Opinie | Met al die halve maatregelen tegen stalbranden houden we onszelf voor de gek

Veehouderij De megastal zelf is de grootste risicofactor waardoor grote aantallen dieren bij stalbranden de dood vinden, stelt .
Een afgebrande varkensstal.
Een afgebrande varkensstal. Foto Rob Engelaar/Hollandse Hoogte

Ieder jaar komen er in Nederland duizenden kittens om bij een allesverwoestende brand. Maar we kunnen vandaag nog doen wat nodig is om die weerloze dieren daarvoor te behoeden. Geen snoet of staart hoeft meer in vlammen op te gaan. Niemand wil toch dat kittens zo aan hun einde komen? O, schreef ik kittens? Ik bedoelde varkens.

Op 9 juli was het weer raak. In Aalten kwamen bij een stalbrand 450 varkens om het leven. In april kwamen er nog 9.000 varkens om bij een brand in Sint-Oedenrode. De teller voor dit jaar staat nu al op zo’n 28.000 varkens, runderen, koeien, eenden, kippen, konijnen, paarden en schapen die gestikt zijn in de rook of levend zijn verbrand. Vorig jaar kwamen er ruim 130.000 dieren op deze manier om.

Hoewel de directe oorzaak bij een groot aantal van de branden onbekend blijft, weten we heel goed wat de risicofactoren zijn. De grote hoeveelheden ammoniak en stof in stallen komen de brandveiligheid sowieso al niet ten goede, maar de stijging van het aantal branden door elektra is opvallend. Die hangt volgens het Verbond van Verzekeraars samen met de verduurzaming in de agrarische sector: bij zonnepanelen en accu’s wordt steeds meer „geavanceerde elektrische apparatuur” gebruikt en daardoor is de kans op een brand groter. Luchtwassers in stallen – bedoeld om de uitstoot van ammoniak, geur en fijnstof te verminderen, maar veel minder effectief dan beloofd – wakkeren bij brand de vlammen razendsnel aan. Keer op keer blijken technische innovaties ten behoeve van een ‘duurzame’ intensieve veehouderij luchtkastelen te zijn.

En natuurlijk is het hele concept van de (mega)stal zelf het perfecte recept voor grote aantallen dodelijke slachtoffers. Afgesloten ruimtes met honderden of duizenden dieren, zonder mogelijkheid tot vluchten en soms zo ver afgelegen van de bewoonde wereld dat er niet genoeg bluswater te vinden is. Daar is geen rookmelder tegen opgewassen.

Panische varkens

En de dieren zelf werken ook niet echt mee. Panische varkens laten zich erg moeilijk evacueren en doen hardnekkig moeite om terug te keren naar de ‘veilige’ omgeving van het eigen hok. (Ze zijn natuurlijk nog nooit van hun leven buiten geweest!) Mogelijkheden om varkens uit brandende stallen te redden zijn dan ook „beperkt”, stelt het Instituut Fysieke Veiligheid in het onderzoeksrapport ‘Brandweerzorg bij veestallen’.

De bevindingen in het rapport weerleggen de bewering van BBB-leider Caroline van der Plas op Twitter dat dieren bij een stalbrand waarschijnlijk „voor de paniek al bewusteloos zijn”. Dit werd ook weersproken door Koen Simmers, hoofdbestuurder van de Nederlandse Politiebond en „afgelopen veertien jaar ter plaatse geweest bij meerdere branden”. „Heb letterlijk levende dieren uit de vuurzee gehaald en ze al fikkend rond zien rennen”, schreef hij ook, en: „Soms alles dood, maar ook verbrand en nog levend/zwaargewond”.

Het ontkennen van het immense lijden van deze dieren is puur zelfbedrog, maar ik snáp het; ik houd mezelf ook liever voor dat het zo erg niet is. De Franse filosoof Descartes (1596-1650) sneed honden levend open om te onderzoeken hoe het hart werkte. Hij beschouwde dieren als machines, die het weliswaar kunnen uitgillen van de pijn, maar die niet écht voelen. Ze hebben er geen gedachten bij, zo betoogde deze Verlichtingsdenker, omdat ze geen idee hebben van verleden of toekomst. Ze vallen samen met het moment, meer is het niet.

Zijn opvattingen zijn al eeuwen achterhaald. Maar zijn geest leeft voort in iedere vleeseter die met zijn consumptiegedrag indirect bijdraagt aan stalbranden. We weten heus wel dat dood door verstikking en verbranding (of door ‘gewone’ slacht for that matter) gruwelijk is. Met ‘ze merken er niets van’ sussen we ons opspelende geweten.

Lees ook: Stalbrand is een drama met vaak onbekende oorzaak

Bij de wortel aanpakken

Demissionair minister Piet Adema (Landbouw, ChristenUnie) schreef in een brief aan de Tweede Kamer dat hij per januari 2024 veehouderijen verplicht een jaarlijkse brandveiligheidscontrole wil laten doen. Vorige week kwam Adema hier al op terug; er is meer tijd nodig. En zou het überhaupt zin hebben, zolang we het probleem niet bij de wortel aanpakken? Al meer dan tien jaar liggen er uitgebreide aanbevelingen van de Wageningen Universiteit klaar, zoals het verplichten van minimaal één vluchtdeur in het dierverblijf en een verbod op oude cv-ketels en geisers. Daar is bijna niets mee gedaan. In 2021 kwam de Onderzoeksraad voor de Veiligheid met een snoeihard rapport over de brandveiligheid in stallen. Het aantal slachtoffers loopt alleen maar op.

We zouden ook kunnen stoppen met het eten, fokken en exporteren van kittens. Eh, varkens. Wanneer we geen kippen, koeien en schapen in licht ontvlambare, afgesloten en verlaten stallen stoppen, kunnen ze ook niet levend verbranden. En dan hoeven wij onszelf ook niet langer voor de gek te houden.