Al meer dan een eeuw haalt Rusland steeds hetzelfde imperialistische trucje uit: onder valse voorwendselen ‘redden’ ze een land dat daar niet om vraagt (lees: Oekraïne redden van de nazi’s in een ‘speciale militaire operatie’), om dat land stukje bij beetje in te nemen, systematisch te vernietigen en van al zijn politieke en economische stevigheid te ontdoen. In ‘vredesonderhandelingen’ doen ze nog aan een extra rondje psychologische manipulatie: „dit land bestond toch niet, dit gebied was al van ons”. Rusland doet aan omgekeerde-wereld-bemiddeling. En wij doen eraan mee.
Deze Russische tactiek is niet nieuw. Daarom hier een voorbeeld – dat waarschijnlijk vrijwel niemand kent, maar geen zorgen, er is nog tijd om uw kennis op te halen. Op 9 september 1991, te midden van de totale ineenstorting van het Sovjetregime, verliet Tadzjikistan het Russische Sovjet-rijk. Na 62 jaar van bezetting was het land weer soeverein. In zes decennia was er in Tadzjikistan echter zo veel ontregeld geraakt, dat na het uitroepen van de soevereiniteit, de totale pleuris uitbrak onder de jarenlang gemanipuleerde bevolking.
Het Russische koloniale beleid (landen inlijven is koloniaal gedrag), dat direct in gang werd gezet na de bezetting in 1929, had diepe sporen nagelaten. Na het inlijven van deze satellietstaat in 1929, gebeurde er wat in alle door Rusland opgeslokte Sovjetstaten gebeurde: identiteitsvernietiging, manipulatieve herindeling van grenzen, verplaatsing van hele bevolkingsgroepen en militarisering van het land voor imperiale doeleinden.
Dus draaide de soevereine ‘extase’ uit op een burgeroorlog – past u op voor dit woord. Terwijl deze oorlog begon, hergroepeerde het militaristische Russische rijk zich, inmiddels onder het label ‘democratisch Rusland’, en greep in. Het haalde de bescherming van etnische Russen en Russischtaligen aan – een riedeltje dat in de daaropvolgende decennia in meerdere gebieden herhaald zou worden.
In werkelijkheid gebruikte het Kremlin Russische troepen die in het land waren gestationeerd om de overwinning van pro-Russische communisten op pro-democratische en antikoloniale islamistische groeperingen veilig te stellen. De oorlog eindigde in 1997. Er waren tienduizenden mensen dood en iedere vijfde Tadzjiek was ontheemd. Er zat inmiddels al een regime klaar, dat de komende decennia loyaal zou zijn aan Moskou.
Imperialistische vlek
En zo was de cirkel rond. Of dit land nu ‘los’ van Rusland bestaat of niet, het is niet vrij, het is een indirecte imperialistische vlek op de wereldkaart, onder schaduwbewind van Moskou. Momenteel wordt het land gerund door één marionettenfamilie met aan het hoofd Emomali Rahmon. Vrije pers is vrijwel onmogelijk, het internet is tergend traag, websites worden geregeld geblokkeerd en er is amper oppositie. Economisch is het land afhankelijk van, jawel, Rusland: vele Tadzjieken verlaten hun arme staat om in Rusland te werken. Al met al zou je deze verhouding een gewelddadige afhankelijkheidsrelatie kunnen noemen.
Ik kan tientallen gelijksoortige voorbeelden noemen: vanuit de ‘separatistische staat’ Zuid-Ossetië pikt Rusland elk jaar een kilometertje Georgië in; in de Donbas, onrechtmatig binnengevallen via een ‘separatistische oorlog’ die werd gesponsord met Russische wapens en geld, kun je alleen medische zorg krijgen als je een Russisch paspoort hebt; en wat voltrekt zich recentelijk in het vrijwel onbekende Gagaoezië, de ‘losgebroken’ Moldavische provincie? Wie is Evghenia Gutul, hoofd van dit ‘autonome territorium’, die op dinsdagavond 25 maart in Chisinau werd opgepakt door de Moldavische regering omdat ze Russisch geld zou hebben aangenomen en betrokken zou zijn bij de illegale financieringszaak van de verboden pro-Russische Shor-partij?
Plooibare realiteit is de motor waarop Rusland draait
Het kan zijn dat dit weinig bellen doet rinkelen; we keken meestal niet zo goed naar ‘die regio’. Het maakte ons niet zoveel uit hoeveel destabiliserende tentakels Rusland daar uitrolde. Onze desinteresse voor vrijwel alles ten oosten van Brandenburg heeft het Russische systeem van manipuleren zo jarenlang in de hand gewerkt. Onze desinteresse sloop zelfs in de taal: wat er in deze gebieden plaatsvond, was geen oorlogsvoering en geen onrechtmatig innemen van soeverein land; het was ‘ingrijpen’, ‘crisis’, ‘burgeroorlog’ of ‘iets met separatisten’ – een term die je al dertig jaar ziet opduiken als je dit patroon begint te herkennen. Zo maakten wij van de annexatie van de Krim een geschil, dat op het randje van oorlog balanceerde, en vatten wij de gebeurtenissen in de Donbas op als iets wat niet ons pakkie an was – en zelfs toen het wél ons pakkie an werd, noemden we het afschieten van een Boekraket op een vliegtuig vol Nederlanders geen oorlogsdaad. Diplomatiek handig of niet, we deden toen al aan politieke zelfcensuur zoals Rusland die verlangt, hun manipulatiesysteem was succesvol in werking gesteld.
Politiek geklungel
Door alles wat zich sinds 2014 voltrok toe te laten in onze achtertuin, werkten we een van de belangrijkste wapens van Rusland in de hand: vernedering. Onderzoeker, journalist en schrijver Peter Pomerantsev omschrijft dit als volgt in de podcast Explaining Ukraine: „Rusland hanteert een politiek van vernedering. Zowel intern, als in de landen die het inneemt.” Wij, met onze jarenlange desinteresse en ons huidige politieke geklungel – ik kijk naar u, premier Schoof en consorten – werken direct en indirect mee aan de tentakelvorming van dit rijk van vernedering: twee Nederlandse bedrijven bouwden mee aan de omstreden Kertsj-brug die Rusland met de Krim verbindt, en onze media citeren geregeld het propagandistische persbureau TASS dat in handen is van de Russische staat (de NOS haalde afgelopen week rustig het ministerie van Defensie van Rusland aan na de aanval op Soemy: „Aanval op Soemy was gericht op Oekraïense bevelhebbers”), en jawel, „we kunnen niet zomaar van de gascontracten af”.
We zijn al jaren de indirecte uitvoerder van Russisch micro-imperialisme en deden rustig mee aan wat Pomerantsev de ‘cycle of humiliation and agression’ noemt. Zo kon Rusland testen of het de boel nog verder kon escaleren. Wat zou er gebeuren wanneer wij de agressie en vernedering in het volle licht zouden zien, als dit imperialisme ook zonder terminologische rookgordijnen en separatistische achterdeurtjes werd uitgevoerd? Om dat te testen haalde Rusland in 2022 alle rookgordijnen weg. De volledige invasie werd aangekondigd op televisie: „Kijkt u vooral toe hoe wij ons vernietigings-playbook live voor u zullen uitrollen tijdens een ‘speciale militaire operatie’.” De vernedering kwam onze woonkamers binnen, we hebben alles zien gebeuren.
Grote vuist maken
Toen moeten de schellen van onze ogen zijn gevallen. We konden ons niet meer laten manipuleren door vage taal of achterdeuroorlogsvoering. We stonden voor de keuze: keihard handelen, of onszelf, en daarmee Oekraïne, enorm vernederen. Na drie jaar invasie – en groeiend Russisch gerommel in heel Europa zijn we op een volgend punt beland: kiezen we ervoor om een grote vuist te maken, of geven we toe aan de Russische dramaturgie en zeggen we: ‘alle realiteit is plooibaar’?
Dat we hier over twijfelen weet Rusland, en dat komt mooi uit: plooibare realiteit is de motor waarop dit land draait. Kijkt u maar naar de huidige staakt-het-vurenonderhandelingen, waarin dit rijk het lef heeft te vragen om sanctieverlichtingen en verkiezingen in Oekraïne, terwijl het op Palmpasen ballistische raketten afvuurt op burgers die op weg zijn naar de kerk. Dit met 35 doden tot gevolg, onder wie notaris Ljoedmyla, moeder Joelija, buschauffeur Mykola, de Martynenko-familie en organiste Olena.
En wat doen wij? Aanschuiven bij de coalition of the willing, maar wel wekenlang dwarsliggen, want wat is de potentiële missie, wat wordt het doel, wat is het mandaat, wat doen we in verschillende scenario’s, bijvoorbeeld als er een escalatie plaatsvindt met betrekking tot Rusland? Oh, en laten we vooral ook voorzichtig oordelen over wat we doen met Russische olietankers in onze havens.
Dit geklungel is de wierook waarmee we Poetins daden zegenen. Als een handig onderdrukkingsverlengstuk draaien we mee in de politieke dramaturgie en het spiegelspel van Rusland. Daarin hebben wij nul agency. Echt, laat de maar-we-moeten-toch-blijven-praten-retoriek los: er bestaat geen handelingsvermogen in deze draaiboeken. Ieders rol is al bepaald, omdat wij hebben laten zien dat die te bepalen valt: we waaiden maar al te graag mee met de vreemde winden van de imperialistische kolos, zeker omdat er goed handel te drijven viel. Wij hebben angst om Rusland de rug toe te keren, als een mishandelde, vernederde partner die zijn geliefde niet durft te verlaten.
Een land dat zich wel keihard durfde uit te spreken, was Oekraïne. Hadden we tijdens de Maidanrevolutie van 2014 maar beter geluisterd naar de honderdduizenden Oekraïners aan de vooravond van hun inmiddels elf jaar durende bezetting. Zij waren de kanaries in de kolenmijn en wisten allang wat Rusland van plan was. Zij kenden verhalen zoals dat van Tadzjikistan. Wij waren te langzaam, te laat, te vatbaar voor het ondermijnende spel.
We hebben nog een klein beetje tijd om niet compleet in deze fuik te glijden. Doen we dat wel, dan is de uitkomst niet anders dan een Oekraïense vrouw in week 1 van de invasie op een bord schreef: „If Ukraine falls, the bufferzone will shift.” Dan is het niet anders dan hoofd propaganda van het Kremlin Vladimir Solovjov zei op de staatstelevisie: „Als u denkt dat we stoppen bij Oekraïne, denk driehonderd keer na. Ik herinner u eraan dat Oekraïne slechts een tussenstadium is.” Als we onze rol in dit manipulatiespel voortzetten, laten we toe dat Oekraïne stukje bij beetje verdwijnt. Dan leggen we het offer zonder gêne op tafel en zal Rusland schaamteloos een nieuwe pagina openslaan, op naar een volgend imperialistisch hoofdstuk.
Lees ook
Lees ook: ‘Poetin denkt dat hij de oorlog aan het winnen is, en dat klopt waarschijnlijk ook’
