Opinie | Parijs wordt niet zomaar geofferd voor Vilnius

De grillige buitenlandse politiek van president Trump heeft de afgelopen weken het Atlantisch bondgenootschap niet onberoerd gelaten en voor veel onrust gezorgd. In verschillende Europese hoofdsteden wordt er openlijk aan getwijfeld of de Verenigde Staten nog wel bereid zijn hun NAVO-verplichtingen na te komen. Enkele regeringsleiders zijn zelfs zover gegaan dat ze vraagtekens zetten bij de Amerikaanse nucleaire afschrikking. President Emmanuel Macron stelde in een rede op de Franse televisie voor „een strategische dialoog te beginnen over de Franse nucleaire afschrikking voor een collectieve veiligheid met Europese partners die daarvoor open staan.” De Poolse premier Tusk reageerde positief, maar sloot ook de ontwikkeling van een eigen kernwapen niet uit. Een paar dagen later kreeg hij van de Poolse president een tik op zijn vingers: president Duda heeft liever dat Amerikaanse kernwapens in Polen worden gestationeerd.

Om meerdere redenen is dit alles een gevaarlijke ontwikkeling. Ten eerste: zelfs al zou Frankrijk zijn nucleaire doctrine aanpassen, dan is het de vraag of een Europese nucleaire afschrikking door Frankrijk geloofwaardig is. President De Gaulle ontwikkelde halverwege de vorige eeuw Frankrijks eigen onafhankelijke nucleaire force de frappe omdat hij, nadat de Sovjet-Unie ook over kernwapens beschikte, de Amerikaanse afschrikking niet langer geloofwaardig vond. Hij kon er niet op vertrouwen dat een Amerikaanse president bereid zou zijn New York op te offeren voor Parijs.

De Gaulle was consequent: na zijn aantreden in 1958 verbood hij Frans-Duitse besprekingen over nucleaire samenwerking, die onder de voorgaande regering plaatsvonden, onmiddellijk. De Franse nucleaire af-schrikking gold voor Frankrijk en voor niemand anders. Tot de dag van vandaag neemt Frankrijk daarom ook niet deel aan de Nucleaire Planning Groep van de NAVO.

De Gaulles redenering gaat nu op voor een mogelijke uitbreiding van de Franse nucleaire bescherming tot andere Europese landen. Is een Franse president bereid Parijs op te offe-ren voor Vilnius of Warschau?

Beperkt arsenaal

Ten tweede kan men zich afvragen of Frankrijk zijn nucleaire strategie werkelijk wil of kan aanpassen. Frankrijk heeft een beperkt nucleair arsenaal (zo’n 280 kernkoppen) en beschikt niet over tactische kernwapens (‘kleinere’ kernwapens). Het is dan ook logisch dat Frankrijk alleen nucleaire wapens zal inzetten indien de vitale belangen van het land in existentieel gevaar zijn. Die afschrikking is ook alleszins geloofwaardig omdat Frankrijk, zelfs indien het grotendeels verwoest wordt, als vergelding vanaf zijn onderzeeërs ‘onaanvaardbare schade’ aan de vijand kan toebrengen.

Net als enkele vorige Franse presidenten heeft Macron gezegd dat Franse belangen ook een „Europese dimensie” hebben, maar wat dat betekent is nooit duidelijk gemaakt. Hij eindigde zijn rede voor de tv nogal veelzeggend door te benadrukken dat „Wat er ook gebeurt, het besluit over de inzet van het Franse nucleaire wapen zal altijd in de handen blijven van de Franse president.”

De Amerikaanse afschrikking is vele malen flexibeler dan de Franse

Ten derde is het met de onvoorspelbaarheid van president Trump onverstandig publiekelijk de Amerikaanse nucleaire afschrikking in twijfel te trekken en zo wellicht iets op te roepen wat je wilt vermijden. Europa heeft er absoluut geen belang bij dat Washington zijn nucleaire afschrikking binnen de NAVO intrekt of afzwakt. De Amerikaanse afschrikking, die voor het gehele NAVO-gebied geldt, is vele malen flexibeler dan die van Frankrijk en daarom niet alleen geloofwaardig maar ook on-ontbeerlijk als tegenwicht tegen de 5.500 Russische kernkoppen. De opbouw van een zelfstandige Europese nucleaire triade (intercontinentale raketten, onderzeeërs en bommenwerpers) zou gedurende decennia tientallen miljarden euro’s per jaar kosten.

Veiligheidsparadox

Ten vierde moet ervoor gewaakt worden dat twijfel aan de Amerikaanse nucleaire afschrikking leidt tot een proliferatie van kernwapens, niet alleen in Europa maar ook in Azië, waar de allianties van de Verenigde Staten met Zuid-Korea en Japan ook een nucleaire component hebben. De VS hebben er daarom zelf ook alle belang bij dat hun geloofwaardigheid niet ter discussie wordt gesteld. Tenslotte moet niet vergeten worden dat de mogelijke plaatsing van kernwapens in bijvoorbeeld Polen een veiligheidsparadox oplevert. Dit houdt in dat zo’n plaatsing voor ons een defensieve actie is, maar door Moskou als een bedreiging kan worden gezien en daarom potentieel het gevaar oplevert van een preven-tieve aanval.


Lees ook

Rusland moet snappen: escalatie zal kostbaar zijn

Foto Petros Karadjias/ AP

In plaats van openlijk over allerlei mogelijke nucleaire scenario’s te speculeren, zouden de Europeanen alles in het werk moeten stellen om ervoor te zorgen dat de NAVO-top in Den Haag in juni dit jaar een ondubbelzinnige conclusie trekt: Europa moet enerzijds veel meer zelf verantwoordelijkheid nemen voor haar veiligheid, anderzijds moeten de Amerikaanse garanties onverminderd overeind blijven.