Opinie | Nederland zwijgt liever over de doodstraf

Amnesty International maakt zich zorgen over toename van executies wereldwijd, bleek bij de publicatie van het jaaroverzicht. Vooral in het Midden-Oosten wordt de doodstraf steeds vaker opgelegd en uitgevoerd.

Maar ook in de Verenigde Staten, het land waarmee Nederland zich nauw economisch en politiek verbonden voelt, stijgt het aantal executies weer. Nederland houdt zich al jaren betrekkelijk stil, juist bij de doodstraf in de VS. Dat is opmerkelijk, omdat Nederland zich internationaal graag profileert als hoeder van mensenrechten.

Amerika het land waar de pleger van een ernstig delict in beginsel geen tweede kans krijgt. In zo’n hardvochtig strafklimaat is resocialisatie, het voorbereiden van een dader op terugkeer in de samenleving, geen basisbeginsel. De Verenigde Staten erkennen in hun Grondwet het recht op leven van ieder individu, maar maken een uitzondering voor de doodstraf.

De praktijk waarbij de Staat bij ernstige delicten beschikt over leven en dood, staat haaks op het strafklimaat in Nederland. Daarom valt het op dat de barbaarse Amerikaanse praktijk de hechte vriendschap tussen de twee landen nooit serieus in de weg stond. Omwille van een goede en profijtelijke relatie, knijpen wij in het land van dominees en kooplieden een oogje toe.

Amnesty International concludeerde enkele jaren geleden dat mensenrechten voor Nederland vooral een exportproduct zijn. Dat lijkt mij een treffende constatering. We houden ons liever wat op de vlakte, zeker bij schendingen in landen waar we goede vrienden mee zijn, zoals recent ook bleek uit de houding van Nederland in het bloedige conflict tussen Israël en Hamas.

Het heeft er alle schijn van dat het Nederlandse mensenrechtenbeleid direct is gekoppeld aan exportbelangen. De schaarse bilaterale interventies waarover Nederland in jaarlijkse mensenrechtenrapportages melding maakt zijn overwegend in de landen met een voor Nederland zwakke exportpositie, landen als Guatemala, Peru, Afghanistan, Iran.

Het Koninkrijk zingt luid mee in het koor dat kritiek heeft op schendingen in (verre) buitenlanden – maar dan vooral de landen waarmee Nederland geen al te florissante handelsbetrekkingen onderhoudt. Mensenrechtenschendingen door de bevriende naties Amerika en Israël vallen kennelijk in een speciale categorie.

Geen vaste gespreksthema’s

In de Mensenrechtenrapportage 2016 staat deze passage over de doodstraf in de VS: „Nederland is tegen de doodstraf waar die dan ook wordt uitgevoerd. Mede in het kader van geloofwaardigheid heeft Nederland in de Verenigde Staten financieel bijgedragen aan de National Coalition to Abolish Death Penalty.”

Wat er precies wordt bedoeld met „mede in het kader van geloofwaardigheid” wordt in de rapportage niet uitgelegd, maar het lijkt er op dat de toenmalige minister van Buitenlandse zaken, Bert Koenders (PvdA), behoefte voelde om het optreden tegen mensenrechtenschendingen in de VS wat meer in balans te brengen met diplomatieke interventies in andere landen.

De doodstraf in de VS én het langdurig, niet zelden decennialang, geïsoleerd opsluiten van terdoodveroordeelden – beide in strijd met Europese en internationale verdragen – zijn voor Nederlandse bewindspersonen en diplomaten in Den Haag en Washington geen vaste gespreksthema’s.

Binnen de Europese Unie en de Verenigde Naties doet Nederland braaf mee als er weer een resolutie tegen de doodstraf moet worden getekend. Maar bilateraal – in de directe contacten met de VS – is Nederland stil om niet te zeggen: tikkeltje laf.

Een voorbeeld. In december 2011 krijgt minister van buitenlandse zaken Uri Rosenthal (VVD) vragen van Tweede Kamerlid Frans Timmermans (PvdA) over een terdoodveroordeelde in Missouri. Timmermans wil weten deze zaak besproken is tijdens een bezoek aan het Witte Huis Dat heeft Rosenthal niet gedaan, antwoordt hij. Want: „Algemene politieke punten over de doodstraf worden continue via de EU bij de federale overheid aangekaart”. Kwesties rond schendingen van mensenrechten door bevriende naties laat Nederland aan Brussel over.

Teer onderwerp

Historisch gezien is de lankmoedige houding van Nederland richting VS verklaarbaar. De vriendschappelijke en diplomatieke betrekkingen tussen de VS en Nederland gaan terug tot de Amerikaanse revolutie. In 1782 is Friesland de eerste van de Nederlandse provincies die de Verenigde Staten als onafhankelijk land erkent.

Amerika is vandaag voor Nederland de belangrijkste handelspartner buiten de Europese Unie. De waarde van de export naar de VS bedraagt in 2022 ruim 52 miljard euro (de import is in dat jaar meer dan 66 miljard euro waard). Als er grote financiële belangen spelen, wint de koopman het van de dominee.

In Nederland is de doodstraf in 1870 in het civiele recht afgeschaft. Ons land was dus ook één van de eerste ter wereld die de doodstraf schrapte, althans voor delicten uit het Wetboek van Strafrecht. In het oorlogsrecht bleef de straf bestaan – tot 1991. In de publieke opinie is anno 2024 een meerderheid tegen de doodstraf.

De SGP is de enige politieke partij die, op grond van een religieuze overtuiging, vindt dat de Staat in uitzonderlijke gevallen geschonden recht mag herstellen door het leven van een misdadiger te nemen. Niet uit ‘populistische bloeddorstigheid’, aldus de website van de SGP, ‘maar omdat de overheid geroepen is het kwaad op gepaste wijze te bestraffen’.

„Het is een teer onderwerp”, zei SGP-partijleider Chris Stoffer tijdens een verkiezingsbijeenkomst afgelopen najaar in Rijssen. „Ik verwacht ook niet dat dit gaat spelen in de komende tijd. Al denken in Nederland een heleboel mensen er toch heel anders over.” Nu radicaal rechts in Nederland aan invloed wint, valt niet uit te sluiten dat de discussie ook hier weer zal oplaaien.


Lees ook

Stikstofgas moet doodstraf in de VS nieuwe impuls geven

Tegenstanders van de doodstraf protesteren buiten de gevangenis in Alabama, waar donderdag een executie met stikstofgas plaatsvond.