het onderzoeksbureau Governance en Integrity. Onderzoekers hebben vastgesteld dat agenten van het Basisteam Centrum van de Rotterdamse politie last hebben van racisme, seksueel overschrijdend handelen en structureel pestgedrag door collega’s. De klachten staan in een rapport dat werd opgesteld na het horen van 75 van de 230 politiemensen in dit team.
Aboutaleb beklemtoonde in de raad dat Nederland volgens hem „een fantastisch politieapparaat” heeft. Een kleine minderheid maakt zich volgens de burgemeester schuldig aan discriminatie en racisme. Aboutaleb vroeg vooral begrip voor politiemensen die vaak onder zware omstandigheden hun werk moeten doen. Het in opspraak geraakte basisteam opereert in het centrum van Rotterdam waar veel demonstraties zijn en uitgaansgeweld en drugsgebruik heel gewoon zijn.
Meer bescherming
„Ik was de eerste burgemeester die zei dat we niet moeten accepteren dat hooligans zich omdraaien naar agenten, hun broek laten zakken en hun blote kont tonen”, zei Aboutaleb. Agenten moeten volgens hem ook niet accepteren dat ze met opgestoken middelvinger worden begroet of voor „kankerhomo” worden uitgescholden. Agenten verdienen meer „bescherming” dan dat ze na een incident eruit „worden geknikkerd”. Het zou volgens Aboutaleb wel in het belang zijn van de politie om agenten meer te laten rouleren zodat ze niet alleen maar „lelijke dingen in het centrum zien”.
Om discriminatie tegen te gaan zou het volgens Aboutaleb ook goed zijn te streven naar een meer divers politiekorps. En de selectie van agenten moet scherper. Hij zei zich wel af te vragen of „de politie zich dit wel kan permitteren in de huidige wereld waar grote schaarste is aan personeel”.
Veel partijen in de gemeenteraad van Rotterdam toonden zich zeer kritisch over de Rotterdamse politie die de afgelopen vier jaar herhaaldelijk wegens racisme in opspraak kwam. Raadslid Sarah Reitema (PvdA) noemde de bevindingen over racisme bij de politie in het centrum „schokkend en onacceptabel”. De situatie mag volgens haar „geen dag langer voortduren. Dit had allang de kop ingedrukt moeten worden”.
Raadslid Ingrid van Wifferen (D66) sprak van „een zeer onveilige werksfeer” bij de Rotterdamse politie. „Er zijn aanzienlijke risico’s voor de burgers die met de politie in aanraking komen”. Volgens D66 heeft de politieleiding bij vorige incidenten te mild, met voornamelijk berispingen, opgetreden tegen foute agenten. Sommige partijen vroegen zich af of Fred Westerbeke wel is te handhaven als eenheidschef in Rotterdam. De burgemeester nam het voor hem op. „Ik heb alle vertrouwen in de eenheidschef. Hij is buitengewoon doortastend.”
‘Grapjes horen erbij’
De grootste partij in de raad, Leefbaar Rotterdam, vond het een schande dat in het onderzoeksrapport „verdachtmakingen” staan aan het adres van de politie, zei Simon Ceulemans. Onderzoekers constateren dat er bij de Rotterdamse politie sprake is van „gitzwarte humor” en de grappen raken vaak aan racisme en seksisme. „De medewerkers die racistische grappen maken, worden daar niet op aangesproken. Leidinggevenden staan er zelf bij te lachen”, aldus het rapport. Ceulemans hekelde de kritiek. „Het is ook gezond als je in een organisatie onderling grapjes kunt maken. Dat hoort erbij.”
Na het bekend worden van de problemen bij de politie in het centrum zijn er nieuwe misstanden gebleken. De mannelijke teamchef van Basisteam Delfshaven is twee weken geleden geschorst na beschuldigingen van agenten over ernstig seksueel grensoverschrijdend gedrag. De twee teamchefs van Basisteam Centrum in Rotterdam zijn vorige maand al opgestapt na publicaties in NRC.
Gisteren werd bekend dat de politiebaas van het programma Blauwe Haven, dat agenten met PTSS-problemen door lichamelijke activiteiten zoals roeien op de Maas weer weerbaar moet maken, met een andere collega op non-actief is gesteld. Er is een onderzoek geopend na beschuldigingen van ernstig seksueel grensoverschrijdend gedrag en financiële onregelmatigheden.
Dit was het laatste debat van burgemeester Aboutaleb in de gemeenteraad. Hij wordt opgevolgd door Carola Schouten.
De pager met een robuust ogend rubberen omhulsel „zag er wel clunky uit”, zegt Bart Verhagen, specialist in communicatietechnologie. Bij P2000shop Alarmeringssystemen in Bergeijk hebben ze model AR 924 weleens op de site zien staan van de Taiwanese producent Gold Apollo. „Leuk om te zien, maar wel een behoorlijk apparaat.” Je zou haast zeggen: ruimte om van alles mee uit te spoken? Verhagen haalt zijn schouders op.
P2000shop-directeur Anton Kroot en zijn technische man Verhagen kennen Gold Apollo goed. Dit Taiwanese bedrijf, dat zijn merknaam verbonden heeft aan de ontplofte pagers die dood en verderf hebben gezaaid bij Hezbollah, is ook leverancier van piepers die P2000shop ontwerpt en installeert voor hulpdiensten in Nederland. Ze willen wel uitleggen hoe zulke pagers werken, maar niet speculeren over de aanvalsgolf in Libanon.
Met de ontploffing van duizenden portofoons een dag later is de complexiteit van de micro-aanvallen nog groter geworden. Inmiddels meldt Libanon 37 doden en bijna drieduizend gewonden als gevolg van de twee reeksen van explosies. „Je vraagt je af wat er morgen de lucht in vliegt”, zegt portofoon- en pagerimporteur John van Dormolen van het Baarnse bedrijf VeDoSign.
Films en series
Pagers zijn nog amper in gebruik op de consumentenmarkt. Ze zijn bekend uit films en series: de drugsdealers in de succesvolle HBO-misdaadserie The Wire communiceerden ermee. Maar pagertechnologie zit ook in de schijfjes die afgaan als je bestelling klaar is in de horeca. Hezbollah lijkt gekozen te hebben voor pagers en landlijnen om de Israëlische geheime dienst niet via mobiele telefonie te laten infiltreren.
Gold Apollo is een wereldspeler in een nichemarkt van piepers, zoals de apparaatjes in Nederland doorgaans worden genoemd. P2000shop is in Nederland marktleider bij de ondersteuning en ontwikkeling van piepertechnologie voor hulpdiensten, waaronder brandweer en ambulances, maar ook de Koninklijke Nederlandse Redding Maatschappij (KNRM) en het Rode Kruis.
In principe kunnen piepers alleen ontvangen. Met de techniek van Gold Apollo ontwierp het bedrijf van Kroot de ‘PreCom-pager’ met een eigen sim-kaart, waarmee ‘tweewegcommunicatie’ mogelijk is. „Als je als lid van de vrijwillige brandweer meteen kan laten weten ‘ik kom eraan’, weten ze op de kazerne of ze genoeg mensen hebben op de tankautospuit. Of dat ze bij een andere korps moeten zijn.” En dat maakt uit, zegt Kroot, als elke seconde telt.
Hongarije
De vragen rond de partij ontploffende pagers in Libanon leven natuurlijk ook in de kleine branche in Nederland. Ze zijn volgens Gold Apollo ontworpen en geproduceerd bij een gelicentieerd Hongaars bedrijf, BAC Consulting. Zowel in Baarn als Bergeijk hebben ze nog nooit gehoord van een Europese fabrikant die in naam van Gold Apollo produceert. Zij doen allebei altijd direct zaken met Taiwan.
Volgens de directeur van Gold Apollo had het bedrijf in Boedapest al drie jaar een licentie om onder merknaam te produceren en verkopen. „Om een pager helemaal te bedenken, het wiel opnieuw uit te vinden, is ook wel raar als je een licentie hebt uit Taiwan”, vindt Van Dormolen. „Ik kan me wel voorstellen dat Gold Apollo zegt: ‘ga het maar in je eigen garage bouwen’. Maar dan zou ik wel iemand laten toezien dat de kwaliteit gewaarborgd is.”
Het Hongaarse bedrijf heeft geen verklaring gegeven, al zei de veronderstelde directeur op vragen van Amerikaanse nieuwszender NBC: „Ik denk dat je het verkeerd hebt”.
Dat Hezbollah de pagers kennelijk nooit, of niet tijdig, heeft opengeschroefd blijkt een fatale misrekening. Dat zou in Bergeijk nooit gebeuren. „Wij werken hier volgens ISO 9001”, legt Kroot uit. Steekproefgewijs schroeven ze de pagers uit Taiwan open. Zeker in de pilotfase van een nieuw product. „Hier gaan er duizenden door onze handen”, zegt Kroot. Als een component van „een halve rijstkorrel” al een ander kleurtje heeft, vragen ze we meteen specificaties.”
Werkt altijd
Net als radio en mobiele telefonie werken pagers via radiofrequente velden (radiogolven). Omdat een pager niet kan zenden, kan de locatie ook niet uitgepeild worden, wat handig kan zijn voor een clandestiene organisatie. En de techniek werkt volgens kenners altijd. Kroot legt uit dat er twee protocollen zijn, ofwel manieren waarop gezonden wordt naar piepers. Het flex-protocol, waarbij piepers gesynchroniseerd zijn met specifieke masten – zoals het P2000-netwerk in Nederland waar de hulpdiensten over communiceren. En er is het POCSAG-protocol, wat als het ware ‘open’ is. Daar kun je tussenkomen met een zender als je weet welke ‘capcode’ je moet hebben, zeg maar het nummer waarop een pieper is afgesteld .
Je kunt een stadion vol pagers hebben en nog zal er geen opstopping zijn
Voordeel van pagers is ook dat het signaal altijd doorkomt, geen vertraging kent en een hoge attentiewaarde heeft, zeggen experts. „Je kunt een stadion vol pagers hebben en nog zal er geen opstopping zijn”, zegt Verhagen. „Als iemand roept: Bart, dan luistert iedereen die Bart heet. Bij GSM is het: Is Bart 1 hier? Bart 2? Bart 3? Bart 4? Bart 5? En die sturen allemaal terug: ja hier ben ik, hoelang is het bericht? Wat voor soort bericht? Dat loopt sneller vast.”
Duidelijk is inmiddels via Amerikaanse media dat er springstof in de piepers en portofoons tot ontploffing is gebracht, zogeheten PETN. „Het leek wel een handgranaat”, zegt Verhagen, die beelden heeft bekeken. „Als dit een ontplofte accu is geweest, dan is de accu in mijn auto een kernbom.” De (AA-)batterijen stellen ook weinig voor. „Een ontstekingsmechaniekje lijkt me eerder de truc”, zegt Van Dormolen in Baarn. „Er wordt een puls naar binnen gestuurd, daarmee activeer je iets. Dat kan een bericht zijn, of het oplichten van het lcd-scherm.” En dus bij een gemanipuleerd apparaat ook springstof.
Lees ook
Al te veel springstof zou de piepers van Hezbollah verdacht zwaar hebben gemaakt
De ene jurist vindt dat sprake is van een „oorlogsmisdaad”, de andere houdt er juist uitdrukkelijk rekening mee dat de grootscheepse sabotage van semafoons en walkietalkies van Hezbollah binnen de regels van het oorlogsrecht valt.
Juridisch deskundigen reageren zeer verschillend op de vraag of degene die achter de bloedige sabotage-actie zat in Libanon en Syrië een legitieme actie uitvoerde. Er vielen tot nu toe ruim dertig doden , onder wie twee kinderen, en bijna 3.000 gewonden, onder wie vele zwaargewonden. Ze werden het slachtoffer van de simultane ontploffing van ongeveer 3.000 semafoons en portofoons in het bezit van voor zover bekend, voornamelijk Hezbollah-strijders en -sympatisanten.
Het interne communicatienetwerk van de Libanese strijdgroep Hezbollah kwam plat te liggen. De ziekenzorg in hoofdstad Beiroet en omgeving raakte ontwricht onder druk van ambulances die af en aan reden, en familieleden die gewonden binnenbrachten.
Lees ook
Aanvallen op piepers en walkie talkies overspoelen medische zorg in Libanon: ‘Ik zag de gruwelijkste verwondingen’
De semafoons en walkietalkies, bedoeld voor interne communicatie tussen Hezbollah-strijders, bevatten mogelijk explosieven. Die zouden op afstand tot ontploffing zijn gebracht met een elektronisch signaal. Velen, in elk geval Hezbollah zelf en Amerikaanse media, wijzen met beschuldigende vingers naar Israël. Dit land zwijgt in alle talen over de aanval.
Had Israël, als het inderdaad achter de sabotage zat, dit mogen doen volgens het humanitair oorlogsrecht? Zoals wel vaker bij de toepassing van het recht op mistige oorlogssituaties, trekken juristen verschillende conclusies. Wel komen steeds dezelfde vragen terug: hoe gericht was de sabotage-actie? Kon de dader vooraf hebben geweten over risico’s voor burgers? Hoeveel militair voordeel werd met de actie behaald en hoeveel menselijke nevenschade mag, gelet op dit voordeel, worden ingecalculeerd (‘proportionaliteit’)?
Antwoorden die duidelijkheid bieden over de legitimiteit van de aanval, blijken nog moeilijk te geven. Daarvoor zijn de gebeurtenissen nog te vers. Juridische stellingnames zijn daardoor veelal gebaseerd op aannames.
Oorlogsmisdaad
Het meest uitgesproken is Luc Walleyn, advocaat bij het Internationaal Strafhof en oud-voorzitter van mensenrechtenorganisatie Advocaten Zonder Grenzen. Hij vindt blijkens een interview met de Belgische krant De Standaard, dat er sprake is van een „oorlogsmisdaad”. Israël had volgens hem immers bij voorbaat kunnen weten dat er veel burgers gedood of gewond zouden raken door de sabotage van de semafoons. „Het zijn mensen van wie gedacht wordt dat ze eventueel iets met Hezbollah te maken hebben”, zegt hij over het doelwit van de actie. „Maar niet ieder lid van Hezbollah is een militaire strijder, Hezbollah is ook een politieke partij.”
Op het moment van de duizenden simultane explosies was er geen sprake van een gevechtssituatie, constateert Walleyn. „De aanval gebeurde op het moment dat mensen in burger boodschappen aan het doen waren, in hun bed lagen of om het even waar waren. Als een militair met verlof is, bijvoorbeeld, en gewoon bij vrouw en kind thuiszit, is hij geen militair doelwit. Dat maakt van deze aanval een zeer duidelijke schending van het oorlogsrecht.”
Gert-Jan Knoops is minder uitgesproken dan Walleyn. Toch zet ook deze advocaat bij het Internationaal Strafhof en hoogleraar internationaal recht tegenover NRC kritische kanttekeningen bij de sabotage-actie. Wel beklemtoont hij geen details van de voorbereiding van de aanval te kennen.
Knoops wijst erop dat „het ‘ad random’ doen plaatsen van explosieven op semafoons zonder dat je exact weet wie de semafoon gebruikt, het risico in zich bergt van disproportionele gevolgen voor burgers”. Wat precies disproportioneel is, valt niet getalsmatig vast te stellen, aldus Knoops. Het gaat erom dat de nevenschade voor burgers „niet excessief” is ten opzichte van het behaalde militair voordeel.
Inmiddels vergelijken mensenrechtenorganisaties als Human Rights Watch de explosieven in de semafoons met de inzet van boobytraps, wat verboden zou zijn. Knoops wijst erop dat dit verbod volgens internationale afspraken niet in absolute zin geldt. Het verbod gaat alleen op voor boobytraps die „op enigerlei wijze zijn verbonden of geassocieerd worden met objecten of personen die recht hebben op bescherming van internationaal recht of met objecten die personen kunnen aantrekken.” Te denken valt aan een explosief wapen waarvan niet precies duidelijk is waar het zich bevindt en in de buurt van burgers kan komen.
Platleggen communicatie
Hoogleraar militair recht Marten Zwanenburg (Universiteit van Amsterdam en de Nederlandse Defensie Academie) houdt de mogelijkheid open dat Israël, indien inderdaad de ‘dader’, handelde binnen de regels van het oorlogsrecht. Zwanenburg wijst op de, volgens berichten, vele slachtoffers onder Hezbollah-strijders en het platleggen van het communicatienetwerk. Daardoor werd de gevechtskracht van Hezbollah substantieel verzwakt.
„Het klinkt cru, maar omdat de sabotageactie veel militair voordeel lijkt te hebben opgeleverd, mag de nevenschade voor burgers ook relatief groot zijn”, zegt Zwanenburg. Hij wijst er ook op dat Israël en de VS andere opvattingen dan Nederland hebben over wat strijders en burgers zijn. „Israël vindt dat ook medewerkers van een gewapende groep aangevallen mogen worden, zoals koks van Hezbollah, en niet alleen personen die directer bij gevechtshandelingen betrokken zijn. Nederland gaat daar minder ver in.”
Overigens relativeert Zwanenburg het verschil van opvatting met Walleyn. „Het verschil tussen mij en Luc Walleyn is, denk ik, eerder een kwestie van aannames over wat Israël al dan niet wist, dan een inhoudelijk verschil van mening.”