De handel in koolstofcertificaten is vorig jaar onder druk komen te staan door enkele kritische onderzoeken. Maar voor het behoud en herstel van het tropisch regenwoud, zijn de opbrengsten van koolstofkredieten cruciaal. Ieder jaar verdwijnt er een gebied ongerept tropisch bos ter grootte van Nederland. De hoeveelheid CO2 die daarbij vrijkomt, is vergelijkbaar met de jaarlijkse uitstoot van de gehele Europese Unie. Via de Verenigde Naties worden projecten uitgevoerd om de ontbossing in de tropen tegen te gaan, de biodiversiteit te behouden en positie van de lokale bevolking te verbeteren. Naast overheden dragen ook bedrijven daaraan bij via de Vrijwillige Koolstof Markt (VCM).
Het idee achter de VCM is dat bedrijven hun niet-vermijdbare uitstoot van broeikasgassen compenseren door het aanschaffen van koolstofkredieten. Het kapitaal dat daardoor vrijkomt wordt gebruikt om elders koolstof vast te leggen, onder meer in bossen of door het financieren van duurzame energieprojecten.
De vrijwillige koolstofmarkt is de laatste jaren explosief gegroeid, van zo’n 500 miljoen dollar in 2020 tot twee miljard in 2022. Van dat bedrag ging 60 procent naar bosprojecten in de tropen, zowel gericht op behoud van bestaande bossen als op het aanplanten van nieuwe bomen.
Een voorbeeld: in Tambopata, een natuurreservaat ter grootte van Noord- en Zuid-Holland in het Peruaanse Amazonegebied is met de opbrengst van koolstofkredieten het bosbeheer versterkt en zijn cacaoboeren in de omgeving van het reservaat geholpen om hun teeltmethoden te verbeteren, onder meer door het combineren van cacaobonen met paranoten. Tegelijkertijd is geïnvesteerd in het vastleggen van eigendomsrechten en het verbeteren van de afzet via een coöperatie. Alle maatregelen samen hebben ervoor gezorgd dat de ontbossing is verminderd en de lokale economie is versterkt.
Greenwashing
De kritiek op de vrijwillige handel is tweeërlei. Aan de ene kant zou een deel van de bedrijven koolstofkredieten gebruiken om ook de vermijdbare uitstoot van broeikasgassen te compenseren, greenwashing dus. Aan de andere kant zouden projecten die met koolstofkredieten worden gefinancierd niet de beloofde hoeveelheid koolstof vastleggen en zou het vooral een handel zijn in ‘gebakken lucht’.
Voor een aantal mediapartijen en maatschappelijke organisaties zoals tv-programma Pointer, onderzoeksbureau SOMO en Greenpeace zijn die negatieve bevindingen aanleiding geweest om de gehele VCM ter discussie te stellen,zoals eerder in NRC werd belicht. Door die media-aandacht heeft dit pleidooi ook gehoor gevonden bij politici en ertoe geleid dat bedrijven steeds vaker afzien van de aankoop van koolstofkredieten uit angst om beschuldigd te worden van greenwashing. Maar hiermee wordt het kind met het badwater weggegooid.
Snelgroeiende markt
Ontegenzeggelijk heeft de snelgroeiende markt van koolstofkredieten financiële cowboys aangetrokken die een snelle klapper willen maken. Het is ook waar dat de private partijen die de koolstofkredieten certificeren, steken hebben laten vallen. Tegelijkertijd is er een beweging op gang gekomen om de markt beter te reguleren en het toezicht te verbeteren. Een bedrijf als Verra, dat veel van de koolstofkredieten certificeert, heeft zijn procedures aangescherpt, net als Sylvera, een ratingbureau dat er steeds beter in slaagt om het kaf van het koren te scheiden. Verder hebben onafhankelijke internationale partijen het initiatief genomen om te komen tot een betere regulering van de koolstofmarkt. Dat gebeurt zowel aan de aanbodkant, waar het gaat om de betrouwbaarheid van de hoeveelheden koolstof die daadwerkelijk worden vastgelegd , als aan de vraagkant waar het gaat om het voorkomen van het gebruik van koolstofkredieten voor vermijdbare uitstoot van broeikasgassen.
Lees ook
Gabon wil iets terugzien voor de CO2 die zijn jungle opslaat. Alleen: wie wil daarvoor betalen?
De handel in koolstofkredieten is te belangrijk om alleen aan de markt over te laten. Gelukkig maken ook overheden zich sterk voor integriteit en transparantie. De Nederlandse Autoriteit Financiële Markten en de Autoriteit Consument en Markt werken samen met hun Europese en internationale collega’s aan procedures voor meer en beter toezicht op de handel. De Europese Commissie werkt aan het preciezer afbakenen van de milieuclaims die bedrijven mogen maken. Nederland heeft daarnaast op de jongste klimaatconferentie in Dubai een gezamenlijke verklaring uitgebracht over het belang van het versterken van de vrijwillige koolstofmarkt, die is ondertekend door zeven lidstaten van de EU. Een signaal dat nog versterkt zou worden als de overheid vanuit een oogpunt van klimaatrechtvaardigheid ook zelf kredieten aanschaft van landen die hun ontbossing weten terug te dringen.
De rode draad in de initiatieven van zowel private partijen als overheden is dat zij er op gericht zijn dat bedrijven hun claims nauwkeurig specificeren en verantwoorden, of het nu gaat om (on)vermijdbaarheid van de uitstoot waarvoor ze compensatie zoeken of om de projecten die die compensatie leveren. Op die manier wordt het vertrouwen hersteld en kunnen koolstofkredieten worden gebruikt waarvoor ze zijn bedoeld.
Lees ook
Het afkopen van CO2-uitstoot is volgens de een zeer omstreden, en voor de ander onmisbaar om klimaatverandering tegen te gaan