Opinie | Met een paar klikken toestemming voor een nieuw schuurtje? Dat zal tegenvallen

Bijna drie miljard euro investeert de overheid in de Omgevingswet. De wet moet de ruimtelijke procedures in Nederland versnellen, maar voorlopig lijkt eerder het tegengestelde aan de hand.

Op 1 januari is de Omgevingswet na vijf keer uitstel eindelijk ingegaan. Zesentwintig losse wetten over het beschermen en benutten van de fysieke leefomgeving zijn vanaf 2024 gebundeld. Dat moet besluitvorming over nieuwe initiatieven versnellen, variërend van de aanleg van een woonwijk tot de plaatsing van zonnepanelen op uw huis. Het is alleen de vraag wanneer de Omgevingswet dat effect zal sorteren. De eerstkomende jaren rekenen zelfs voorstanders van de wet eerder op vertraging. Steeds luider klinkt de vrees dat minder mondige burgers door de wet op achterstand worden gezet. De invoeringskosten van de Omgevingswet worden inmiddels geschat op 2,7 miljard euro. Waar beginnen we aan?

Het idee van de Omgevingswet ontstond begin deze eeuw, als het antwoord op de verkokerde besluitvorming van overheden. Wie een initiatief wilde starten, moest een dozijn loketten af. Dat schoot niet op. Onder de Omgevingswet zullen Rijk, provincies, gemeenten en waterschappen als één overheid samenwerken. Motto: ‘Eenvoudig beter’. Ook de zeggenschap van omwonenden verandert. Voortaan moet de initiatiefnemer zelf de participatie verzorgen. En dan niet meer pas als alle besluitvorming is beklonken, maar vanaf het eerste serieuze idee. Waar nodig, kunnen de plannen zo tijdig worden bijgestuurd.

Blije meeuwen

Een belangrijk voordeel van de wet zijn de flexibeler te hanteren regels. Maatschappelijke opgaven als woningbouw, waterberging en de energietransitie leggen een grote druk op onze schaarse vierkante meters. Een provincie als Gelderland berekende dat ze anderhalf keer het eigen grondoppervlak nodig heeft om alle ruimtelijke ambities waar te maken. Die grond is er niet. De Omgevingswet maakt het makkelijker om uiteenlopende opgaven te combineren. Een Groningse provincieambtenaar leidde me in 2017 trots door de Eemsdelta, waar alvast met de regels van de Omgevingswet was geëxperimenteerd. Omstreden plannen van de plaatselijke industrie werden gedwarsboomd door natuurorganisaties. Totdat de hogere uitstoot van bedrijven kon worden gecompenseerd met de aanleg van een vogeleiland. Bedrijf blij, meeuwen blij.

De cruciale facilitator van de Omgevingswet is het digitale stelsel. Het idee is dat u en ik ons nieuwe schuurtje met een paar drukken op de knop regelen vanachter onze laptop. Om dat voor elkaar te krijgen, zijn de vergunningsregels van de vier overheden in dit stelsel verenigd. Een reeks vragen moet de burger naar een eenduidig antwoord leiden en de overbezette gemeenten ontzorgen. Nou, niet dus.

Het is doorgaans geen match made in heaven, de overheid en ict. Dat geldt ook voor het Digitale Stelsel Omgevingswet (DSO). Vooral de aansluiting van de gemeentelijke software op de basisvoorziening van het Rijk verliep moeizaam. Het vormde de belangrijkste reden dat de Omgevingswet vijf keer moest worden uitgesteld.


Lees ook
Het zoveelste ict-drama lijkt onafwendbaar met invoering van de Omgevingswet

Minister Hugo de Jonge moest herhaaldelijk met de Eerste Kamer in debat over de Omgevingswet.

Of dit kwetsbare stelsel nu wel gebruiksklaar is, laat zich lastig beoordelen. In de zomer van 2022 vroeg ik namens Binnenlands Bestuur met een beroep op de Wet open overheid (Woo) de notulen op van het overleg tussen de softwareleveranciers en het ministerie van Binnenlandse Zaken, waaronder de Omgevingswet valt. Daaruit rees een minder positief beeld op dan verantwoordelijk minister Hugo de Jonge had voorgespiegeld. Wat er sindsdien in het overleg tussen ministerie en softwarebedrijven aan de orde kwam, valt niet te zeggen. Er worden sinds dat beroep op de Woo geen notulen meer van bijgehouden. Vorige maand nam ik de proef op de som met vier veel voorkomende aanvragen, zoals het plaatsen van zonnepanelen en dat schuurtje in de achtertuin. Bij alle vier bleek de slotsom: ‘Neem contact op met uw gemeente.’ Dat wat juist níet de bedoeling was.

Rubberen regels

Ook de Raad van State toonde zich afgelopen zomer kritisch over de Omgevingswet. Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak Bart Jan van Ettekoven vreest een „playground voor de commerciële advocatuur”. De rubberen ruimtelijke regels en de nieuwe wijze van participatie zullen volgens hem „honderden nieuwe rechtsvragen” opleveren totdat er jurisprudentie ontstaat. Daarbovenop kwam recent de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid met het rapport Grip. Het overlaten van de inspraak aan de initiatiefnemer zal er volgens de raad toe leiden dat minder mondige burgers achter het net vissen. De Omgevingswet versterkt zo de tweedeling in de maatschappij. Volgens minister De Jonge kunnen gemeenten dit ondervangen met een participatieverordening, maar lang niet alle gemeenten hebben die al.

En zal het straks zo werken? Ik sprak twee vooraanstaande leden van de commissie-VTH, die begin 2021 een alarmerend rapport uitbracht over de staat van ons stelsel van vergunningverlening, toezicht en handhaving. Kan de Omgevingswet de vervuilende praktijk van bedrijven als Tata Steel en Chemours voldoende inperken? Commissievoorzitter Jozias van Aartsen en zijn rechterhand Winnie Sorgdrager vrezen het tegendeel. „Grote vervuilers hebben onder de Omgevingswet vrij spel.”

Het is doorgaans geen match made in heaven, de overheid en ict

Het wordt zo moeilijk de voordelen van de Omgevingswet te blijven zien. Ja, in een vol land is het combineren van ambities op één locatie noodzaak – daar helpt de Omgevingswet zeker bij. Maar ‘eenvoudig beter’ wordt het voorlopig niet. Onderzoek wees uit dat de terugverdientijd van de gemeentelijke investeringen in de Omgevingswet oploopt tot 35 jaar. Rechtszaken zullen een rem blijken op noodzakelijke ruimtelijke ontwikkeling. En het is de vraag of gemeenten de participatie zo ingericht krijgen dat alle burgers zich gehoord voelen, zeker wanneer ze tegenover grote private partijen staan.

De Omgevingswet begint onder een somber gesternte.