Inmiddels is het nu een jaar geleden dat voormalig directeur Ralph Keuning is verdreven uit museum De Fundatie in Zwolle na beschuldigingen van psychische terreur jegens werknemers. Vanaf de aanstelling van directrice Beatrice von Bormann heeft zij zich erop toegelegd de sporen van zijn beleid ook de deur uit te vegen, zodat het museum niet langer de stempel van zijn identiteit draagt.
Het presenteert een schone lei, zodat dat de werknemers die onder Ralph geleden hebben weer vrij kunnen ademen binnen de muren van De Fundatie. Dat is hun natuurlijk gegund. En daarnaast is het uiteraard aan Beatrice om de nieuwe koers uit te stippelen.
Maar wanneer dit wordt gedaan vanuit een intens verlangen zich te bevrijden van het verleden, dan wordt er soms wel over het hoofd gezien dat enkele elementen van het vorige bewind toch wel verdomd effectief waren. De groeiende stromen aan bezoekers die naar het museum kwamen waren de directe consequentie van het tentoonstellingsbeleid van Keuning.
Wanneer men door de vingers ziet dat Jeroen Krabbé toch wel erg regelmatig de revue passeerde, waren de tentoonstellingen inhoudelijke en visuele hoogstandjes. Er werd een rijk palet aan smaken geserveerd; van totalitaire kunst tot pompeus hyperrealisme, van steriele videoinstallaties tot klodderig abstractionisme.
Tengevolge smulde de bezoeker vaak van de lichte bijsmaak van controverse en ‘het onaangename’ dat nieuwsgierigheid wekt. Nu lijkt er enkel reactionair gegraaid te worden in de vissenkom met actuele onderwerpen. Het meest treffende voorbeeld hiervan is de recent geopende expositie ‘Kunst uit Oekraïne’ en de aankomende tentoonstelling die koloniale banden onderzoekt in het kader van de Hanze.
Lees ook De schilderkunst is springlevend, tonen 16 kunstenaars in De Fundatie
Waar eerst inhoudelijke spanning en visuele sensatie haar hoogtijdagen vierden, zo is het nu de tijd van het mededogen en ramptoerisme. Uiteraard is het heel nobel een platform te bieden aan hen die traditioneel over het hoofd gezien worden in de kunstwereld. (Vrouwen, mensen met migratieachtergrond, kunstenaars uit oorlogsgebieden, etc.) Maar het is maar de vraag of de bezoeker deze beschermingsdrang ook voelt jegens makers, of toch liever nogmaals naar kunstenaars als John Heartfield en Paul Citroen zou komen kijken. Het museumbezoek is immers geen burgerplicht die men volbrengt als ode aan de politieke correctheid of als uiting van compassie. Het einddoel is genot.
Teleurstellende tendens
Daarnaast lijkt het mij voor de kunstenaars zelf ook beledigend te weten dat ze voornamelijk gekozen zijn om hun minderheidsstatus in plaats van artistieke en conceptuele kwaliteiten. Immers, lijkt mij, is het voor hen juist belangrijk allereerst als maker gezien te worden en niet als benadeelde die een kans verdient.
Ik ben een lokaal kunstenaar, die het museum al jaren regelmatig bezoekt en nauwlettend in de gaten houdt. De Fundatie is in Zwolle immers de meest toonaangevende culturele instelling, waarbij de tentoonstellingen toch niet enkel lokale relevantie hadden. Zo was het voor mij persoonlijk een waardevolle plek die een rijk en inspirerend palet aan kunstvormen toonde die aanzetten tot nadenken. En de teleurstelling die zijn intrede nam als gevolg van het nieuwe beleid hebben mij ertoe aangezet dit artikel te schrijven, ook omdat ik zie dat dit onderdeel is van een tendens die zich niet enkel beperkt tot het museum in Zwolle.
Ik denk dat ik niet de enige ben die de transformatie van De Fundatie met pijn in het hart gadeslaat. Het museum heeft Zwolle op de kaart gezet als stad met een museum dat bleef boeien. Het was een verrijking. Iedereen ziet in dat het moeilijk is om deze bal hoog te houden. Er is begrip voor als de nieuwe directeur nog niet volledig in haar nieuwe rol is gegroeid. Misschien zou ze tot die tijd af en toe kunnen beraadslagen met haar voorganger om het museum haar aantrekkingskracht terug te geven. Ondanks zijn onmogelijk moeilijke karakter bakte hij er namelijk wel wat van.
Lees ook Museumdirecteur De Fundatie stapt op na klachten over werksfeer
NRC Vandaag is met vakantie, maar we zijn niet helemaal weg. Deze week hoor je de zomerselectie: vijf van onze beste afleveringen van afgelopen jaar. Deze aflevering kwam eerder uit op 12 mei.
De koffieautomaat in de supermarkt verdwijnt, boodschappen gaan via de zelfscankassa en buren zitten verborgen achter een tuinhek van twee meter. Verslaggever Freek Schravesande ziet door heel Nederland dat we de ander niet meer ontmoeten. Terwijl een gesprekje over niks die gepolariseerde maatschappij juist weer bij elkaar kan brengen.
Heb je vragen, suggesties of ideeën over onze journalistiek? Mail dan naar onze redactie via [email protected].
Groot feest op de Korenmarkt in Arnhem. Supporters omhelzen elkaar, zingen clubliederen en steken fakkels de lucht in. Het is zaterdagavond 3 augustus 2024, een kleine week voor de eerste competitiewedstrijd tegen Telstar.
Na een zomer vol onzekerheid, particuliere steuninitiatieven en haastig in elkaar geschroefde reddingsplannen heeft Vitesse de beroepscommissie van de KNVB op de valreep overtuigd: het besluit de proflicentie in te trekken, wordt ongedaan gemaakt. De club is gered, uit handen van Russische oligarchen én een Amerikaanse investeerder op wie ze nooit werkelijk grip kreeg. Dat Vitesse voor het eerst in 35 jaar is gedegradeerd, is bijzaak voor supporters. Ze kijken uit naar een nieuw seizoen, een nieuw Vitesse.
Nu, een klein jaar en talloze tamelijk onnavolgbare plotwendingen later, resten desillusie, verwarring en ongeloof. Eerder deze maand verloor Vitesse zijn proflicentie opnieuw, donderdagavond oordeelde de beroepscommissie in harde bewoordingen dat die beslissing niet wordt teruggedraaid. Definitief dit keer, zo lijkt het.
Vitesse wordt een „meerjarig patroon van misleiding, omzeiling en ondermijning van het licentiesysteem” verweten. Dat begon feitelijk al in 2010, toen Vitesse de eerste Nederlandse club werd die in buitenlandse handen kwam. De Georgische zakenman Merab Jordania kocht Vitesse destijds van de lokale ondernemer Maasbert Schouten en stelde supporters binnen drie jaar een landskampioenschap in het vooruitzicht.
Wat hij er niet bij vertelde, is dat de miljoeneninvesteringen die daarvoor nodig waren via geheime financiële constructies afkomstig waren van Roman Abramovitsj, de Russische oligarch en toenmalig Chelsea-eigenaar, die nauwe banden onderhoudt met het Kremlin. Abramovitsj bleef op de achtergrond jarenlang heimelijk de financier van Vitesse, ook nadat Jordania zijn aandelen had verkocht aan de Rus Alexander Tsjigirinski. Die deed de club op zijn beurt in 2018 weer van de hand aan de Valeriy Oyf, eveneens Rus en ook een zakenman uit het netwerk van Abramovitsj.
Russische invasie
Kampioenschappen kwamen er niet (een keer won Vitesse de beker), wel bouwde de Arnhemse club in de jacht op sportief succes een schuld op van 150 miljoen euro bij zijn Russische eigenaar. Die werd een acuut probleem toen Rusland in 2022 Oekraïne binnenviel en Abramovitsj op westerse sanctielijsten belandde.
Het geld dat Oyf in Vitesse stak, zo bleek uit onderzoek van het Britse journalistieke onderzoeksplatform TBIJ en The Guardian in samenwerking met NRC, Trouw en Het Financieele Dagblad, was via trustbedrijfjes namelijk vrijwel volledig afkomstig van de miljardair die inmiddels noodgedwongen afstand had gedaan van zijn Chelsea-aandelen.
Met de Russische invasie van Oekraïne begon de ellende voor Vitesse. Oyf wilde wel van zijn aandelen af en zelfs zijn vordering op de club wegstrepen, alleen dat ging niet zomaar. Huisbank ING en het ministerie van Economische Zaken zochten eerst opheldering over het Russische geld dat jarenlang door de club was gestroomd, de accountant weigerde de jaarrekening goed te keuren en de licentiecommissie eiste duidelijkheid over de herkomst van het vermogen van Coley Parry, de Amerikaanse durfinvesteerder die plotseling in Arnhem was verschenen om de club over te nemen.
Maar transparantie, hoe vaak ook in woord beleden, konden of wilden de verschillende directeuren en interim-bestuurders van Vitesse niet afdwingen bij de geldschieters van de club. En dus sleepten de Russische dossiers zich voort en wees de licentiecommissie de overname door Parry na maandenlang onderzoek af, omdat ze naar eigen zeggen niet kon vaststellen hoe vermogend zijn investeringsmaatschappij (Common Group) was en waar de financiering precies vandaan kwam. Ondertussen had de Amerikaan een vordering van ruim 15 miljoen euro op Vitesse opgebouwd – leningen verstrekt om tekorten af te dekken – met de garantie dat die bij wanbetaling zou worden omgezet in aandelen.
Zo stevende Vitesse vorige zomer af op een faillissement. De KNVB trok de proflicentie in, nadat de club eerder al 18 punten in mindering had gekregen en daarmee was gedegradeerd. En Vitesse had niet de inkomsten om zijn schulden te voldoen, noch de gaten in de begroting te dichten.
Lees ook
Het is in Arnhem iedere dag ‘Vitesse Vrijdag’. ‘Ik zou niet weten wat ik moet doen als de club ophoudt te bestaan’
Dat de club toch overleefde, dankte ze onder meer aan de stichting Vitesse voor Altijd, die werd opgericht om met instemming van de licentiecommissie en in afwachting van een nieuwe eigenaar de aandelen tijdelijk over te nemen van Oyf en zo een einde te maken aan de Russische invloed. Maar vooral aan een clubje lokale ondernemers, dat bereid was voor miljoenen garant te staan om het tekort op de begroting te dekken.
Die garantstelling was cruciaal, want de beoogde redder van de club, de in Zwitserland gevestigde ondernemer Guus Franke, was nog niet goedgekeurd door de licentiecommissie. En Parry? Die had ondanks zijn miljoenenvordering geen enkele zeggenschap meer bij Vitesse, beloofde de club stellig. “We kunnen eindelijk weer gaan voetballen”, zei interim-directeur Edwin Reijntjes. “Wij worden langzaam weer een voetbalclub.”
Side letter
In de euforie van het moment gaat verloren dat de licentiecommissie dan al een waarschuwende toon aanslaat. Ze kondigt een “verscherpt onderzoek” aan naar Guus Franke, omdat Vitesse onvoldoende duidelijkheid heeft gegeven over “de volledige belangen van de beoogd aandeelhouder en de herkomst van zijn vermogen”. Nauwelijks vier maanden later is het broze vertrouwen dat was opgebouwd tussen Vitesse en de KNVB verdampt. De Telegraaf onthult dat Franke en Parry een geheime afspraak hebben gemaakt, vastgelegd in een side letter, die de Amerikaan via een zogeheten pandrecht op de aandelen mogelijk tóch invloed geeft binnen de club.
Vitesse-directeur Reijntjes zegt te zijn overvallen door het nieuws, Franke trekt zich terug. Maar de vertrouwensbreuk wordt in de maanden die volgen alleen maar groter. Eerst trekt Vitesse een procedure in die in de zomer is ingesteld bij de Ondernemingskamer, met als gevolg dat twee onafhankelijke commissarissen hun positie kwijtraken. Argument: te duur. Even later kondigt Vitesse onverwachts de komst van vijf nieuwe, buitenlandse eigenaren, van wie er een in de klas heeft gezeten bij Coley Parry.
De fanshop van Vitesse
Foto Dieuwertje Bravenboer
Het Duits-Amerikaans-Italiaanse gezelschap heeft de miljoenenvordering van Parry overgenomen en omgezet in aandelen, is het verhaal. Bovendien hebben ze afzonderlijk allemaal een belang dat kleiner is dan 25 procent, dus volgens de KNVB-reglementen hoeven ze niet onderworpen te worden aan een onderzoek van de licentiecommissie.
Slim bedacht misschien, maar de licentiecommissie neemt er geen genoegen mee. Integendeel, ze voelt zich geschoffeerd en belazerd na alles wat er gebeurd is. De beloftes van beterschap, helemaal als duidelijk wordt dat het vijftal en Parry geen volledige openheid willen geven over de financiële afspraken die zijn gemaakt met betrekking tot de openstaande schuld. „Na de stellige toezeggingen van Vitesse in de zomer van 2024, toen de club ook al de licentie kwijt dreigde te raken, is de club doorgegaan met het omzeilen en ontduiken van het licentiesysteem”, concludeert de licentiecommissie in mei van dit jaar.
Reijntjes is dan al weg, zoals ook de beoogde nieuwe eigenaren het in juni voor gezien houden. Een groepje regionale ondernemers (Sterkhouders Vitesse Arnhem) werpt zich op als redders van de club. Maar hoe een overname er precies uit moet zien, blijft onduidelijk. Bovendien gaat het voor de KNVB inmiddels al lang niet meer alleen om geld en het zoeken naar een werkbare oplossing, het vertrouwen moet hersteld. En dat lukt niet meer.
De beroepscommissie van de KNVB is zich bewust van de grote impact die het besluit heeft op „de belangen van supporters, werknemers, de regio en andere stakeholders van Vitesse”, schrijft ze donderdagavond. Maar deze maatregel is volgens de voetbalbond noodzakelijk om „de geloofwaardigheid van het licentiesysteem” te beschermen. Vitesse laat via zijn website weten „verslagen” te zijn door het nieuws.
Helemaal voorbij is het nog niet. Vitesse stapt vermoedelijk naar de civiele rechter om de straf aan te vechten, maar die toetst alleen of het proces zorgvuldig is verlopen, niet inhoudelijk. Levert die route niets op, dan raakt Arnhem zijn 133 jaar oude profclub kwijt.