De erf- en schenkbelasting staat in de spotlights. De komende tien jaar zal naar schatting tussen de 230 en 240 miljard euro via schenkingen en erfenissen bij toch al vermogende volwassenen terechtkomen. Het Centraal Planbureau en het Sociaal en Cultureel Planbureau luidden eerder al de noodklok over de Nederlandse verdeling van vermogen, zij het in ambtelijke taal.
Erfenissen en schenkingen dragen bij aan die ongelijkheid. Daarvan blijkt uit CPB-cijfers van 2015 dat de hoogste één procent goed is voor 34 procent van het totaal nagelaten bedrag aan schenkingen en 18 procent van het bedrag aan erfenissen. In 2021 kwam de doorsnee nalatenschap – de ‘middelste’ nalatenschap als je ze op volgorde van klein naar groot zou zetten – uit op 33.000 euro, terwijl de gemiddelde waarde van een erfenis boven de 145.000 was. Dat betekent dat de grootste erfenissen écht heel groot zijn. Die nalatenschappen komen uiteraard bij de meest vermogenden terecht.
Wie geen maatschappij wil waarin de vermogensverhoudingen zoek zijn, moet schenkingen en erfenissen daarom serieus belasten. Mijn voorstel: iedereen mag gedurende zijn of haar leven een ton of twee belastingvrij ontvangen. Daarboven geldt een fors, progressief belastingtarief. Zo blijven gewone erfenissen onbelast, terwijl we grip krijgen op het aanstaande miljardenbal.
Helaas verzandt het gesprek over de erfbelasting dikwijls in onnodige verwarring: die belasting zou een dubbele belasting zijn. Waarom moet er bij overlijden belasting worden betaald over iets waarvoor de fiscus tijdens het leven al is langsgekomen? Het is vaak moeilijk in te schatten of dit dubbele belastingbezwaar pure misleiding is of op een misverstand berust. Veel eenvoudiger is het om te zien dat het een onzinnig argument is.
Juist de allerrijksten weten met fiscale lenigheden hun belastingdruk omlaag te krijgen
Allereerst is inkomen uit een erfenis voor de ontvanger gewoon nieuw inkomen. Die heeft daar nog geen belasting over betaald. Er is daarom geen sprake van een dubbele belasting. De erfbelasting is dus ook geen heffing op hetzelfde inkomen, zoals wanneer mijn inkomen uit Duitsland zowel in Duitsland als in Nederland volledig belast zou worden.
Over tenminste sommige erfenissen is bovendien helemaal geen belasting geheven, ook niet bij degene die de erfenis achterlaat. De overwaarde op woningen – voor veel mensen een belangrijke vermogensbron – is bijvoorbeeld onbelast en door hypotheekrenteaftrek gesubsidieerd. Voor wie in het verleden een huis gekocht heeft, loopt dat onbelaste vermogen met de huidige huizenprijzen al snel op.
Het is bovendien doodnormaal dat geld verschillende keren wordt belast, zoals wanneer we na een inkomstenbelasting ook btw afdragen. Bij tabak, brandstof en alcohol, om maar iets te noemen, komen daar nog accijnzen bovenop: een driedubbele belasting.
Eerlijk deel
Dat geld meermaals wordt belast, laat precies zien waar het erfbelastingdebat over moet gaan. Belastingen zijn geen straffen, waarbij iemand maar één keer voor een feit veroordeeld kan worden. Het belastingdebat moet daarom draaien om de cumulatieve effecten van ons belastingstelsel. De vraag is niet wie precies wanneer welke belasting betaalt. De vraag is: hoe zorgen we ervoor dat onder de streep iedereen zijn of haar eerlijke deel bijdraagt?
Precies daarom is de erfbelasting belangrijk. Juist de allerrijksten weten met fiscale lenigheden hun belastingdruk omlaag te krijgen, zoals recent weer eens aan het licht kwam bij een onderzoek naar de rijkste persoon van Nederland, Charlene de Carvalho-Heineken. Onderzoeken laten zien dat deze uitzondering in een trend past waarbij de meest vermogenden van belastingfoefjes profiteren .
Er is geen reden om grote erfenisinkomens met fluwelen handschoenen te behandelen, terwijl inkomen uit arbeid steeds zwaarder wordt belast en toonaangevende instituties blijven waarschuwen voor de kloof tussen de rijken en de rest. Juist de meestbedeelden profiteren van lucratieve belastingvoordelen en dragen een onevenredig kleine steen bij aan onze samenleving. Met een serieuze erf- en schenkbelasting kunnen we de ontwrichtende verdeling van lasten en lusten vlotter trekken.
We staan op de drempel van een intergenerationele miljardenverschuiving. Laat het gesprek daarover niet in drogredenen verzanden.
Lees ook
Het beeld van de berekenende, zelfzuchtige mens is diep verankerd in het economische systeem