Sinds de aankondigingen van de bezuinigingen op ontwikkelingssamenwerking verschijnen keer op keer artikelen in Nederlandse kranten die zich hiertegen keren. En de argumentatie is telkens grotendeels hetzelfde: bezuinigen op ontwikkelingssamenwerking is kortzichtig. Een veel voorkomend argument is dat bezuinigingen indruisen tegen het eigenbelang van Nederland. Er wordt dan gesproken over de afhankelijkheden van Nederland als open economie, over geopolitieke belangen en over het belang van het bedrijfsleven bij het onderhouden van betrekkingen met ontwikkelingslanden.
Veel critici stellen ook dat een bijdrage aan de ontwikkeling zou helpen de immigratie naar Nederland tegen te gaan, conflicten en radicaal islamisme aan te pakken, stabiliteit te vergroten en de internationale status en invloed van Nederland te behouden. Een ander argument is moreel van aard: de bezuinigingen worden beoordeeld als in strijd met solidariteit met armen en kwetsbaren. Hierbij wordt een beroep gedaan op medemenselijkheid, maar ook op de verantwoordelijkheid en het vermogen van Nederland om in dringende behoeften te voorzien.
Hoewel deze argumenten steun gemobiliseerd kunnen hebben voor ontwikkelingssamenwerking, is er een groot probleem mee: ze gaan niet in op het populistische, polariserende politieke spel dat gespeeld wordt. Al jaren herhaalt de PVV dat internationaal beleid van allerlei aard diefstal is uit de portemonnee van Nederlanders die het moeilijk hebben. Geld wordt ‘naar Afrika gebracht’ terwijl Nederlanders de huur niet meer kunnen betalen. Wat als waarheid kan gaan gelden door de veelvuldige herhaling. In communicatie over ontwikkelingssamenwerking van de PVV is de inzet: polarisering.
Reddersrol
Het bezuinigingsbeleid van minister Reinette Klever (Ontwikkelingswerk, PVV) lijkt dan ook het best te verklaren vanuit dit doel. Gekoppeld aan claims dat de PVV de ‘waanzin’ gaat rechtzetten, waardoor mensen weer ‘meer geld in de portemonnee’ gaan krijgen. Terwijl critici van Klever hun best doen op redelijke argumentatie met oog voor de complexiteit van internationale verhoudingen, richten Klever en de PVV zich op de kiezer, die aangemoedigd wordt de werkelijkheid vanuit een volstrekt ander perspectief te begrijpen. En tot de conclusie te komen dat de PVV de logische keus is.
Critici van Klever spreken de taal van de rede en bouwen op kennis van beleidsdossiers en morele waarden voorbij de ‘eigen portemonnee’. Dat is goed en terecht, ook als op sommige bijdragen heus wel wat af te dingen valt. Het is jammer dat het tot nu toe te veel hierbij blijft. De lezers van de kritische artikelen zullen vaak wel openstaan voor de aangedragen argumenten. Maar hoe behulpzaam is dat om de werkelijke uitdaging het hoofd te bieden: de voortdurende pogingen van Wilders en de PVV om het publieke debat in Nederland terug te brengen tot wij-zij argumenten. Een debat dat voortdurend ingezet wordt om onvrede en polarisatie te voeden.
De claim op de reddersrol wordt op geen enkele manier door de PVV recht gedaan in beleid
Het is mogelijk om op een meer strategische wijze om te gaan met de populistische politiek van de PVV. Kijk ook eens hoe leeg de koker van de PVV verder is op het gebied van solidariteit met Nederlanders die klem zitten. De claim op de reddersrol wordt op geen enkele manier door de PVV recht gedaan in beleid.
Ontwikkelingssamenwerking is voor de PVV een ideaal beleidsonderwerp om het populistische spel mee te spelen; een spel dat draait om het manipuleren van kiezers.
Solidariteit
Daartegen is gedegen tegenargumentatie niet voldoende. Ook iets anders is nodig: het daadwerkelijk aanspreken van burgers die populistische politiek zijn gaan steunen, om zo een alternatief te bieden. Neem de PVV-stemmende kiezer die meent door die partij nu eindelijk gehoord te worden, serieus. Het is goed mogelijk om Wilders’ pogingen om zich als redder neer te zetten door te prikken en zo de leugen dat ontwikkelingssamenwerking het leven van Nederlandser moeilijk maakt onderuit te halen.
Bijvoorbeeld door erop te wijzen dat burgers uitgaven aan ontwikkelingssamenwerking enorm overschatten, en hoe Wilders met zijn insinuaties die misvatting voedt. Dat kan helpen het wij-zij denken te doorbreken. Dit is het makkelijke deel.
Wat moeilijker is: werk maken van de wanhoop en verlatenheid die sommige burgers voelen, en het bouwen van nieuwe allianties die verschillende groepen in de samenleving daarbij samenbrengen. Liefst rondom reële onderliggende uitdagingen van alledag voor miljoenen Nederlanders, van zorg tot inkomen en huisvesting. Het gaat daarnaast ook om de verbeelding van Nederland, die steeds meer door de PVV gekaapt wordt. Om de waarheid dat er onder burgers wel degelijk behoorlijke steun is voor ontwikkelingssamenwerking. Dat we een land zijn met een levende traditie van solidariteit.
Werken aan ontwikkelingssamenwerking is dus verbonden met een aantal grotere uitdagingen voor onze democratie. Uitdagingen die meer vragen dan het aandragen van degelijke argumenten voor internationale samenwerking.
Lees ook
Moet je conservatieve ondergangsdenkers tegenspreken? Doe het niet, het werkt niet
