Opinie | Multatuli’s geboortehuis hoort óók op de Werelderfgoedlijst

Gelijkheid Net als het Planetarium van Eise Eisinga heeft het gelijkheidsideaal van Multatuli tijdloze relevantie tot ver buiten de landsgrenzen. Zijn geboortehuis moet daarom ook op de Werelderfgoedlijst, betoogt .
De Korsjespoortsteeg in Amsterdam waar (rechts) het Multatuli Museum is gevestigd in het geboortehuis van de schrijver.
De Korsjespoortsteeg in Amsterdam waar (rechts) het Multatuli Museum is gevestigd in het geboortehuis van de schrijver. Foto Nick den Engelsman

Helaas heeft het de Unesco nog niet behaagd om het Multatuli Museum gevestigd in een monumentaal pand in de Amsterdamse Korsjespoortsteeg op de Werelderfgoedlijst te plaatsen. Dat gebeurde deze week al wel met het Eise Eisinga Planetarium in Franeker. Eise Eisinga voltooide zijn nog altijd werkende, mechanische model van het zonnestelsel in 1781. Een kleine tachtig jaar later voltooide Multatuli zijn Max Havelaar.

De koning memoreerde dinsdag aan het begin van zijn Troonrede de excuses die hij afgelopen zomer maakte voor het Nederlandse koloniale- en slavernijverleden en daar wil ik het ook graag over hebben om de actuele betekenis van Multatuli te onderstrepen. Koning Willem-Alexander bestempelde bij het aanbieden van zijn excuses kolonialisme en slavernij als „misdaad tegen de menselijkheid waartegen de stadhouders en de koningen van het Huis van Oranje niets hebben ondernomen.” Staatsrechtdeskundige Peter Rehwinkel merkte daarover op in de Volkskrant dat de koning hierbij de naam Multatuli had moeten noemen. Hij schreef: „Multatuli droeg zijn boek Max Havelaar op aan koning Willem III met de vraag of het diens wil was dat ‘daarginds Uwe meer dan dertig millioenen onderdanen worden mishandeld en uitgezogen in Uwen naam?’ Multatuli krijgt alsnog antwoord van het staatshoofd.”

Institutioneel racisme

Het daverende slotakkoord van Max Havelaar, waarin Multatuli Koning Willem III verantwoordelijk houdt voor het mishandelen en uitzuigen van zijn ‘onderdanen’ in Nederlands-Indië, is een aanklacht tegen wat we tegenwoordig institutioneel racisme noemen.

Zelf vergeleek Multatuli zijn boek met Harriet Beecher Stowe’s roman Uncle Tom’s Cabin, die hij aanprees als een „onsterfelijke pleidooi voor afschaffing van de slavernij”.

Niet voor niets komt in het huidige debat over slavernij en kolonialisme het gedachtengoed van Multatuli voortdurend ter sprake. Kolonialisme en slavernij waren gebaseerd op institutioneel racisme, waarvan de gevolgen – discriminatie van en geweld tegen mensen van kleur – nog steeds doorwerken in de samenleving. De opmerkingen daarover waren de enige interessante passages in de Troonrede. Die me overigens deed denken aan een van de beroemdste Ideeën van Multatuli: „Van de maan af gezien, zyn wy allen even groot.”

Lees ook: Max Havelaar staat op nr. 1 in de canon. Nu nog in de klas

Helaas zijn hier op aarde de verschillen tussen groot en klein, rijk en arm, zwart en wit, man en vrouw nog pijnlijk zicht- en voelbaar, zo werd ons op Prinsjesdag weer eens onder de neus gewreven.

Multatuli behoorde tot de eerste Nederlanders die tegen ongelijkheid op alle terreinen in opstand kwam en dat verzet in zijn omvangrijke oeuvre briljant heeft verwoord. Behalve tegen de mishandeling van de Javaan – die stond voor de onderdrukking van alle gekleurde volkeren – ageerde Multatuli ook tegen de ontmenselijking van vrouwen. Hij benoemde de structurele onderdrukking van vrouwen op alle gebieden van het leven en analyseerde de oorzaken daarvan.

Wegens zijn baanbrekende ideeën over vrouwenkiesrecht en seksuele bevrijding werd hij de held van negentiende- en twintigste-eeuwse feministen en dus ook van mij.

Multatuli attendeert ons nog steeds op onrecht dat bestreden moet worden en daarom is het van belang zijn gedachtengoed en literaire betekenis levend te houden

Als puber werd ik dankzij het lezen van Multatuli’s ideeën feminist en durfde ik me te verzetten tegen de wijze waarop meisjes tot ver in de twintigste eeuw werden opgevoed tot afhankelijkheid. Van mij werd bijvoorbeeld verwacht dat ik als maagd zou trouwen om vervolgens moeder en huisvrouw te worden. Mijn vader verbood mij eind jaren zestig minirokjes te dragen, omdat ik er dan volgen hem uitzag als ‘een afgelikte boterham’ en daarmee mijn kansen op een huwelijk met een goede partij verspeelde.

In zijn Ideeën riep Multatuli meisjes op om tegen zulke vaders in opstand te komen, van de boom van kennis te eten en zich vooral niet deugdzaam te gedragen. Mijn lievelingstekst daarover is Idee 195: „Wat maakt gy van onze dochters, o zeden! Gy dwingt ze tot liegen en huichelen. Ze mogen niet weten wat zy weten, niet voelen wat ze voelen, niet begeren wat zij begeren, niet wezen wat ze zyn. […] als ze behoorlijk verdraaid, verkreukt, verknoeid, heel braaf is gebleven – dat noemen de zeden braaf! – dan heeft ze kans dat deze of gene lummel haar ‘t loon komt aanbieden voor zoveel braafheid, door ‘n aanstelling tot opzichtster over z’n linnenkast, tot uitsluitend brevetmachine om zijn eerwaard geslacht aan de gang te houden. ‘t Is wel de moeite waard!”

Gebrek aan hart

Een paar jaar geleden las ik ditzelfde Idee van Multatuli op deze plaats voor aan een groep studenten onder wie Lale Gül, die er de motto’s aan ontleende voor haar bestseller Ik ga leven, waarin ze de breuk met haar streng islamitische milieu beschrijft. Dit alleen al laat zien hoe Multatuli ook in deze tijd nog steeds een inspiratiebron is voor de emancipatiestrijd van meisjes en vrouwen die zich willen ontworstelen aan de seksistische normen en waarden waarin hun milieu hen gevangenhoudt.

De lege urnen van Eduard Douwes Dekker en Mimi Hamminck Schepel.
Foto Nick den Engelsman

Een andere bekende uitspraak van Multatuli luidt: „Er is maar ééne slechtheid, één misdaad, ééne zonde: gebrek aan hart.” Ik vind het een slechtheid, een misdaad en een zonde dat er niet alleen door politici maar ook in het onderwijs weinig hart wordt getoond voor Multatuli’s schitterende oeuvre en de daarin verwoordde ideeën over bestrijding van onrecht als discriminatie op grond van, huidskleur, sekse, geloof; uitbanning van armoede en uitbuiting en vóór alles: het streven naar gelijke kansen voor iedereen.

Multatuli attendeert ons nog steeds op onrecht dat bestreden moet worden en daarom is het van belang zijn gedachtengoed en literaire betekenis levend te houden. Ik sta met deze mening niet alleen. De Vlaamse schrijver Willem Elsschot zei in 1950 bij de verschijning van het eerste deel van Multatuli’s Volledige Werken over Multatuli: „Uit zijn as is de hele moderne Nederlandse literatuur opgeflakkerd. Zijn cultus is ons aller heilige plicht.” Jan Wolkers noemde Max Havelaar 37 jaar later een boek van ‘een onthutsende genialiteit’. Ook Nescio, W.F. Hermans, Hugo Brandt Corstius alias Piet Grijs, Marion Bloem, Arnon Grunberg en bijvoorbeeld Arjen Lubach zijn diepgaand door Multatuli beïnvloed.

Luzette Kroon, voorzitter van de Stichting Werelderfgoed Nederland, noemde het Eise Eisinga Planetarium dinsdag „het kroonjuweel van menselijke creativiteit en doorzettingsvermogen, dat ons niet alleen de wetten van de kosmos toont, maar ook de tijdloze schoonheid van kennis, verbeelding en de drang om te begrijpen”.

Hetzelfde kan gezegd worden van Multatuli die ruim anderhalve eeuw geleden in een taal van tijdloze schoonheid toonde waar religieus of anderszins gelegitimeerd racisme en seksisme toe leiden: te weten koloniale uitbuiting, slavernij, ontmenselijking. Het daarom niet meer dan logisch om het monument waarin de bedenker van deze ideeën werd geboren evenens te nomineren voor die Werelderfgoedlijst. Al was het maar om de verbeelding te prikkelen van generaties scholieren, studenten en belangstellenden.

Dit is de bewerkte tekst van het ‘straatcollege’ van Elsbeth Etty op woensdag 20 september vanaf het bordes van het Multatuli Huis in Amsterdam voor studenten van de VU.