Opinie | Optreden tegen deepfakes is een goed idee, maar doe dat dan wel via het portretrecht

Er zijn inmiddels talloze voorbeelden van schadelijke deepfakes: AI-video’s met daarin replica’s van kwetsbare jongeren die verspreid worden op scholen, of neppornofilmpjes met politici en tv-persoonlijkheden, verspreid online. Twee weken geleden zijn er Kamervragen gesteld over de aanpak van dit probleem, mogelijk via het auteursrecht. In Denemarken is een paar weken geleden al een wetsvoorstel gedaan om via de wet op het auteursrecht deepfakes strafbaar te stellen.

Optreden tegen deepfakes is een goed idee. Dat via het auteursrecht doen is dat niet, zoals enkele juristen in de media al benadrukten. Daarbij wordt alleen nog niet het hele verhaal verteld.

Juist omdat het gezicht, de stem en het lichaam zo essentieel zijn voor ieder individu, zijn er veel manieren waarop het reguleren van die kenmerken nogal verkeerd kan uitpakken.

Het risico van gebrekkige regelgeving is namelijk dat burgers niet zoals bedoeld méér controle krijgen over hun persoonlijke kenmerken, maar dat deze controle met de introductie van nieuwe rechten juist makkelijker beheersbaar wordt door anderen. Door uitgeverijen, Big Tech of iedere andere bemiddelde partij die een interessant ogend aanbod weet te doen.

Ten koste van de artiest

Even een juridische snelcursus. Heel kort, beloofd. Een maker van een werk (theaterstuk, muziekcompositie) kan een auteursrecht op dat werk krijgen. Een uitvoerende kunstenaar kan op een uitvoering (acteerperformance, muziekopname) wat heet een „naburig recht” krijgen. Die naburige rechten worden in de media en volksmond vaak op één hoop gegooid met auteursrechten, maar zijn dus wel degelijk wat anders. En sommige juristen stellen nu voor die naburige rechten uit te breiden zodat deepfakes er ook onder zullen vallen.

Maar dit betreft (intellectuele) eigendomsrechten, en eigendom kan je weggeven. Voor specifieke typen eigendom kan in de wet worden bepaald dat deze niet overdraagbaar zijn. Dat zou voor deepfakes vanzelfsprekend moeten gelden. Maar voor naburige rechten is het minstens zo gebruikelijk om via contracten zeggenschap over je uitvoering (deels) uit handen te geven, via wat heet een „licentie”. Op deze manier kunnen uitgeverijen, filmdistributeurs of muziekuitgevers makkelijker de uitvoering verspreiden en er geld voor innen.

Er zijn eindeloos veel voorbeelden waarbij deze heel gebruikelijke praktijk ten koste gaat van de artiest. Die geeft zeggenschap over diens eigendom uit handen, in ruil voor een (vaak mager) deel van de opbrengsten. Ronnie Flex is een van de meest recente voorbeelden. In 2012, hij was net 20, kreeg hij zijn gedroomde aanbod van Nederlands grootste hiphoplabel: 8 procent (en veel later 25 procent) van de opbrengsten voor de release van zijn eerste albums. Met de jaren merkte Flex hoe weinig geld dat opleverde, ondanks dat hij een van Nederlands meest succesvolle artiesten was. Hij wilde van het contract af. Maar afspraak is afspraak, oordeelde rechtbank Amsterdam in 2024. Het is de vraag of de rechter de komende maand in hoger beroep via rechtvaardigheidsnormen anders oordeelt.

Hoe pijnlijk het ook is dat een belangrijk gedeelte van de controle over je eerste creaties je uit handen blijkt te zijn genomen, je kan altijd nog nieuwe nummers maken. Maar een nieuwe stem, een nieuw gezicht?

Kortom, deze juridische oplossing zou vooral de belangen dienen van verschillende soorten uitgeverijen. Het zou ze gemakkelijke controle geven over deepfakes en de inkomsten daaruit. Voor (stem)acteurs en muzikanten levert het in plaats van extra controle juist meer (inkomsten)risico’s op.

Verbeter handhaving

Tot zover vooral de gevolgen binnen de creatieve sector. Een breder probleem van de voorgestelde verruiming is dat het potentieel iedereen binnen de sfeer van de naburige rechten zou brengen. Onwenselijke situaties zijn makkelijk voorstelbaar. Een jong model tekent een eerste contract. Hierin staat vermeld dat het modellenbureau het exclusieve recht krijgt om over deepfakes van diens gezicht en lichaam te beslissen. Of een militair, die zeggenschap over diens gezicht en stem voor wervingsfilmpjes wegtekent. Verontrustend.

Uitbreiding van het portretrecht is een stuk logischer. Daar wordt gelukkig ook over gesproken. Vergaande zeggenschap overdragen is bij het portretrecht niet mogelijk. Het is simpelweg nodig om niet, zoals nu, alleen het gezicht van een persoon eronder te laten vallen, maar ook diens stem en lichaam. Doop het om tot „persoonskenmerkenrecht”, bijvoorbeeld.

Een vermeend nadeel van het portretrecht voor deepfakes is dat de geportretteerde een redelijk belang moet aantonen. Maar daarover is nu juist veel consensus. Natuurlijk heb je een redelijk belang als jouw meest individuele kenmerken op een hyperrealistische manier vervormd worden en jou daarmee woorden in de mond worden gelegd of (afwijkend) gedrag wordt toegeschreven. Dan resteert wel de afweging tussen dat redelijk belang van de gedeepfakete en de vrijheid van meningsuiting van degene die de deepfake heeft gepubliceerd. Het voordeel is dat sommig acceptabel deepfakegebruik, dat er zeker is, meer mogelijk blijft, terwijl ongewenst gebruik tegengegaan kan worden.

Ja, handhaving schiet tekort. Verbeter daarom de handhaving. Verruiming van het portretrecht kan daarbij helpen. Maar laat naburige rechten erbuiten.

Je stem, je gezicht, je lichaam, dat is van jou. Op een manier die fundamenteler is dan „eigendom”. En dus niet iets om in een economische mal proberen te gieten. Doe je dat wel, dan kan dat geldstromen opleveren die ten koste van jou gaan.


Lees ook

Denen krijgen auteursrecht op hun lichaam, gezicht én stem om deepfakes tegen te gaan

Met een wetsvoorstel waarbij alle Denen auteursrecht krijgen op hun lichaam, gezicht en hun stem, wil de regering burgers beschermen. Foto Alexandr Spatari