Onze vierjarige zoon, die al met pubermoeheid praat, is dol op sushi. Misschien heb je hieruit al begrepen dat we hipster-expats zijn en dat Nederlands niet onze moedertaal is. Laatst wilde hij na school een puzzel maken. „Het is een moeilijke puzzel,” zei ik, „misschien lukt het niet voor het slapengaan.” Hij antwoordde: „I can, this puzzel is ‘makkie’.” Ik: „Maki? Zoals zalm maki?” Hij rolde met zijn ogen. „No ‘makkie’, it’s Dutch.” Ik op Google Translate: „Oh, ‘makkie’ Dat betekent ‘piece of cake.’” Hij zuchten: „Nee, dat klopt niet, het heeft niets met eten te maken.”
Dave (en Shilo) Radparvar
Lezers zijn de auteurs van deze rubriek. Een Ikje is een persoonlijke ervaring of anekdote in maximaal 120 woorden. Insturen via [email protected]
Jaren geleden was ik uitgenodigd voor een avond met schrijvers ter ere van hoofdgast Salman Rushdie. Aan tafel zat ik naast de indrukwekkende Patti Smith; het gesprek kwam onvermijdelijk uit op politiek en haar reactie op de verrechtsing was uiterst kalm en gelaten. Ze had het over de verschillende golven waar samenlevingen door veranderen, dat het tijd was voor rechts, maar dat de progressieve krachten, of de progressieve golf, zich op enig moment weer zou laten gelden.
Ik moet geregeld aan haar woorden denken. Het helpt te weten (of hopen) dat een ander vooruitzicht mogelijk is, dat het loont te blijven strijden zodat de verhoudingen anders worden, met meer gelijkheid, minder uitbuiting, minder racisme. Minder leugens ook waar mensen mee overvoerd worden, om vervolgens als makke schapen naar het stemhokje te gaan en hun kostbare stem aan oplichters te geven die niks goeds van zins zijn.
Dat was in 2007; de rechtse radicalisering duurt niet alleen voort, maar wordt groter, machtiger en gevaarlijker. Gevaarlijk voor onafhankelijke vrouwen die zeggenschap over hun lichaam willen, minderheden, ongedocumenteerde mensen. Allemaal onbelangrijke groepen als je kijkt naar sommige reacties op het verlies van Harris: dat links zich te veel op ‘lhbti-zebrapaden’ zou richten en op identiteit, terwijl rechts zich op economie zou richten.
Het is makkelijk beweren dat identiteit onbelangrijk is wanneer je al eeuwen tot de onbetwiste norm behoort en je huidskleur en geslacht nooit reden voor discussie, uitsluiting of verdachtmakingen zijn.
Er valt niks te lachen, maar anders zouden die zogenaamde analyses best hilarisch zijn: de campagne van Trump richtte zich voor een goed deel op ‘de ander’, dichte grenzen en „illegale” migranten die hij zou „deporteren”. Wilders droomt van een wit Nederland. Het is je reinste identiteitspolitiek.
Slechts sporadisch komen die twee samen: als er in Iran weer eens een moedige vrouw is die tegen het oppermachtige, wrede staatsapparaat opstaat. Iraanse vrouwen zijn ieders favoriete token op wie iedereen zijn stokpaardjes projecteert, ten koste van hun individualiteit. De ongelooflijke beelden van studente Ahoo Daryaei die in haar ondergoed rondliep, leidden tot de voorspelbare lof. Wilders en Yesilgöz voorop. Voor de 82-jarige Turks-Haagse oma Cemile die door haar racistische buurvrouw het ziekenhuis was ingeslagen, hadden ze geen woorden van troost of steun.
Een columniste vond het „pijnlijk” dat de onschuldige oma op de IC had gelegen, maar waarschuwde op Twitter „dit soort incidenten” niet te gebruiken, om in één adem door te beweren dat er in de grote steden „talloze incidenten” zijn „waarbij de inheemse Nederlander target is”. Inheemse Nederlander.
Identiteitspolitiek domineert de agenda’s. De één maakt zich sterk voor gelijkheid, de ander probeert de ongelijkheid geniepig te vergroten door minderheden verdacht te maken.
Het verlies van Harris levert een belangrijke les: niet alle stemmers zijn volgzaam. Ze verloor er veel vanwege haar onvoorwaardelijke steun aan de slachting door Israël. Het is een bittere pil, maar hopelijk ook een leerzame. De progressieve congresleden Rashida Tlaib en Ilhan Omar zijn wel herkozen. Menselijkheid loont.
Na de winst van Trump trolde de extreemrechtse snotaap Nick Fuentes blij dat er nooit een vrouwelijke president zal zijn, dat mannen altijd winnen en „Your body, my choice. Forever”.
Diep ademhalen en door. Hoe zinloos het na ieder verlies ook voelt, opgeven is geen optie. Patti’s woorden indachtig zal hij zijn woorden nog wel in moeten slikken.
Hassnae Bouazza is schrijver, journalist, columnist en programmamaker.
Eerst moet ik mijn oprechte excuses maken aan Donald Trump en de NRC-lezers voor mijn foutieve voorspelling dat Kamala Harris de verkiezingen zou winnen. Tegelijkertijd hoop ik dat ze mij de volgende constatering niet kwalijk zullen nemen: de wereld wordt straks opnieuw geregeerd door drie schoften: Trump, Poetin en Xi Jinping. Drie politieke criminelen van wie ons aller lot afhangt. Geen opwekkend vooruitzicht.
Van die drie is Trump de enige die gekozen werd in volledig vrije verkiezingen. Dat mag het Amerikaanse volk zich aantrekken.
Hoe kon het zover komen? In de vloed van verklaringen die over ons wordt uitgestort, duiken steeds twee begrippen op: de economie (inflatie) en de (illegale) immigratie. Mij valt achteraf op dat dit keer vóór de verkiezingsuitslag betrekkelijk weinig duiders de beroemde frase „It’s the economy, stupid” hanteerden. „Het gaat de kiezer om de centen”, zou je in goed Nederlands kunnen vertalen. Die zin is gemunt door James Carville, strateeg in de geslaagde presidentscampagne van Bill Clinton in 1992. De frase, overal in Clintons hoofdkwartier opgehangen, was bedoeld om de campagnemedewerkers te herinneren aan de kernboodschap die ze op de kiezer moesten overbrengen.
De ironie wil dat dezelfde Carville mij vorige week inspireerde tot mijn column waarin ik de kansen van Harris te optimistisch inschatte. Ik verwees daarbij naar het recente essay van Carville dat in The New York Times was verschenen onder de kop: „Drie redenen waarom ik zeker ben dat Kamala Harris zal winnen.” Een van die redenen was zijn „gevoel” dat hem zei: „Een grote meerderheid van de Amerikanen zijn rationele, redelijke mensen van goede wil. Ik weiger te geloven dat hetzelfde land dat steeds weer zijn fouten te boven is gekomen voor een rechtvaardiger toekomst, dezelfde fout twee keer zal maken.”
Grappig. Nergens verwees Carville naar zijn eigen, relativerende en beroemd geworden slogan van destijds. Harris zou het wel rooien, dacht hij, ook al liet ze de economie als verkiezingsthema aan Trump over – met alle gevolgen van dien. Kortom, zelfs de gewezen politieke strateeg Carville – nu 80 jaar – die destijds zo goed besefte hoe belangrijk de economie kan zijn voor de kiezer, had niet in de gaten dat de door hem bedachte slogan nog steeds zeer geldig was.
Kennelijk heeft Carville als spindoctor bij de Democraten geen alerte opvolgers gekregen. Het lijkt typerend voor een partij die vervreemd is geraakt van haar vroegere achterban. Die opvolgers hadden Kamala Harris bij de les moeten houden die de partij vijftig jaar eerder van Carville kreeg. Haar performance was uitstekend, zeker voor iemand die plotseling voor de leeuwen werd gegooid, maar haar boodschap was te mat voor de Amerikaanse kiezer. Als president Biden meer zelfkritiek had gehad en zich eerder had teruggetrokken, was het misschien anders gelopen. Misschien, want ik twijfel nu ernstig aan de bereidheid van de gemiddelde Amerikaanse man om ooit een vrouw boven zich te dulden, erotische posities uitgezonderd.
En nu?
Nu zijn we dus overgeleverd aan de drie schoften. Misschien gooien ze het op een troebel akkoordje met elkaar, misschien bedelven ze elkaar, en ons, onder enkele vernuftige atoombommen. We zullen het zien en eventueel voelen.
Onze vierjarige zoon, die al met pubermoeheid praat, is dol op sushi. Misschien heb je hieruit al begrepen dat we hipster-expats zijn en dat Nederlands niet onze moedertaal is. Laatst wilde hij na school een puzzel maken. „Het is een moeilijke puzzel,” zei ik, „misschien lukt het niet voor het slapengaan.” Hij antwoordde: „I can, this puzzel is ‘makkie’.” Ik: „Maki? Zoals zalm maki?” Hij rolde met zijn ogen. „No ‘makkie’, it’s Dutch.” Ik op Google Translate: „Oh, ‘makkie’ Dat betekent ‘piece of cake.’” Hij zuchten: „Nee, dat klopt niet, het heeft niets met eten te maken.”
Dave (en Shilo) Radparvar
Lezers zijn de auteurs van deze rubriek. Een Ikje is een persoonlijke ervaring of anekdote in maximaal 120 woorden. Insturen via [email protected]