Opinie | Kunstenaars als wegwerpartikelen

Je kunt er de klok op gelijk zetten: elke keer dat de Raad voor Cultuur en het Fonds Podiumkunsten hun oordeel over vierjaarlijkse subsidieaanvragen naar buiten brengen steekt er een storm van protest op. Daar kun je badinerend over doen, maar ik vind dat volkomen terecht.

Voor de periode 2025-2028 honoreert het Fonds Podiumkunsten (FPK) 179 aanvragers. Daaronder bevinden zich 59 instellingen voor wie dit de eerste keer is. Dat is mooi en terecht want het FPK heeft tot taak om behalve het garanderen van continuïteit ook de doorstroom van, meestal jonge, instellingen te faciliteren. Instellingen die voldoende kwaliteit hebben laten zien – en verspreid zitten over het land – om door de overheid structureel te worden gefinancierd.

Maar er zit een flinke adder onder het gras: de vernieuwing gaat elke vier jaar ten koste van instellingen die ooit enthousiast zijn binnengehaald maar na tien, twintig of dertig jaar te horen krijgen dat zij niet langer voor ondersteuning in aanmerking komen. De argumenten die daarvoor worden gebruikt hebben daarbij een hoog gelegenheidsgehalte. Uit ervaring weet ik dat beoordelingscommissies er met twee opdrachten op uit worden gestuurd: 1. er moet een kwart tot een derde nieuwe organisaties worden toegelaten, en 2. men moet zich houden aan een maximaal aantal instellingen, gezien het beschikbare budget .


Lees ook

Na de ontwrichtende coronajaren koerst de Raad voor Cultuur aan op rust

Theater Rotterdam

Omdat het budget ontoereikend is om nieuw aan oud toe te voegen, dient een deel van het oude te worden weggewerkt. Zo staan tegenover de 59 nieuwelingen nu 62 organisaties die hun subsidie verliezen. Daaronder instellingen die nog steeds worden gewaardeerd, zoals De Warme Winkel, BOG of Wunderbaum. Instellingen die door het Fonds een aantal keren interessant genoeg werden bevonden om te worden ondersteund. En hun hele hebben en houden daarop hebben gebaseerd.

Wegwerpartikelen

Het is een mensonterend systeem waarin met kunstenaars wordt omgesprongen alsof ze wegwerpartikelen zijn. De ene dag mag je meedoen, de volgende zoek je het maar uit. Trekt de overheid haar handen van je af en kun je fluiten naar enige vorm van zorgplicht. Wat zegt dat over de waarde die de overheid aan kunstenaars toekent?

Er wordt een sprankje hoop geboden door in de subsidieoordelen een zaaglijn aan te brengen. Positief beoordeelde aanvragen worden op basis van een puntenbeoordeling onder elkaar gezet. Vervolgens wordt van boven naar beneden subsidie toegekend totdat het budget op is en voilà: de rest valt onder die vermaledijde ‘zaaglijn’. Wat in de praktijk neerkomt op: goed gewerkt maar donder nu maar op. Hoe wreed kun je mensen met zo’n kluit in het riet sturen?

Net als de vorige keren blijkt ook nu dat er slechts tien miljoen euro nodig is om alle instellingen die onder de zaaglijn vallen te laten voortbestaan. Dus zijn de vierenveertig ‘zaaglijners’ ook nu weer een handtekeningenactie begonnen om de politiek over te halen dat schamele bedrag aan het budget toe te voegen. De vorige keren is dat uiteindelijk gelukt maar toen waaide er nog geen ijskoude politieke wind

NITE

Hoe schrijnend steekt dit af tegen de weeffout die tijdens de vorige ronde 2020-2024 door de mazen van de Raad voor Cultuur is geglipt. Als adviseur van de Raad was ik zeer gecharmeerd van een ontwikkeling die zich in de Groningse theaterwereld afspeelde . Een toneelgezelschap, Noord Nederlands Toneel (NNT), en een dansgezelschap, Club Guy & Roni, besloten de koppen bij elkaar te steken en te fuseren tot een voor Nederland nieuw type theaterinstelling: een Nationaal Interdisciplinair Theater Ensemble, kortweg NITE. Een veelbelovende ontwikkeling, temeer omdat het initiatief en de implementering uit het veld zelf voortkwamen en de Raad weinig meer hoefde te doen dan dit initiatief te omarmen en in de subsidiesystematiek onder te brengen.


Lees ook

Meer nieuwe cultuur voor meer Rotterdammers – maar geen subsidie voor het Nieuwe Instituut

Het Nieuwe Instituut Rotterdam

Toen bleek dat die aanpassing niet tot de mogelijkheden behoorde, besloot NITE om twee aparte BIS-aanvragen te doen: een voor het NNT in de categorie Theater en een voor Club Guy & Roni, tot dan toe vallend onder het FPK, in de categorie Dans. Tot mijn spijt besloot de Raad om beide aanvragen te honoreren waardoor de met twee gezichten werkende maar in feite gefuseerde instelling meer dan vijf miljoen euro subsidie in de wacht sleepte, in plaats van de bijna drie miljoen die in die tijd voor een grote BIS-theaterinstelling gold. Met als bijkomend effect dat NITE in de toekomst natuurlijk geen aanvraag meer zou doen voor één instelling.

NITE is er in deze ronde opnieuw in geslaagd om een buitenproportionele en mijns inziens onbedoelde hoeveelheid subsidie in de wacht te slepen, twee miljoen euro om precies te zijn. Een bedrag waarmee twaalf groepen die bij het FPK een aanvraag deden voor 160.000 euro hun werk zouden kunnen voortzetten.

Inmiddels heeft de NAPK, de belangenorganisatie voor Nederlandse podiumkunsten, een steunactie opgezet om fondsgezelschappen die vanaf 2025 geen meerjarige subsidie meer ontvangen binnenboord te houden. Via de hashtag #LAATHETDOEKNIETVALLEN hopen de organisatie en de getroffen gezelschappen het tij te keren. De hashtag wordt inmiddels veelvuldig gebruikt op sociale media, zowel door gehonoreerde als niet-gehonoreerde instellingen en door sympathisanten. De theaterliefhebber kan zijn stem laten horen.